Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

Dag en nacht

 

Zal de weer-mijnheer morgen nou wel eens een keer gelijk hebben?
Deze dag mag ie van mij ook al op het conto van de druilzomer schrijven. Bah bah! Wij willen de beloofde zon en niets anders.
Klaar met het afkicken, na twee heuse hittegolven en een maand lang gepruil. Nee, we wachten niet alleen maar op ‘wat’ warmer. En dan vervolgens getrakteerd worden op een permanente grijze sluier.
Dat snapt die weerwijsneus toch wel?!

Deze juffert gaat dus vandaag maar gewoon vroeg naar bed met een boek. De hele rataplan kan me gestolen worden. Ik mis de fladderende vlinders in de lucht en op het valfruit. Ze zijn nou al zo lang foetsie. Eentje kon er nog af, …maar maar! En dat notabene op een winterse hemelsleutel. Van lotje getikt: ze slaan gewoon een aantal fasen over! Begin september. Het moet niet gekker gaan worden.
Ik teken ernstig bezwaar aan en duik in mijn wolk.
Morgen beter weer, wedden?


Vlinder op een hemelsleutel (sedum).

Zo. Een bakje chocoladepinda’s, zakje dropjes en een fles ice-tea, ‘de Vliegeraar’ van Khaled Hosseini: mijn liefje wat wil een juffert nog meer?
Ik gooi het grote raam open, zucht eens flink, voel me toch tevreden en hoor een uil in de perenboomgaard. Nee, ik hoor er twee. Een complete verzadiging maakt zich meester van me. Het zijn de jonge uilen! Eentje wiêekt haar hoge klanken de zwoele avond in. Even later antwoordt de ander met een lage ondertoon. Geweldig, ze hebben een gezellig onderonsje! Met dit uilenspel leiden ze de avond de donkere nacht in.
Als twee uitgerekte elastiekjes klinken ze, soms met korte rukjes dan als een uitgestrekt stiekje.


Een baby uiltje uit 2004.

Ik krul mijn lippen eens even ernstig richting neus en denk aan al het goede van het nachtleven. De natuur is zo sterk en biedt een juffert toch weer betere kansen op een goed humeur. Oké, Val en Tinus Uil zijn dit jaar niet in onze walnotenboom geboren, zoals ik had voorspeld. Maar wel in de beukenlaan! Helaas vonden we moeder uil vier maanden later dood in het bos. Maar de kleintjes hebben het overleefd. Gelukkig.


Een dode bosuil.

Heerlijk, en dan morgen de zon. Mwah, lekker leven. Ik schud mijn hoofdkussen nog eens op en omarm de slaap. De dag houdt op en de nachtdieren gaan hun gang. Morgen een emmerje peren naar de dassenburcht brengen. Dat zijn ook mijn nachtdieren. ZZZzz ze hebben het zzzzzowaar verdiend…


Das

Dan plots een zeikerig gezoem bij mijn oor. Ik wapper een keer met mijn hand. Een paar tellen later weer en daarna kruipt ie in mijn neusgat. Gedverderrie, pukmug! Ik knip het licht aan. Niks te zien natuurlijk, chips! En ik ben wèl klaarwakker. Licht weer uit en ja hoor! Deze superirritante mug telt voor tien. Ook leuke nachtdieren? Ze komen op geuren en lichaamsvocht af volgens muggenexperts, en niet op het licht. Dat laatste is een fabeltje. Lezende mensen met een voorkeur voor open ramen vinden dat goed nieuws. Juffert ook, dus het licht dan maar weer aan. Dit maal sla ik er één met een puzzelboek aan gort tegen de muur en na goed speuren, nog een minuscuul kleine rode. Wat jij vuurtoren, zoveel bloed getrokken, of in je kleur vergist? Buiten spelen bij andere dracuultjes zit er voor jou niet meer in! Flats. Gna.


Overbevolking aan wantsen buiten, yeachie.

Mijn grenzeloze minachting voor de mug gaat zo bijna de hele nacht door. Als een fietjesvatenkwast plet ik de ene na de andere aan spetters. Ik zie alle kanten van het bed en de slaapkamer en wacht er eentje op die veilig in de hanenbalken boosaardig zit te glimlachen.
Leuke nachtdieren die komen als de zon gaat schijnen! Het is hoog tijd voor zo’n Vapona-ding en Citronel. Door de druilzomer was ik de muggen helemaal vergeten.

’s Morgens zie ik dat onze witte muren naar een ouderwets muggetjesbehang zijn geslagen. Ik sta vroeg op en verwelkom de zon. Hè, hè ze is er weer. En kijk eens wat de zon met water doen kan?


De zon maakt kleuren in het water. Onoverwinnelijk!