Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman

Een experiment.


Zo eind april worden we geacht de vogels niet meer te voeren. Het zou niet langer ten goede komen aan het gebroed. Dat wil ik natuurlijk zonder meer aannemen, zij het dat ik m’n vriendjes dan wel zal missen aan het keukenraam. Met de winterse pinda’s, mezenbollen en strooivoer ben ik namelijk een vervent vogellokster geworden.
Maar ook in de vogelwereld gelden kennelijk speciale voorschriften om het nestgedrag gewoon zijn gangetje te laten gaan.
We hebben gelukkig elk jaar meer vogelhuisjes aangeschaft. Prachtig inderdaad, alleen jammer dat het wonder zich achter de deurtjes afspeelt. Toch blijft het geweldig om je te realiseren wat het pimpelmeesje allemaal fabriceert, met z’n bekje vol gevonden winterse paardenhaartjes om de eitjes lekker zacht te verwennen. Fantasie blijft een groot goed, en jawel een belofte is nog weer beter. Het is een ietwat egocentrisch genoegen om nog meer te willen zien.

Het idee is dan daar: we doen een experiment. De aanleiding daartoe is nog niet zo heel lang geleden geboren toen ik kennis heb gemaakt met Lodewijk.
Lodewijk is de koolmees van mijn hilversumse tante. “Lode” is zijn roepnaam en “Zode” zijn vriendinnetje. “Mode” en “Knode” zetten na de blijde verwachting de lijn der verwantschap en verwachtingen voort.
Zit ik in haar prachtige tuin thee te drinken, haalt mijn oom een schaaltje te voorschijn met wat -naar het schijnt- krioelende havermout.
“Lode” heeft  het eerder door dan ik natuurlijk en is direct daar. Hij vliegt eerst naar de stoel van mijn tante, dan naar het schaaltje en pikt er een dik beestje uit.
Mijn mond valt open van verbazing en gaat ook weer even snel dicht als ik in het schaaltje kijk. “Gadverdamme”, hoe krijgen jullie dat nou weer verzonnen?”
 “Lode” woont evenwel al jaren bij mijn familie en doet het goed op de extra meelwormen. Hij is verzot op mijn tante, en daar kan ik hem geen ongelijk in geven. Bij mij staan evenwel geen meelwormen op het menu, maar ik kan het wel proberen na te apen. Dacht ik, lijkt simpel, maar het heeft toch meer voeten in aarde om zoiets voor elkaar te krijgen. Van vogels aan je keukenraam naar vogeltjes op je tuinstoel blijkt een heel avontuur.

In de dierenwinkel van mijn honden vraag ik er terloops eens naar.
“Heeft u ook meelwormen..?” Daar moet ik echt drie keer extra voor ademhalen, het is niet anders. Zo’n bak vol friemelende maaien die je dan vervolgens ook nog onder je neus krijgt, gaat nog een graatje verder, vrees ik. Slik.
Als een echte uit de klei getrokken Nederlandse vraag ik toch stoer naar de prijs en die blijkt per ons meelworm te gaan. Dit, terwijl ik me ondertussen zenuwachtig afvraag hoe je zoiets in godsnaam moet vervoeren. Drijfzand, lijkt een betere optie voor mijn herkomst als Nederlandse. En hoewel de prijs eenderde is van wat er in het stadse Hilversum voor gevraagd wordt, maak ik me desalniettemin zonder de wormen gauw uit de voeten.

Een belletje naar mijn steun en toeverlaten levert geruststelling op. Ze kruipen heus niet uit een glazen pot. Meelwormen hebben honger en eten havermout. Op hun beurt stillen ze zelf weer de verwende honger van wilde vogeltjes. Gewoon in een glazen pot met havermout op de koelkast zetten en af en toe een schepje buiten.

Pfffffffffff. Oké, ik de wormen toch gehaald en rillend een schepje naar buiten. Na 10 minuten bewegen ze niet meer. Leuk zo voor vogels zorgen in je eigen belang. Mijn oom stelt me telefonisch weer gerust en meldt dat ik vooral de zon moet mijden in de keuze van de verwenplek.

Tja, dus een schaduwplekje gezocht. En wie komt daar aan en neemt een tevreden hap uit het schoteltje? Onze Snol, de kat: de zeer gestoorde kater die wel meer dingen door elkaar haalt.
Binnen 5 minuten is heel het bakje leeg. Tja, ik sta verwonderd toe te kijken: hier valt verder geen raad over te vragen. De plaatselijke biotoop en consorten bepalen toch het eindresultaat. Klinkklaar eiwit, dat zal het antwoord wezen, ik besluit mijn tante er maar niet langer over lastig te vallen. 
Einde experiment.


De Pimpel.


Staartmeesjes voeren.


Boomklever in actie.


Een heleboel kooltjes aan het raam.


De poes aan het peuzelen.

(Alle foto's : Anouk Reefman)