De Meiboom

Het planten van een meiboom. Afbeelding eerste helft 18e eeuw.
Een meiboom is een versierde paal of boom. Het oprichten van de
boom gaat gepaard met verschillende rituelen. Deze verschillen per
gebied. De boom wordt vaak geplant op 1 mei of op de vooravond. In
sommige streken gebeurt dit tijdens het Midzomerfeest of Pinksteren.
De meiboom wordt in veel gevallen op het dorpsplein (brink) tussen
de kerk en de herberg gezet.
De meiboom wordt versierd met een vlag of vlaggetjes, strikken,
linten, kronen, bladeren, bloemen, planten, papier en slingers. Ook
wordt wel een (gestolen) haan in een kooi omhoog gebracht. Weer
andere gebieden hebben kransen, wimpels of een zonnewiel op een
paal. De wijze van versieren verschilt per gebied.
Rondom de meiboom vinden reidansen plaats. De meigraaf werpt
hierbij zijn krans naar een van de meisjes. Zo wordt de meigravin of
meikoningin van het jaar gekozen. Ook zijn er dansen bekend waarbij
linten worden verweven.
Men gelooft dat het planten van een meiboom leidt tot
vruchtbaarheid voor mensen, vee en akkers.
Bron: Wikipedia.

Omslag De Meiboom deel 1 – tweede leerjaar. Illustratie Frans Mandos
(1945).
De serie boekjes ‘De Meiboom’ bestaat uit 24 deeltjes voor de lagere
school en deeltje 25 bestemd voor het voortgezet onderwijs.
Onder redactie van Frater Sigebertus Rombouts komen vanaf 1947 de
boekjes op de markt. Omdat er tijdens de oorlogsjaren (’40 – ‘45)
wegens papierschaarste nauwelijks of geen nieuwe leesboekjes
aangeschaft kunnen worden voorziet de uitgave in een grote behoefte.

Frater Sigebertus Rombouts (1883-1962).
Achter in de meeste boekjes staan wenken voor de gebruikers vermeld.
De opzet van de serie is:
-
6 deeltjes (1 t/m 6) voor het tweede leerjaar van de lagere
school.
-
6 deeltjes (7 t/m 12) voor het derde leerjaar.
-
3 deeltjes (13 t/m 15) voor het vierde leerjaar.
-
3 deeltjes (16 t/m 18) voor het vijfde leerjaar.
-
3 deeltjes (19 t/m 21) voor het zesde leerjaar.
-
3 deeltjes (22 t/m 24) voor het zevende leerjaar.
De boekjes houden rekening met de tijd van het jaar. Wat de eerste
zes boekjes voor het tweede leerjaar betreft wordt geadviseerd
nummer 1 en 2 tussen september en kerstmis, nummer 3 en 4 tussen
kerstmis en Pasen en de nummers 5 en 6 daarna te behandelen. Idem
voor de volgende leerjaren.

De Meiboom 1, blz. 5.
De eerste bijdrage van de serie.
Rechts onder bij de tekening een paraaf: fm 44. Frans Mandos 1944.
Uit de verantwoording van de deeltjes blijkt dat het doel van het
leesonderwijs wordt geplaatst in het perspectief van
cultuuroverdracht. Alleen van het kind uitgaan is niet voldoende.
Het kind moet in contact worden gebracht met ons erfgoed.
We laten Frater Sigebertus Rombouts aan het woord:

Fragmenten uit de verantwoording. De Meiboom 1, blz. 3 en 4.
Frater Sigebertus stelt dus nadrukkelijk dat het leesboekje moet
opvoeden in de ruimste zin. Het kind moet er in alle opzichten beter
en rijker van worden: verstandelijk, zedelijk, godsdienstig en
esthetisch. Duidelijk stralen de boekjes de katholieke
levensbeschouwing uit.
Een monotone, wat weinig interessante serie verwacht je dan
misschien. Het tegendeel is waar. De inhoud is gevarieerd en loopt
synchroon met de seizoenen, tradities en de feesten van het
kerkelijk jaar. Versjes, verhaaltjes, sprookjes, toneelstukjes,
gesprekjes, kortom afwisselend van samenstelling.
Gerenommeerde tekenaars, illustrators zoals Frans Mandos en zijn
broer Kees, Antoon Heijn, Simon Rutte en Piet Broos worden bij het
samenstellen van de serie betrokken.
Een korte greep uit hun bijdragen.

De Meiboom 2. Illustraties Kees Mandos (KM).

De Meiboom 2. Fragment sinterklaasverhaal. Illustratie Frans Mandos.

De Meiboom 2. Illustratie Frans Mandos.

De Meiboom 4. Illustraties Antoon Heijn.

De Meiboom 4. Illustraties Antoon Heijn.

De Meiboom 17. Illustratie Simon Rutte.

De Meiboom 24. Illustratie Piet Broos.
Bronnen.
Fr.S.Rombouts en anderen, De Meiboom, leesstof voor de lagere
school deel 1 t/m 24,
Tilburg, 1947-1951 (Uitgave van het R.K. Jongensweeshuis
Tilburg).
Caesarius Mommers & Ger Janssen, Zwijsen een passie voor uitgeven,
Tilburg, 1997
(Uitgeverij Zwijsen B.V.).
J.L. de Jager, Volksgebruiken in Nederland,
Utrecht-Antwerpen, 1981.
J.L. de Jager, Rituelen. Nieuwe en oude gebruiken in Nederland,
Utrecht, 2001.
|