Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

Vliegen

Wat ooit eens begon met een woordspelletje, heeft nadien voor deze juffert verder weinig inhoud gekregen.

“Als vliegen vliegen vliegen vliegen achterna”. Wat staat hier?

Een achtjarig Juffie verhief zo de kunst van de komma naar een spannend raadsel. Het beestje zelf interesseerde me geen zier. De volgende uitdaging werd ‘gewoon’ zelf een keer vliegen en wel van Brabant naar mijn oma in Amsterdam.


plane.

Als pre-puber raakte ik gefascineerd van de vliegenvang-truck met de hand. Een succesverhaal van mijn vader en niet alleen op feestjes. Vooral als hij daarna een gevangen vliegenpiet aan zijn kikkers voerde of aan Jacob de zoveelste Huisspin. Eten en gegeten worden als besef werd een harde waarheid. Natuurlijk vond ik het ernstig zielig, maar ook noodzakelijk voor het voortbestaan van de kikkers en onze Jacob.

Ik dacht eenvoudigweg niet aan het gegeven dat die zelf wel aan hun kostje zouden kunnen komen.


Jacob de Buithuisspin..

En zoals met zoveel, was daarmee het vliegenhoofdstuk voor het puberjufke afgedaan. Alles wat vliegt èn blinkt werd wel ‘cool’ of ‘vet’, de rest hopeloos ‘retro’ en dus voor de ouwelui.

We verhuisden al snel van een dorp naar een gat –van toen: zevenhonderd inwoners- in Brabant. Daar tussen de boeren en wat buitenlui en mèt de eeuwige status van ‘import’, maakte ik kennis met varkens en de daaraan onlosmakelijk verbonden vliegen. Onze eerste buitenmaaltijd was letterlijk zwart van de vliegen en werd er door onmogelijk. Hamburgers gingen we maken op de barbecue met ananas.

Vergeet het maar, door die rotkrengen. Ik leerde vooral de veelheid en de viezigheid van die zwarte monstertjes onthouden.


Vliegenvanger

Nu, velen jaren later, herinner ik me een boek uit die tijd. Het heetteOn the Beach’ als ik het wel heb, en verhaalt over insecten die de mensheid overleven na een kernramp. Ik was natuurlijk ernstig in de ban van kernenergie en kernwapens en demonstreerde fanatiek tegen alles wat ermee te maken had. Simpelweg vóór de mensheid en daarmee tegen de insecten? Wel nee, maar iets in mijn achterhoofd is in ieder geval nooit vergeten dat het wellicht belangwekkend en interessant kan zijn om meer van de kracht van insecten te weten. Maar ja, ziet u de juffert al als een fervent mottenmens of vliegenverzamelaar? Het moet wel leuk blijven.


Een Grijze vlieg

En dan kies ik opeens voor een leven met onze paarden op het platteland. Geen varkens, wel paardenvliegen. En veel valfruit: dus veel soorten vliegen en gevleugelden om ons heen. Na eerst een ontzettende libellenliefde ontwikkelt te hebben, ontdek ik al snel dat vliegen ook kleuren hebben!


Gekleurde vliegen op valfruit.

Wow, dag vooroordeel, verfrissend dat zoiets uiteindelijk eens opzout!

Want wat weten we nu eigenlijk van de vlieg? Ze houden van zoet en van warm en rijp en van elkaar. Tenminste, getuige het aantal nummertjes dat ze wegzetten als ze het ergens naar hun zin hebben. Dat klinkt zeker positief zo!

Verder poepen ze op alles wat los en vast zit, het liefst op de thermoskan of op een beeldscherm. Ze leggen eitjes en produceren maden. Horrorfilms op televisie leren ons nog even fijntjes ‘hun’ voorkeur voor (krioelend) mensenvlees.


Een juffert houdt meer van het serene.

Chips, als ik zo door ga, weet ik dadelijk nog steeds hetzelfde en is er geen plaats voor enige gevleugelde woorden over de adoratie van de vlieg door onze historische beroemdheden. 

Tja, ehm, oude vliegenhiërogliefen? Vliegenfresco’s in het oude Mediterrane? De voorhene vliegenvreugde van de Inca’s?

Of houd ik het als oude retro-moeder, misschien maar beter gewoon op de veelbetekenende vliegen van ‘Katwezel en zijn kikkerconsorten’?


Een vlieg laat zich niet pakken?