Piet
Schellekens
|
||||||||||||||||||||
Klimop
is een intrigerende plant.
Klimop
(Hedera Helix), behoort tot de familie van de Araliaceae, de
ginsengfamilie. De
Araliaceae bestaan merendeels uit heesters
en bomen en
in mindere mate uit kruidachtige
planten. De
familie is grotendeels tropisch
met enkele vertegenwoordigers in de gematigde streken. De
wortels van
het geslacht ginseng
(Panax) worden gebruikt in de kruidengeneeskunde, met name in de
traditionele Chinese geneeskunde. Hedera (Gr.) betekent koord, omklemmen, Helix (Gr.), betekent spiraal. Klimop is
een groenblijvende houtige plant
die groeit op een vochtige, voedselrijke bodem langs muren en tegen bomen
waaraan de plant zich met korte luchtwortels
vastklampt. Het is een in de gematigde streken groeiende liaan
en kan wel tot De klimop in onze streken lijkt veel op de Atlantische klimop (Hedera hibernica).
.
In Nederland komen alleen de klimop (Hedera helix) en de gewone waternavel (Hydrocotyle vulgaris) voor (zie afbeelding). Enige gelijkenis is wel zichtbaar. ..
Gezonde en sterke bomen lijden niet onder begroeiing met klimop. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, geldt dit zeker ook voor de hedendaagse gebouwen met een stevig en dicht voegwerk. Alleen oude muren met poreuze voegen kunnen op de langere duur schade ondervinden van binnendringende en uitzettende wortels.
Uit
de houtige wortelstok van de klimop stijgen ronde, vertakte stengels omhoog
waaraan verspreid staande leerachtige bladeren zitten die winterhard zijn. Deze
donkergroene, van boven glanzende bladeren hebben aan de onderzijde lichtere
nerven. Er
is iets bijzonders aan de hand met deze klimopblaadjes. Aan een
en dezelfde plant zijn namelijk twee verschillende bladvormen zichtbaar. Uit
de niet bloeiende takken ontstaan de bekende 3- tot 5-lobbige blaadjes,
terwijl aan de bloeiende takken juist ovaalvormige blaadjes groeien. Bij
oudere planten kunnen deze bloeiende takken gestekt worden. Er ontstaan dan
planten welke geen klimvermogen meer hebben. Deze vorm wordt in siertuinen
gebruikt voor de zogenaamde bolvormige klimop. Alleen
de uiteinden van de ronde bladeren dragen schermen van onopvallend geelgroene
bloemen. Deze bloemen
staan trosvormig
gerangschikt, zijn klein, tweeslachtig, regelmatig en 5-tandig. Klimop
bloeit in de herfst
van september tot december en verspreidt een eigenaardige geur. Deze geur
heeft een sterke aantrekkingskracht op wespen, zweefvliegen, vlinders en
andere vliegende insecten. In
het najaar is het dan ook een
drukte en gezoem van belang bij de klimop. Bloeiende klimop is voor vele insecten
een rijke bron van nectar
en stuifmeel,
omdat er dan weinig andere planten bloeien. In
de late herfst verschijnen de enigszins giftige blauwzwarte bessen die pas in
de lente rijp zijn. De merels en bloemisten zijn er gek op.
.
De
grillige stengels zijn bij oudere planten vaak bedekt met ontelbare
luchtwortels. Deze stengels kunnen uitgroeien tot harige vuistdikke stammen
die de gastheer stevig omstrengelen.
.
.
Eik en Klimop hebben blijkbaar een krachtig verbond met elkaar gesloten. Het is opvallend vaak een eik die door de klimop wordt omstrengeld. De klimop is vrouwelijk van aard, de eik daarentegen is mannelijk en staat onder invloed van de planeet Mars. Maar of het daarmee te maken heeft .
..
Als
klimop zijn gang mag gaan dekt hij langzaam en gestaag het verleden toe met
een zachte groene deken. Samen met de tijd en de oerelementen verkruimelt
klimop de harde en versteende geschiedenis en bouwt daarop een oerwoud van
nieuw bruisend leven. Vogels, dieren en insecten vinden er veilige schuil- en
nestplaatsen, mensen vertoeven er met hun geliefden en kinderen spelen er
verstoppertje.
Klimop draagt het raadsel van geboren worden en sterven in zich. In de Oudheid was de altijd groenblijvende klimop een zinnebeeld van onsterfelijkheid en eeuwig leven. Het klimopmotief komt terug op vroegchristelijke sarcofagen en catacomben en omdat klimop de herinnering vasthoudt wordt het tot op de dag van vandaag nog steeds als grafbeplanting gebruikt en vaak afgebeeld op grafstenen.
Bij de oude Grieken was klimop geliefd door Zeus. Zijn priesters moesten de wijnstok mijden en de klimop aanraken zodat ze zich konden overgeven aan voorspellingen. De wingerd en klimop werden gezien als elkaars tegenpolen, de wijn maakt dronken en de klimop behoedt de mens daarvoor. In deze tijd vlocht men kransen van klimop die om het hoofd werden gedrapeerd, ze zouden werken als middel tegen dronkenschap.
Voor de achtergronden van de klimop heb ik in
bovenstaand stuk letterlijke passages overgenomen uit de beschrijving van
deze soort op Wikipedia.
|