Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

Zwammen

Het heeft niet alléén voordelen hoor, een juffert die het vertikt om in ‘t Latijn de natuur te leren kennen. Een beetje boek gooit ze zo aan de kant zodra er potjeslatijn verschijnt. Nee, deze juffert heeft er niets mee. Dat van: “Kijk eens wat een mooie Petachoras Petoefelos Vennijnimos!” “Jeetje zeg, is ‘t een mannetje?”


Jawel, dè Petoefelos.

Ik zal ‘t wel ergens opgelopen hebben, deze taalantipathie. Het moeilijk doen waar het makkelijk kan. Zo komt het mij voor althans. Duur doen als een soort van onverdiend universitair trekje. Zijn er net kostbare begrippen aangeleerd en dan wordt voor ‘t gemak de moeilijkste stap vergeten. Die van het vertalen naar een maatschappelijke verstaanbaarheid. Latijnse termen en natuurbeleving zijn daarom onverenigbaar voor deze juffert. Ik weiger mijn hart in de koelkast te zetten. Voor de echte Latijn freaks een nadeel dus.

 

Tja, maar vergeet niet, dat snel veroordelen ook veel doet missen.
Zo weet ik van paddenstoelen nagenoeg niets. Het zal aan het slag naslagwerk liggen dus? Ja, èn aan de soort paddenstoelenmensen dat je ontmoet, kom ik achter.
Hebt u wel eens een mens ontmoet die de stoeltjes, zonder grijze wollen sokken, omschrijft als: ‘kinderen van het woud’? Ik ook niet hoor! Nieuwsgierigheid wordt wel gewekt en wat daarna blijkt: niet elk paddenstoelenboek is alleen maar Latijns geleuter op de vierkante centimeter.


en begint maar eens aan de bevolking per cm2.

Nee joh, in een goed boek staat een hoop meer, waar deze juffert zeker mee kan paddo-pionieren. Nederlandse namen, vormen en kleuren en fantasieën in het buitenbos. Even een dwarsstraat? Ehm, nou: “Verdrongen snottebellen, of opwellende bellen, blozende perziken, plissérokjes en bolletjes van de bakker.”


De bolletjes van de bakker.

Of: een tafeltje met diverse gerechten, een geflambeerde achtergrond, met poedersuiker bestoven stoeltjes, dan wel restjes pannenkoeken of bloemvormige shoarmabroodjes. Kijk, zo krijgen we er toch een hoop meer zin in. Het klinkt nog lekker ook. Kom het eens tegen in de kookboeken? Of leer verder dan ‘het eetbare’ aan paddenstoelen.


Bloemvormige shoarma broodjes.

Zie de natuur en ontdek jezelf. Een Juffert gooit paddenstoelen tussen eetbaarheid en viezigheid. Want ja, tenslotte is niet alles zomaar een champignon. ‘Eetbaarheid’ komt trouwens ook niet ineens uit de lucht vallen. Ooit is het toch als doeltreffende kennis ervaren en overgedragen voor het overleven als groep.


Eetbare stoeltjes.

De meeste paddenstoelen nu, helaas, zijn giftig en talrijk òf zeldzaam en eetbaar. Maar ze hebben zoôô’n mooie Nederlandse namen.
Ik ga er voor. Zouden ze hier ook groeien? De bloemkoolzwam, de blozende ridderzwam, een blauwe melkbekerzwam, de geurende gordijnzwam, de honingzwam, het hazenpootje, de aardster of de hertentruffel.


hoe dan ook: flambé .

Ik neem maar even èrnstig een nieuw abonnement op de paddenstoel: zwammen. Moet lukken voor een juffert.