INHOUD DODENAKKER
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
SPECIAAL

DDe teksten op deze pagina's zijn voor het overgrote deel ontleend aan 'Waar Ligt Poot? - Over de dood en de laatste rustplaats van Nederlandse en Vlaamse schrijvers', van Hans Heesen, Herry Jansen, en Ed Schilders; uitgeverij De Prom, Baarn, 1997.



Joachim George le Sage ten Broek (geboren maandag 27 november 1775 in Groningen) overleed op zondag 11 juli 1847, waarschijnlijk aan een herseninfarct, in zijn woonplaats Grave, alwaar hij op 13 juli na een dienst in de parochiekerk van de heilige Elisabeth op de Gemeentelijke Begraafplaats werd begraven (Grave had geen speciaal katholiek kerkhof). Le Sage ten Broek was als schrijver-publicist en uitgever van groot belang voor de katholieke emancipatie in de eerste helft van de negentiende eeuw. Zijn literaire arbeid stond in dienst van de geloofsverdediging. In 1818 richtte hij het tijdschrift De godsdienstvriend op, dat tot 1869 bleef bestaan, en dat beschouwd wordt als het eerste katholieke tijdschrift van Nederland. Aan deze voortreffelijke daad ontleent Le Sage ten Broek de bijnaam 'Vader van de rooms katholieke pers'. Ten Broek is een van de weinige Nederlandse schrijvers geweest die om hun activiteiten gevangen gezet zijn. Op 23 augustus 1827 werd hij gearresteerd op beschuldiging van publicatie in zijn tijdschrift van artikelen die gevaarlijk werden geacht voor de openbare rust en orde. Hij werd geïnterneerd in de Gevangenenpoort in Den Haag, en werd drie maanden later, na een verzoek om gratie, vrijgelaten. Zijn gezondheid was door de gevangenschap gebroken, en binnen korte tijd was hij volslagen blind. Hij vestigde zich in 1830 in Grave, van waaruit hij zijn werk voortzette met behulp van een secretaris. Op zondagavond 11 juli 1847 wilde hij zich om kwart voor zeven van zijn studeerkamer naar beneden begeven maar werd door een 'hersenberoerte' getroffen, en viel van de trap. De Kock: 'Behoedzaam werd de bewustelooze grijsaard opgenomen en te bed gelegd. Men zag: het einde was daar. De ijlings ontboden heer Kapelaan kon hem nog slechts het H. Oliesel toedienen. Hij die zooveel jaren het aardsche licht ontbeerd had, steeg nu het Eeuwig Licht tegemoet.' Het is nooit duidelijk geworden wat nu precies de doodsoorzaak geweest is. Werd de val veroorzaakt door een herseninfarct, of was de val zelf, waarbij zijn voorhoofd verbrijzeld werd, de enige oorzaak?

Ten Broek had zijn eigen grafgedicht geschreven, een vrije vertaling van een viertal regels van de vermaarde Franse bekeerling en militant schrijver Louis Veuillot:

'k Verlang geen kostbaar praalgesteente,

Geen ijd'le lofspraak op mijn graf,

Maar 't kruis alleen, dat me in dit leven

De hoop op beter leven gaf.

Dat eenvoudige houten kruis kwam er inderdaad, maar toen het vergaan was, werd in 1885 een commissie opgericht die de beeldhouwer Leeuw uit Nijmegen een hardstenen monument liet vervaardigen, met aan de voorzijde de buste van de schrijver.

Ten Broek is waarschijnlijk de enige Nederlandse schrijver voor wie een necrologie werd geschreven door een Nederlandse bisschop, en wel door monseigneur Van Vree in 1847; waaruit de woorden: 'Laat ons dan op de doodkist van den verscheiden Le Sage het besluit hernieuwen om eensgezind, en uit al onze krachten, voor waarheid, regt en vrijheid te strijden [...] met de wapenen des geestes, door middel van woord en pers.'