Sint Nikolaas - door N.
Mulders en B. Reith

Sint Nikolaas met een ‘k’ geschreven. Deze schrijfwijze wordt in het
boekje consequent volgehouden. Ook worden woorden die uit meerdere
lettergrepen bestaan met een liggend streepje in lettergrepen
verdeeld. Het boekje verscheen in eerste druk in 1925. Bij sommige
tekeningen staat bij de naam van de illustrator Reith genoteerd:
’25.
Roomsche Reeks
Het boekje ‘Sint Nikolaas’ behoort tot de serie ‘Roomsche Reeks’.
‘Lectuur voor Katholieke Jongens en Meisjes’ lezen we op de
titelpagina.
Op 25 juni 1924 wordt namelijk door de Fraters van Tilburg de
‘Keurraad voor Roomsche Jeugdlectuur’ opgericht. Boeken die
goedgekeurd zijn krijgen een Keurraadstempel. Ook op de titelpagina
van Sint Nikolaas is zo’n ‘stempel’ afgedrukt. Bovendien staat er
verder vermeld: ‘Uitgegeven onder goedkeuring van den keurraad voor
roomsche jeugdlectuur’.
Het kan bij het lezen van dit boekje niet meer verkeerd gaan met de
jeugd.
Het begrip ‘rijden’ ofwel ‘gereden’
In plaats van pakjesavond wordt er door Sint en Piet op 6 december
vroeg ‘gereden’. In Tilburg zeggen ze: ‘gereeje’.
De kinderen worden ’s morgens vroeg op die datum door de ouders
gewekt. ‘Vlug sprin-gen ze hun bed-je uit. Ze ma-ken een kruis-je
met wij-wa-ter. Ze klee-den zich vlug aan. Dan bid-den ze hun
mor-gen-ge-bed. Daar-na gaan ze naar be-ne-den’.
Op de tafel in de huiskamer ligt een wit tafelkleed. Hierop het
speelgoed, de taai-taaipoppen en suikerbeesten die Sint en Piet
‘gereeje’ hebben. Wies krijgt een ‘kook-ka-chel’ en Frans een
‘druk-doos’ en ‘kleur-krijt’. Wim een ‘bouw-doos’
en een ‘trein’. Bet-je een ‘mooi-e pop’.

Rooms-katholiek gedachtegoed
Uiteraard zijn in dit sinterklaasboekje sporen van het
rooms-katholiek gedachtegoed te vinden. Het kruisje met wijwater en
het morgengebed is al ter sprake gekomen. Maar ieder kind krijgt
namelijk ook nog van Sint en Piet een plaat. Frans een exemplaar van
‘Het Heilig Huisgezin’, Wim de afbeelding ‘Laat de kleinen tot
Mij komen.’ Wies en Betje een afbeelding van ‘De Moeder van
God’ en ‘De H. Jozef’.
 
Zwarte Piet
Betje is bang als ze Zwarte Piet in de deuropening ziet staan.
Wellicht begrijpelijk als je onderstaande afbeelding van blz. 12
bekijkt. ‘Hij ziet zoo zwart als roet’, zegt ze.
En Piet is een onderdanige slaaf? Kom nou… Bekijk eens onderstaande
illustratie van blz. 16…
Er wordt door de kinderen uit volle borst gezongen. Sint komt
vergezeld met twee ‘knechtjes’ op bezoek. ‘Maar die zijn heel
niet zwart.’ Betje hoeft niet bang te zijn…
Auteur en illustrator
De auteur is N. Mulders. Zijn kloosternaam is frater Jacobus. In de
jaren 1924-1925 zijn van hem vier boekjes in de serie ‘Roomsche
Reeks’ verschenen. O.a. ‘Sint Nikolaas’, ‘Koos en Mien’ en ‘Ze gaan
uit’.
Het bidprentje vertelt ons dat hij een rijk gevoel voor humor bezit.
‘…altijd wist hij een lach te toveren door zijn slagwaardige
opgewektheid…’
%20(2).jpg)
Bidprentje frater Jacobus.
Bernard Reith (1894-1974) staat garant voor de illustraties. Bekend
zijn de afbeeldingen van zijn hand in ‘Het prentenboek van de
kinderbiecht’ en ‘Het prentenboek van de Eerste Heilige Communie’.
.jpg)
Bernard Reith.
Bronnen
N. Mulders, Sint Nikolaas, Tilburg, z.j.
[1925]
Caesarius Mommers & Ger Janssen, Zwijsen een
passie voor uitgeven, Tilburg, 1997.
Karen Ghonem-Woets, Boeken
voor de katholieke jeugd. Verzuiling en ontzuiling in de
geschiedenis van Zwijsen en Malmberg,
Zutphen, 2011.
Ronald Peeters, De Paap van Gramschap,
Tilburg, 1992.
M.C. Versteeg, Het prentenboek van de
kinderbiecht, Tilburg, 1939 (4e druk).
|