Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

Bio(logisch)

Wat hier in de zomer groeit, levert ook meteen de wintervoorraad aan voor de dieren. De natuur groeit inclusief.

Eerst floreert een enorm bloemenveld zo uitbundig voor al wat leeft en dan volgt na de herfstrijping, een heuse koelkast die bewaart en een winterlang door voorziet.


Een zomerse voorraadkamer


Vriesdrogen

Het verbaast je als Juffert. En ik kom toch nog netjes met een pindaketting aanzetten uit de supermarkt.
Ik mòet en zàl kennelijk zelf ook een rol hebben in de dierenvreugde, en zeker waar het tuinvogels aangaat.
Maak ik mezelf wijs dat de kooltjes er een gat voor in de lucht springen. Iets wat ik natuurlijk bevestigend weet te fotograferen, maar feitelijk spring ik zelf een gat in de lucht als fervent vogellokster.
Een Juffert denkt meer aan verwennen en ‘exclusiviteit’ in de natuur.


Een kool op de springplank(links)


Kuif ziet ‘t wel zitten

Inclusief denken valt niet meer mee als mens.
Alsof we er niet meer bij horen. Rara.
Maar niet getreurd, we zijn op zoek naar verbetering!
Die appel met dat plekje gaat niet meer in de vuilnisbak maar naar de buitendieren.
We kopen bij de bioboer: da’s zo duur dat je bijna nooit teveel koopt.
Consuminderen met kwaliteit, doet je opnieuw een stampot proeven zoals ie eigenlijk ooit bedoeld was. Ze streelt de tong!

Onze paardenbeesten eten in de zomer gras zonder varkensstront met koper, dus met veel verse kruiden ertussen. Fijne gewaarwording, ook volop voor andere dieren!


Iedereen mag mee eten


Klaprozen groeien niet van koper

Goed zorgen is je goed voelen! In de winter krijgen ze geen prefab brok (bix): omdat het geperste ellende van de wereldmarkt is. Afval is volume en dus klinkende munt. Nee, we houden het positief. Goed winterhooi is van een groot aantal zomergrassen met (on)kruiden. We voeren bij, met biologische granen van de pletterij.


Biologische granen zijn zonder pesticiden geteeld


Tarwe of haver, wie t weet mag t zeggen


Gerst


Biomelk mmmmmmmmmmmmmm.

En zo wordt de juffert langzaam wat wijzer. Al die verschillende granen vormen weliswaar nog steeds een héél verhaal in de juiste namen. Maar het onkruid is al zeer verdienstelijk in het leren kennen van nieuwe natuurfenomenen. Zo blijken brandnetels behalve voor de soep ook geneeskrachtig te zijn en de kraamkamer van een vlinder te wezen.
De zon legt er ‘gewoon’ een diamantje op wanneer die haar aanwijst.

De enige die de winter lang ongezien doorvreet, godverhoede, is de mot.
Er lijkt niet veel meer nodig te zijn dan een verse wollen trui.
Met kleurstof en al vreet ie de gaten erin.
Heb ik nou nooit leren stoppen…


Wat mot je?