Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

Brabants Klantschap

Mevrouw Havik spaart nu wellicht ook voor oranje-wuppies van de ahhaa, bij gebrek aan haar roze wolkjes.
Wat gebeurt er eigenlijk wanneer er een CUBRA-Juffert verschijnt waarin het fijne beheer van Brabantslandschap (BL) in de Meimaand wordt aangekaart (Jufke 60)?
Voor nestelende haviken niet veel meer natuurlijk.


Einde verhaal

Een recordaantal bezoekers weet de rapportage te vinden. En dan …is het einde verhaal?
Eén lezer meldt dat het Brabantslandschap een stichting is en daarom weinig boodschap heeft aan “leden” en al helemaal niet aan “lidmaatschap”. Dat heet ‘donateurs’ en die hebben geen inspraak, maar zij zorgen voor de provinciale franje. Aha, had ik kunnen weten. Mis poes Juffert!


Heeft een echte ‘juffert’ ook het nakijken.

Oké, vervolgens naar de geldinput-instantie gebeld. Het hoofd van de Brabantse natuurambtenaren werkt tenslotte hier tegenover op het provinciehuis. Hij belt ons terug en zegt dat het om een incident gaat.  ‘Helemaal ingegeven door de desbetreffende beheerder zelf en louter op eigen initiatief.’ De directeur en districtsbeheerder van BL zouden geen opdracht gegeven hebben voor de kapactiviteiten in Mei.


Verdekt opstellen.

De Werkgroep Roofvogels Nederland (WRN) vraagt foto’s op voor de samenstelling van een diaserie over roofvogelverstoring (Alterra, Wageningen). De coördinator WRN biedt telefonisch een ondersteunend gesprek en een stevig hart onder de riem. Een actief lid van de WRN-mail meent dat het een knappe wijze van rapportage is, dat de zaak nog wel een staartje zal krijgen en dat ik vooral moet proberen de liefde voor de natuur te blijven zien en beleven.


Hart onder de riem met honing.

Oplettende lezers attenderen me op het feit dat ik een verkeerde eindfoto van (de teleurgestelde havik) heb toegevoegd en dat de mailmogelijkheid om direct reactie te geven aan het stuk ontbreekt .
Onze CUBRA-webmaster vervangt de foto gelukkig direct en opent de mailmogelijkheid van Juffertje in het Groen en stuurt ook een alert-mailtje naar de pr-adviseur van BL.
Hij reageert met een PR-bericht naar Cubra. En op mijn vraag waarom wij hier niets gehoord hebben, krijg ik de veilige reactie dat wij hen ook niet gecontacteerd zouden hebben. Weer verkeerd gedaan juffert!


bij de buizerd gaat het beter: eerste wuppie laat zich zien.

Wij hadden het gebeuren dus niet zo netjes eerst intern aan moeten kaarten bij een medewerker van BrabantsLandschap via onze dassenman.
Nog geen aangifte gedaan en wel een juffert maken is opgeteld toch niets? De dassenman zegt op zijn beurt dat de AID is ingeschakeld en dat er boetes worden uitgedeeld. BL zou nu gaan werken aan een protocol ‘werkzaamheden in het broedseizoen’.
Rustig dames, het vriespunt bereiken in onderlinge relaties helpt de natuur bepaald niet.


Even tanden op elkaar graag!

De beheerder zelf noemt het omzagen van een haviksnest een ‘stommiteit’. En zegt sorry. Nou dan zeg ik: ‘sorry mijn naam is corry.’ Maar het is tenminste meer dan zijn meerderen te vertellen hebben. Die melden op het externe PR-papiertje dat ze zelf uiteindelijk ‘contact’ hebben ‘gehad’ met de AID. Punt. 
Buiten een hoop blabla, waarin wat Latijnse namen van bomen worden genoemd en natuurgebruikers worden weggezet als oorzaak, valt er in dit bericht niet te ontdekken wat men er zelf van vindt, hoe men verder wil, of wat men gaat doen.

 
Wie steekt er een stokje voor?

Een lezeres/donateur, met oprechte belangstelling voor natuurzaken, krijgt het zelfde pr-bericht thuisgestuurd als reactie op haar vraag om opheldering aan Brabants Landschap. Zij zet, beargumenteerd, zeer grote haken en ogen bij de wijze waarop BrabantsLandschap te werk is gegaan en waarmee men haar afwimpelt.
(Beide stukken zijn beschikbaar).

Ja en dan? Onze regio-roofvogelman zegt dat de krant de enige optie is om openheid van zaken te verkrijgen. Hij geeft me een naam van een journalist met natuurportefeuille bij het Brabants Dagblad(BD).
Aan het eind van de middag wordt ik gebeld en verneem dat de directeur van BL met een doorverwezen journalist (BD) op de plek des onheils is geweest. Aan mij nog de vraag of er wel kuikens op het ‘arendsnest’ zaten? Pfffffffffff. Ik laat de moed niet zakken.
De journalist heeft haast. Hij zegt toe dat er de volgende morgen een stuk in de krant zal staan. Niet dus. Ook de maandag erop niet. Einde verhaal. Ik kijk wel naar onze haviken zonder wuppies.


Geen commentaar