Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

Wortels

 

Onze buurman heeft een tuin naar voorbeeld van een beroemde Engelse tuinarchitect uit achttienhonderd en nog wat, let wel zo’n 5 ha groot.

Een strak gazon omzoomt zijn huis en allerlei speciale boomsoorten zijn gegroepeerd in bepaalde ‘authentieke’ vormen.

Wij van de boerderij een eindje verderop, horen hem regelmatig op zijn tuintractor het gras maaien. Een tuinman neemt dit werk over als hij in het buitenland vertoeft en ik controleer zijn terrein dan wel eens op onverlaten.

Alle locale konijnen lijken een voorkeur voor Engelse wortels te hebben.

En dan heb ik het niet over wortels in de jarenlang verwaarloosde moestuin daar. Nee, die lokt niet echt met het hoge en diepe hekje er omheen. Onze langorige localo’s hebben het voorzien op de talloze struiken en vinden zo’n gazon helemaal het einde! Je zou er in principe makkelijk een wedstrijdje cricket op kunnen spelen, mits de spelregels worden aangepast aan de konijnenvoorkeur.

En die wisselt nogal eens.

Zij graven en knabbelen de struiken naar oeroude Brabantse vormen en putten het gazon naar een golfcourse met onbeperkte mogelijkheden

 

.

Golfen met keutels

 

Deze Juffert heeft inmiddels een konijnvrije voortuin met een eigen geschiedenis en het verder omliggend groen valt alleen met een bosmaaier te fatsoeneren.

Handwerk dus, tja onderscheid moet er wezen.

In den beginne "slachtte" ik de metershoge brandnetels eigenhandig want dat oogt zo onverzorgd voor het keukenraam.

Mijn eerste pogingen om wat kleurige curiosa aan te brengen begon in een verleden herfst. Vijftig heideplantjes in maar liefst zes kleuren, werden na noeste arbeid op speciaal aangebrachte zure grond gezet.

Helaas verdwenen ze dezelfde nacht nog allemaal zonder clementie in de konijnenmaag.

 

Het heide-konijn.

 

Nou dan kijkt een Juffert echt wel sip en zuur de volgende morgen.

Echter: niet lang getreurd, dat past een Juffert niet, we gaan door voor de konijnvrije plant. Da’s ook een hele wetenschap, met authentieke wortels in Verweggistan. En natuurlijk lukt dat geweldig wanneer je met een Franse slag tuiniert. Op zoek naar overleveraars leerde ik zo veel soorten planten onderscheiden waar de rabbits geen hol aan vinden en hun neus voor optrekken.

Eén blijvend nadeel deed mijn plan echter de das om. Ik kwam er te laat achter dat het meeste konijnvrij groen ‘woekert’ en lak heeft aan bedoelde vormen. Mijn enige papavertje verzandde al snel in binnenpadse dovennetels van allerlei kleuren.

 

Enig papavertje

 

Mijn volgende tuininzet werd dan ook gestoeld op een belangrijk kenmerk van de Japanse stijl: de kunst van het weglaten.

Jawel: een juffert die daarvoor de zeis leert hanteren is een verhaal apart. Het schrappen van veel overtollig groen lukte tot de zeis bot werd en de aparte techniek van ‘het’ slijpen zich niet liet overslaan.

Dat dit noodzakelijke scherpen ‘onder de knieën gebeurt’ allez à-lá.

Maar het ‘wetten’ werkelijk ook onder de knieën krijgen, valt alleen goed uit als je beschikt over veel boerengeduld. En hier winnen dan toch mijn stadse wortels weer: die van het gemak en de bereikbaarheid.

Blijkt die stomme bosmaaier meer kapot dan heel te wezen en techniek uit een draadje maakt het probleem voor een juffert nog weer groter. We passen dus voor een specifieke allochtone tuin en willen liever in alle toonaarden.

 

Wikken en wegen.

 

Een andere tuinstijl moet dus zonder al teveel peentjes zweten voldoen in Juffertdom. Alles mag groeien waar het zin in heeft, behalve kweekgras en zijn ellenlange ruinerende tentakels. Zevenblad gaat maar fijn de rol van sla spelen en brandnetels verdwijnen in de soep. Klaar!? Boerennuttigheid valt wel na te apen, maar volhouden past minder goed in het culinair keurslijf van dit graag afwisselend Jufke.

En hoe houd ik ondertussen mijn petieterig zaaigoed levend tussen Bosse kanjers?

 

Kaardenbollen.

 

De oplossing zou wel eens kunnen wortelen in een multi-culturele herkomst. En als vrouw-in-de-leer mag ik daar best proberen een etiket op te plakken. Een plaatje dat verder gaat dan dáár is de moestuin en de rest is bij de konijnen-af geprobeerd en doet het leuk, zie je die ‘Knikkende Adriaan’?

Nou wil het geval dat we behalve tig paarden inmiddels ook vier honden hebben. Paardenpoep vèrs, zou met z’n ammoniak het onkruid direct doen verkassen, dus hiervan heb ik voor de vorm wat paden gemaakt.

De honden geven ons sowieso een abonnement op het wegblijven van onverlaten. Zij het dat deze dieren geen jagers zijn, bij uitzondering hoogstens op-jagers, maar daar heeft een konijn op zijn beurt nou weer geen kaas van gegeten.

Goed, ‘het’ tuiniert en de konijnen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Misschien geluk bij een ongeluk door de verschrikkelijke ziekten die de bunnybeestjes al jaren parten spelen?

De tuin laat zich inmiddels wel een klein beetje stads voegen en doet ondertussen ook nog exotisch zijn best.

 

Oké, deze Juffert-in-het-Groen ziet kansen en zaait haar naamgenoot.

Jazeker: het komt op en floreert uitbundig als zomer-bloeier.

 

Juffertje-in-het-Groen

 

De kweek voltrekt zich op de augustusplek in de moestuin. Op een stuk grond waar de eerste succesvolle groenten uit zijn, en waar de nieuwe wintervoorraad al opkomt. Onkruid wordt hier met regelmaat weggepunnikt. Een uitstekende plek voor mijn ultieme liefies: de Duizendschonen, Schijnpapavertjes, Stokrozen en zo. En yesss zeker ook: dè Juffertjes-in-het-Groen.

 

De augustusplek.

 

Vetgemest poot ik mijn beauty’s dan twee seizoenen erna elders om het huis en daar waar ik ze hebben wil.

Een soort jus tussen wat zelf zijn plan trekt.

 

Dit jaar torpedeer ik tot siertuin en ‘plezierpootplek’, een kleine twee vierkante meter, aan het keukenraam. Mooi dicht bij, zicht vanuit de keuken en op het terras. Konijn en kipvrij, dus mijn liefje wat wil je nog meer? Laat maar komen en vooral met veel en volle honneurs!

Blijk ik me in één ding toch weer ernstig vergist te hebben.

Een stekje van een Juffert lijkt namelijk sprekend op een pril mini worteltje. En de moestuin, waar meerdere mensen hun hart in ophalen, heeft dat onderscheid niet benoemd.

 

Twee vierkante meter

 

Nu groeien er dus wortels aan het terras en in de moestuin bloeien de Juffertjes tussen de groenten.

Dat bedoel ik. En er plaatjes op plakken?

Dan doen we hier echt wel ’een cottagetuin’. Een fameus historisch tuinrecept van nuttige groenten in afwisseling gecombineerd met oude boerenplanten. Alles groeit natuurlijk direct binnen boerenhandbereik en siert ook de stede met een speciaal cachet: "de cottage".

 

Ik had het kunnen weten: dat we toch weer ergens in Engeland uit zouden komen. En dat terwijl wandelaars vaak zeggen dat we hier als God in Frankrijk wonen. Op de achterkant van mijn zaaigoedzakje staat ook de Engelse naam voor juffertjes: Love-in-the-Mist.

 

Als het dan toch de bedoeling is dat mijn liefde de mist in gaat, dan kies ik gewoon voor een meer eigen soort Multi-Culti tuintoestand.

Eentje van: het toeval is groot en wat je toevalt is altijd weer beter?

 

Boeiende prei!