Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

Huisvlijt

 

Jawel, een dikke twintig rollen keukenpapier verder en onze pupkes zijn allemaal elders onderdak. Mijn plagiaat in de krantenadvertentie heeft de jongste ook nog over de drempel geholpen.
Meeliften op kijkcijfers wil wel eens succesvol zijn, had ik me weinig origineel bedacht. ‘Pup zoekt boer’ in de huisdierenrubriek zal het meeste kaf van het koren scheiden? Dezelfde dag nog werden we getrakteerd op een ferme boer met buitenboel en beesten. Onze jongste telg woont nu ook op een boerderij. Hè hè, pfffff.
En dan nu wat tijd om de vloeren eens flink na te boenen met groene zeep. Vijf minikoetjes hebben nu eenmaal niet alleen behoefte aan vreselijk blij zijn met zichzelf en dat laat sporen na.


Een poepende pup BUITEN.

Sta ik ijverig een poetspoging te ondernemen, zie ik natuurlijk alleen maar méér werk. Voor het keukenraam neust een kooltje in één van de vogelhuisjes. Het vogelvoer van de vorige winter staat zijn bloeibest nog te doen, de herfst is maar nauwelijks begonnen en je wordt al attent gemaakt op het komende broedseizoen?

 
Bloeiend vogelvoer.

Dat wordt dan kiezen juffert! En daar ben ik toevallig vrij snel in.
Het weer is groots vandaag. Ik zal eerst maar eens de hokjesgeest van onze vogels bevorderen. Het zijn wel zeker tien huisjes, de meesten ook niet ‘even’ om aan te pakken. Ze hangen privacystimulerend en poesvrij hoog. Hop, even mijn Margo optrommelen, dè vrouw zonder hoogtevrees. Een taakverdeling is zo gemaakt: zij klimt omhoog en schroeft los, ik glim beneden en bewonder vervolgens het vogelvakwerk.
Ja, ja, deze dame weet hoe het hoort!


Mar.

We kiezen drie vogelhuisjes aan de voorkant van het huis.
Als een klunzige inbreker peuter ik de geniale sluiting open van het eerste deurtje. De maker van dit onderdak, een gewezen boomkunstenaar, staat voor iets. Ik klungel de creatieve draaideur open en tref een verlaten kinderkamer aan.
Met liefde is een dikke laag mosjes aangebracht (vocht?) op een plakkend zanderige bodem en daar bovenop de wieg.


Onze eigen huisvlijt van luchtende hondendekens uit het raam, heeft het ouderpaar geïnspireerd! Met talloze hondenharen èn de wollenpluis van de blauwe dierendeken hebben ze een warm welkom gemaakt voor hun kleintjes! Ik vind dat zo ijverig en lief hè, word je toch zelf helemaal warm van! Zonde om zulk vakwerk schoon te maken, maar er wachten nog meer huisjes, aan de slag dus.


Het volgende hokje, eentje van de vogelbescherming, heeft een dubbele dienst gedraaid. Een nest met een nest er op. De laatste keer is het wat minder succesvol verlopen, want we vinden drie petieterige eitjes en een dood vogelkuikentje (hoe noem je zo’n inboorling eigenlijk?).


Eitjes, veertjes en veel werk voor...

Ik volg de huisvlijt nu toch een stuk minder nieuwsgierig. Het derde hokje herbergt veel hooi, een familie oorwurm en een heleboel dikke vette spinnennesten. Getverderrie, wat een potige griezels, ze krioelen alle kanten op. Zelfs buiten zoeken die spinnen een binnen op!

Tegenwoordig ben ik namelijk alleen nog gecharmeerd van huisspinnen. En mèt reden. Jacob 1 t/m tig vangt binnen lekker alle muggen vanuit de hoeken van de raamkozijnen. Tot ik buiten een enorme grote griezel aantrof en mijn mailvriendin uit Badhoevendorp me zei dat ik een heuse tijgerspin had ‘gevangen’. Nu hoef ik niet meer zo nodig.


Tijgerspin.

Ik grapte naar haar dat ik een ‘heuse gestreepte’ had gefotografeerd, die met een beetje fantasie, wel op een tijger leek. Zo groot en met al die gekleurde strepen. Nou niks grapje, het ìs de tijgerspin! Wist ik veel dat die engerds ook al bestonden. Cococé, mijn insectenkenster, mailt meteen een aantal minder frisse details over het beest.

(..) Sinds 1980 óók gesignaleerd in Nederland en of het een mannetje of een vrouwtje is, wordt bepaald door de gevoerde kleurstelling. Vervaarlijk geel voor dames, dan wel oranjebruin voor de mannetjes (..)
Ik zeg dat de mijne dan wel een tweeslachtige hermafrodiet zal zijn, maar haar oplossing is simpel. Draait ‘m om en bestudeer de vertellende kleuren op z’n buikje, daar heeft ie ook zo’n leuk gestreept pakje! Ja, ja…


Beetje groot pakje…

Ja, doěoěoěg! Ik ga me daar even staan kijken of ie ook van onder een soort van streepjespyjama aan heeft! Mij niet gezien: intimiteit met insecten? Het mag dan wel een nieuw soort allochteuntje wezen, fris uit de wildernis, maar hij eet sprinkhanen en dat veronderstelt een paar kaken waar ik echt niet op zit te wachten! Even een ‘tournedos’ met een tijgerspin, zo kom ik erachter of ie: ja dan nee mini’s kan maken of dragen? En WAAR doet ie dat dan wel? Niet in zijn ‘typische’ zigzag hangmatje hoor!


Een tijgerspin met ‘hang’mat in ‘t web.

Ik geloof dat ik van nu af aan de holenbroeders onder de vogels toch ontzettend leuk vind. Die zijn vlijtig van zichzelf en vragen niet om een grote schoonmaak van deze juffert. “Roept en gij zult hier in de natuur oneindig vinden”. Jawel, klááár met het kuisen: achter mijn rug wordt onze uilenboom al ijverig geïnspecteerd door een groene specht.

Doen we toch nog iets goed: die zijn veel schuwer dan de brutale bosuil. Enne…vóór de deur is beter dan achter een deur? 


Groene specht in onze uilenboom.