INHOUD KOOIJMAN
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
SPECIAAL


Print deze Pagina

Cees Kooijman
Vakantieverhalen


Pech onderweg

 

Het was eind jaren zeventig, dat ik na vijf keer voor het rijbewijs te zijn gezakt,

eindelijk het felbegeerde roze papiertje op zak kreeg.

Een half jaar voor ik het rijbewijs behaalde, had ik 地 gifgroene DAF 66 aangeschaft.

Wanneer je in die tijd autobezitter was, en nog geen rijbewijs had, mocht je voertuig

worden uitgerust met dubbele bediening en 地 zogenaamde dodemansknop.

Met 地 ervaren autorijder mocht je dan de weg op.

Bij dreigend gevaar als gevolg van klunzigheid van de leerling-automobilist, kon de bijzitter

de motor uitschakelen met de zogenaamde dodemansknop.

De vakantie was aangebroken, en zo gingen we met de DAF 66 via allerlei binnen-

weggetjes op weg naar Bretagne, dat we na vier dagen bereikten.

Met elke dag regen, twee vervelende tieners, en 地 Rapido-caravan, die alleen bij mooi weer ingeklapt kon worden, hadden we het na vijf dagen wel gezien.

Zondag was bij uitstek 地 dag om weer te vertrekken.

Rond het middaguur was alles ingepakt, de caravan achter de auto gehaakt, en de tieners

losgeweekt van de hangplek. We konden vertrekken. Niet dus.

De motor zo dood als 地 pier, geen zuchtje geen rateltje, niets.

Wat moet je dan op zo地 zondagnamiddag in het binnenland van Bretagne, met de dichtst-

bijzijnde garage op zestig kilometer afstand?

Na een half uur bellen werd er eindelijk opgenomen bij de garage en ik legde het probleem

uit.

De garagist begreep er niets van, maar dat kon aan mijn Frans liggen.

Tegen vijven zou hij proberen langs te komen. "Het is immers zondag monsieur".

Tegen vieren kwam hij opdraven.

Samen keken we onder de motorkap, en probeerden keer op keer de motor te starten.

Geen sjoege, de motor bleef morsdood.

Opeens zag ik de monteur achter z地 oren krabben, hij mompelde iets dat leek op "fil vert".

Verstond ik het wel goed? "Fil vert". Dat was waar ook, die groene draad liep naar de dodemansknop en die was ingedrukt! Dat was zeker bij het inladen gebeurd.

Nu moest ik mijn gezicht nog zien te redden. Zo onopvallend mogelijk drentelde ik van de motorkap naar het dashbord. Stiekem trok ik de knop uit en startte de motor.

Hij liep meteen als 地 naaimachientje.

Met 地 dikke fooi en hoog de hemel ingeprezen, verliet de monteur hoofdschuddend de camping.

Na vijf dagen bereikten we Nederland waar het plensde van de regen.