‘Ik
hoef er mar mee m’n pèt nòr te zwaaie…’
Hoofddeksels
in het werk van Cees Robben (met 9
afbeeldingen)
Ed
Schilders (met een poëtische bijdrage van Piet van Beers)
Er
was eens een tijd waarin mannen en vrouwen, en vaak ook kinderen,
hoofddeksels droegen. Blootshoofds de straat op, dat deed je niet, en
bij speciale gelegenheden paste een speciaal hoofddeksel: minimaal de
zondagse pet, maar nog liever een hoed, en voor de dames een deugdelijk
en kuis hoedje.
Die
tijd van de bedekte hoofden is in het werk van Cees Robben nooit
voorbijgegaan. Natuurlijk draagt niet elke persoon die hij tekende een
hoofddeksel, maar de petten en hoeden geven karakter aan zijn personen,
en prenten waarop geen hoofddeksel te zien is, zijn beduidend in de
minderheid. Bovendien kon Robben zich, met name bij de dameshoeden, als
tekenaar flink uitleven, en verhoogde de hoed het humoristische karakter
van de prent of de figuren.
KLIK HIER als u een collage wilt
zien van hoeden, petten, en hoedjes uit het werk van Cees Robben. Deze
collage werd, net als onderstaand essay, gemaakt om de 1000e Prent van
de Week te vieren op CuBra, in juni 2003. Bij die gelegenheid schreef
Piet van Beers het volgende gedicht:
Ik
hasse al jaore, de buukskes van Ceese.
De
prènt in ´t zilver èn vur Robbe 'n 10.
Mar,
ik gaose nie iederen dag ligge leeze
want
ze zèn naa vort daogeleks op "Cubra" te zien.
We
zèn naa al wir òn ´t duuzendste prèntje.
Tis
nèt of´t nog nôot nie wèg is gewist.
Èn
om dè wir èlken dag "tot oe" te neeme,
dè
is èn dè blèèft toch steeds wir ´n fist.
Hij
wit z´n persoone ok hêel goed te kleeje
Den
êene ´n huudje èn den aandere 'n pèt.
'n
Krabbeltje boove èn ´n stripke beneeje
èn
´n möpke dè wier der dan ondergezèt.
We
moete "Ons Lieven Hirke" hèel veul bedaanke
dèttie
ons diejen Braabantse kunstenèèr gaaf.
Ik
zèè op z´n gaove sjeloers (èn dè mèèn ik):
Vur
Robbe daor neem ik me'nen hoed diep vur aaf.
Laten
we beginnen met enige statistische gegevens om de dekseldichtheid aan te
tonen.
Op
de 1000 prenten die tussen 1 november 2000 en 1 november 2003 op CuBra verschenen zijn, waren 1390 ‘gewone hoofddeksels’ te zien.
De
verdeling is als volgt:
Mannen
met een hoed op |
298 |
Mannen
met een pet op |
618 |
Vrouwen
met een hoed op |
396 |
Jongens
met een pet of hoedje op |
72 |
Meisjes
met een hoedje |
6 |
Totaal
hoofddeksels |
1390 |
Uiteraard
komen daarbij meerdere hoofddeksels per prent voor. Het record is een
prent met een stoet van maar liefst 18 lijkbidders ofwel ‘kraaien’,
wier hoeden het grootste deel van de prent vullen:

Robben streefde daarnaast blijkbaar voortdurend naar variatie. Zo is het
duidelijk dat hij liefst, als er twee mannen en een vrouw op een prent
voorkomen, een dameshoed, een herenhoed, en een pet tekende. Slechts een
enkele keer duidt het verschil tussen pet en hoed ook op een verschil
in stand.
In
deze enorme hoeden- en pettenwinkel zit enorm veel variatie, maar Robben
tekende in al die prenten ook nog een groot scala aan minder dagelijkse
bedekkingen. Ook daarvan een schema:
Figuur |
Hoofddeksel |
aantal
prenten |
Aanspreker |
hoge
zije |
1 |
Badgast |
zakdoek |
2 |
Boogschutters |
uniformpet |
1 |
Boswachter |
uniformhoed |
1 |
Brandweer |
helm |
1 |
Bruidegom |
hoge
zije |
2 |
Buschauffeur |
uniformpet |
1 |
Conducteur |
uniformpet |
1 |
Driekoningen |
kroontjes
of tulband |
3 |
Frater |
fratersmuts |
2 |
Harmonie |
uniformpet |
2 |
Jager |
jagershoed |
2 |
Melkboer |
mutskap |
1 |
Meteropnemer
G.E.B. |
uniformpet |
1 |
Meteropnemer
waterleiding |
uniformpet |
1 |
Missionaris |
tropenhelm |
1 |
Nonnen |
kap |
15 |
Pastoor |
pastoorshoed |
7 |
Pastoor |
kalotje |
1 |
Pater
kapucijn |
kalotje |
2 |
Politie-agent |
uniformpet |
7 |
Politie-agente |
uniformhoedje |
1 |
Professoren |
academische
versierselen |
2 |
Rechter |
muts |
1 |
Sinterklaas |
mijter |
2 |
Slager |
mutsje |
2 |
Soldaat |
huzarenmuts |
1 |
Taxichauffeur |
uniformpet |
1 |
Uitvaartdragers |
hoge
zije |
5 |
Verpleegkundige |
kapje |
7 |
Wielrenner |
petje |
1 |
Verder
zag ik een prent waarop twee hoeden afwaaien door de harde wind, een
winterse prent waarop de hoed van een wandelaar getroffen wordt door een
sneeuwbal, een vrouw die een kleine bijdrage in de hoed van een bedelaar
doet (met de woorden: ‘Komde wir wè te kort… klaplôoper…’), en
een prent over een dierenruilbeurs, georganiseerd door de fraters,
waarop Robben een aapje met een hoedje tekende.
Hoewel
we Robben zelf kennen met zijn onafscheidelijke pet, tekende hij
zichzelf met een keurig hoedje op de prent die op 21 mei 2003 op CuBra
stond. Dit is de prent waarop hij zijn ‘ontslag’ als tekenaar van
het Kerknieuws tekende: hij krijgt een trap onder zijn kont, het hoedje
vliegt van zijn hoofd.

Zelfs
op de foto’s die ingelijst aan de muur hangen, zien we de mensen soms
hoofddeksels dragen. Interessant
is ook om te zien dat de figuren van Robben hun hoofd bedekt houden waar
wij dat tegenwoordig niet meer zouden verwachten. Soms lijkt die
gewoonte te behoren tot de sociale regels, dan weer lijkt het erop te
duiden dat de man als het ware vergroeid is met zijn hoofddeksel.
Het
eerste – de sociale traditie – zien we als mensen bij elkaar op de
thee gaan. Blijkbaar houdt de bezoekende partij dan het hoofd bedekt.
Een voorbeeld van beide (portret aan de muur en theekransje) is deze
prent:

De
vergroeiing met de pet gaat heel ver. Opvallend is dat er drie prenten
zijn waarop de man met zijn pet op de afwas doet, waaronder de volgende,
die op 28 juli 2001 op CuBra getoond werd:

Ook
bij de dokter houdt de patiënt graag zijn hoed op terwijl hij
onderzocht wordt. Op de prent van 25 november 2002 houdt
de zieke thuis het bed, met pet op:

Maar
de vreemdste gewoonte is toch wel om de pet of de hoed op te houden
tijdens het zwemmen of zonnebaden. Dit zien we op een vijftal prenten.
Zelfs als de dame en de heer in een geheel overdekte rieten strandstoel
zitten, houden ze de hoeden op. De prent van 15 oktober 2002 toont zelfs
een man die met zijn pet op in zee zwemt:

Twee
van de duizend prenten gaan specifiek over een hoofddeksel, en wel de
uitbundige dameshoed die Robben zo vaak getekend heeft. De eerste
verscheen op CuBra op 27 februari 2001:

De
andere op 19 maart 2002:

Mijn
favoriete pet-prent is echter toch de volgende:

|