Van een voetballer

In 1926, op 27 jarige leeftijd, schrijft Frater Victor van Nispen
het boekje ‘Van een voetballer’. De illustraties zijn van de hand
van Stan de Reuder.
%20(1).jpg)
Bidprentje Frater Victor van Nispen (1899-1971)
Zoals we op het bidprentje kunnen lezen is hij ‘rijk bedeeld met
talenten’. Reeds op 23 jarige leeftijd tot zijn
pensioengerechtigde leeftijd is hij docent Nederlands op de
kweekschool van de Fraters, ‘Sint Stanislaus’ te Tilburg.
Voordrachtskunst en schilderkunst zijn Victor’s grote gaven.
Met Frater Theodoor Jansen stelt hij de methode ‘Groeiende Taal’
bestemd voor het taalonderwijs op de Lagere School samen.
Het boekje ‘Van een voetballer’ behoort tot de serie ‘Roomsche
Reeks’. In 1925 verschijnen de eerste boekjes uit deze serie. De
serie speelt in op de in 1924 opgerichte Keurraad. Een
Keurraadstempel in het boekje geeft een waarborg voor de inhoud: een
positief goed rooms-katholiek jeugdboek.

Stempel van de ‘Keurraad voor roomsche jeugdlectuur’ en titelpagina.
Niet te verwonderen dat de verhalen van de serie zijn geschreven
vanuit een katholieke visie. Ook het boekje ‘Van een voetballer’.
‘Dit waarschuwt indirect tegen het gevaar van onkuisheid en de
oorzaak van wedijver en eerzucht: sport’, lezen we op blz. 123
in ‘Zwijsen een passie voor uitgeven’.
Inhoud van het boekje.
Jan krijgt op zijn verjaardag een rode voetbal. Zijn zus Toos plaagt
hem met de rode kleur. ‘’n voetbal die rood geverfd is’, zegt
ze al lachende. Jan trekt haar aan de haren.

Met de bal wordt in korte tijd veel schade aangericht. De bal vliegt
door de ruit van tante Jana en oom Jan, de broer van de moeder van
Jan. ‘Maar het ergste was, dat ’t deurtje van ’t kooike open was
gesprongen en ’t arme gele vogeltje vluchtte ’t open kooike uit en
“roef” daar zat ’t op de lamp’. Oom en tante ondernemen pogingen
om het vogeltje te vangen. Hierbij sneuvelen diverse meubelstukken.

De moeder van Jan krijgt te horen dat er problemen zijn. Ze gaat met
Jan naar de plaats delict. Oom en tante weten op dat moment nog niet
wie de boosdoener, de veroorzaker van de schade is. Ze vertellen het
verhaal en de moeder van Jan weet genoeg.
In het onderstaand stukje lezen we dat Jantje spijt van zijn daad
krijgt. ‘O, die vuile, lelijke, akelijke bal’.

Opeens smijt Jan de bal het kantoor van zijn oom in.

Als hij in het kantoor van de fabrieksdirecteur oom Jan op zoek gaat
naar de bal wordt hij ingesloten. In uiterste nood wendt hij zich
tot Onze Lieve Vrouw om hulp. Brandweer en politie rukken uit om hem
te bevrijden.

Jan de voetballer neemt het verstandige besluit om voor goed afstand
te doen van zijn verjaardagsgeschenk en de bal aan een arme jongen
te geven.
In het boekje ‘Van een voetballer’ wordt eigenlijk op een indirecte
manier kritiek op de sport in het algemeen en voetballen in het
bijzonder gegeven. In de eerste helft van de 20e eeuw
vindt men in roomse kringen de meeste sporten ruw. Ze sturen aan op
een ongezonde wedijver en eerzucht. Weinig verhullende sportkleding,
het gemengd beoefenen van verschillende sporten en het vaak sporten
op de zondag vormen een gevaar voor de kuisheid en het bezoek aan de
zondagdiensten.
Kinderboeken uit de ‘Roomsche Reeks’ moeten dan ook beoordeeld
worden naar de opvattingen van de tijd.
Bronnen
Victor van Nispen. Van een
voetballer, Tilburg, 1926 (Uitgave: Drukkerij R.K. Jongensweeshuis Tilburg).
Regionaal Archief Tilburg,
Collectie bidprentjes.
Caesarius Mommers & Ger Janssen,
Zwijsen een passie voor uitgeven, Tilburg, 1997 Uitgeverij Zwijsen B.V.).
Ronald Peeters, De Paap van
Gramschap, Tilburg, 1992.
Karen Ghonem-Woets, Boeken voor
de katholieke jeugd. Verzuiling en ontzuiling in de
geschiedenis van Zwijsen en
Malmberg, Zutphen, 2011.
|