INHOUD KOOIJMAN
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
SPECIAAL


E駭 dag uit het jaar 1943

 

Aan het Oostfront werd heftig gevochten. Stalingrad was gevallen. De Duitse

oorlogsmachine begon te haperen.

De bombardementen op Duitsland namen almaar toe. Het gebrom van de

overvliegende Engelse en Amerikaanse bommenwerpers werd steeds heftiger.

Overdag waren er de dagelijkse vertrouwde geluiden van

de overkomende vliegtuigen, 壮 nachts de Duitse zoeklichten die

door de lucht priemden en probeerden 地 vliegtuig in hun licht te

vangen en vervolgens neer te schieten.

Dat licht hield je uit de slaap en daarmee konden wij kinderen ook

in de avond niet ontsnappen aan de realiteit van de oorlog.

Het meest angstig en traumatisch waren de luchtgevechten die

zich overdag, heel dichtbij boven onze hoofden afspeelden.

Steeds de angst dat het brandende wrak op ons huis terecht zou komen.

De jagers vlogen onder en boven elkaar, totdat er een in de brand werd

geschoten en als 地 fladderende aangeschoten vogel naar beneden kwam.

Steeds sneller en sneller, totdat de brandende fakkel achter de huizen

verdween.

Jaren later werd je er nog angstig wakker van, zo地 indruk maakte dat

op ons kinderen van acht, negen jaar.

De oorlogssituatie werd almaar gevaarlijker, en vrij snel daarna moesten

we steeds de kelder onder ons huis in.

Echte schuilkelders waren er niet bij ons in de buurt.

Gaf de sirene het sein veilig, dan kropen we weer uit de kelder.

In die tijd moesten we ook alle ruiten met plakband gaan beplakken.

Dat was verplicht en het werd ook gecontroleerd. Dat plakband was nodig

om te voorkomen dat het glas van de ruiten in vele scherven zou breken.

Wanneer 地 wrak was neergestort werd de omgeving door de bezetter

afgezet, en mocht niemand in de buurt komen.

Toch waren er weer slimmeriken bij, die dit wel lukten.

Onder ons jongens bestond 地 levendige handel in vliegtuigglas

Vaak dwarrelden er zilverpapier en andere stukjes zwart papier naar

beneden.

Dit vonden wij heel spannend. Elke keer hoopten wij dat er wat tekst

op de papiertjes stond.

Pas veel later begrepen we dat het dwarrelende zilverpapier de functie had

om de Duitse radar te ontregelen.

Op 地 dag ging alles weer eens helemaal mis! Mijn moeder had 稚 niet meer!

Allereerst was er die grote viermotorige Engelse bommenwerper die met

brandende motoren gewoon door bleef vliegen. Mijn vader was alweer enige

dagen "zoek" was vanwege dreigende razzia痴.

 

 

Later bleek dat hij zich al diverse keren in de kluis van het gemeentehuis

van Zuilen had laten opsluiten vanwege dit dreigende gevaar.

Alleen de secretaresse had de sleutel van die kluis.

En dan was er nog groenteboer Broekman aan de Amsterdamse Straatweg,

waar die dag geen aardappel of stukje groente meer te verkrijgen was.

Daar had ik dan alweer 地 uur of wat met mijn lege tas in de rij gestaan, en

alweer diverse ruzies meegemaakt, wie nu nummer een was.

Puck Vermey stond bekend als 地 echte voordringer, en werd daardoor nog wel

eens flink afgerost. Net goed, want hij was net iets te sterk voor ons jongens.

Van een van de dochters van groenteboer Broekman kreeg ik vaak 地 pondje

meer aardappelen.

Ik weet nog steeds niet of het kwam omdat ze zo scheel keek en niet goed op

de weegschaal kon kijken, of dat ze me wel aardig vond.

Weer werd ik weggestuurd om taptemelk te halen bij melkboer van Engelen

op de hoek van de St.Josephlaan en de Geraniumstraat.

Hij was altijd heel aardig maar toch 地 echte stiekemerd.

Mijn moeder verdacht hem er sterk van dat hij nog extra water bij de taptemelk

deed, maar bewijzen kon ze niks.

Die bewuste dag eindigde toch weer goed, want tante Marie, 地 iets oudere zus

van mijn moeder, bracht iets eetbaars voor ons allemaal mee, en inmiddels

wist mijn moeder waar mijn vader uithing.

Zo kwam 地 dag uit het jaar 1943 toch weer op zijn pootjes terecht.