Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

De luie lente

Dit juffertje ziet onderhand Groen en zit in het Grijs en Grauw te wachten op de zon. En met mij vele anderen. De enigen die wel bij de tijd lijken, zijn de insecten.
De lieve heersbeestjes zijn in ieder geval met hun winterslaap binnen gestopt. De grote plakkaten gestipte spliterwten aan de schuurmuur zijn grotendeels uitgevlogen. Hoewel geen spleetoogjes, of spleetstippen, zijn ze Aziatisch van oorsprong heb ik me laten vertellen.
Toch bijzonder als Wageningse wetenschappers naar hier komen om ze te bekijken.
 


Een behangetje heersbeesten.

Een aantal van deze liefkes heeft ook in ons huis hun heil gezocht.
Bij gebrek aan zoete luizenmelk, duiken ze nu regelmatig op in mijn drinken. Of erger: ze presenteren zich ongevraagd als knappend ijsblokje in mijn mond.


Huisbeestjes.

Bah. Een associatie met kaviaar (steureitjes) is qua structuur in de mond gauw gemaakt. Maar daar blijft het helaas bij.

Een theelepel kaviaar smaakt door het stukloontje per ei toch vele malen beter. Ze pletten niet onverwacht en zijn niet zo zuur als een heersbeest.

De lieve beesten wachten op het openen van de ramen. Een vlucht naar buiten zonder jas aan. Ik doe mee, maar weiger wel op het menu van een of ander bosbeest terecht te komen. Wie is er eigenlijk verzot op deze Aziatische kevertjes? Een exotisch hapje voor de vleermuis, of de das misschien? Nou dan winnen de insecten het hier momenteel.
De dassen zitten tandenknarsend in hun hol omdat er voor de deur gemest is door de loonwerker. De vleermuizen zitten al wel op zolder te brallen bij tijd en wijle: maar helemaal wakker zijn ze nog niet, want dan scheren ze in de avondschemer rond het huis. Razend snel en met het blote oog nauwelijks te volgen.


Mestkar

Iedereen is het weer en de wind zwaar zat. Echte doordouwers zijn actief, maar de natuur houdt de broek op waar het de lente aangaat.
Alleen als bij uitzondering de zon een paar uur schijnt, mogen onze paarden hun jas even uit. De zwarte kraaien zijn er vervolgens als de kippen bij en verzamelen bouwmateriaal. De paarden vinden het op hun beurt met mate prima. Een beetje matras voor de komende kleine zwartjannekes vergt immers het nodige voorwerk.
 


Plukkende kraaien.

Nou, van mijn eigen voorwerk breng ik weinig terecht.
Als je midden in de natuur woont, is de stagnatie van dit seizoen wel erg overweldigend. Veel energie gaat zitten in het bewaren van je humeur. Voor een juffert is dat in die zin een nieuwe gewaarwording. Het rotweer treft je in de stad minder denk ik wel eens.   
Ik kan qua optimisme wel wat leren van de weidevogels, met name van de kieviten. In weer en wind maken ze nestjes en leggen eitjes. Nou broed ik niet meer op kinderen, twee pubers is meer dan genoeg. Maar broeden op plannetjes is wel mijn ding geloof ik.


Kievitskleintje.

Zo was er het voornemen om mijn eerste kievitskleintjes te zien spelen op het land. Veel nestjes zijn intussen heimelijk -maar arbeidsintensief- gemarkeerd door onze plaatselijke beschermers.
Juffert deed er ook eentje. Victorie!
Maar niet lang, een week later blijkt alles te zijn leeggehaald, jawel verneem ik, door mensen. Oùde mensen nog wel. Ongelooflijk.
Ik heb ze ook zien karren in een glimauto op tempo zoeloe.
Een boerenzoon wees me op die bewuste auto. We moesten toch maar eens de nestjes NOG stiekemer markeren, was zijn advies. Elke avond om zes uur stappen ze uit en mijnheer haalt zonder pardon de eitjes uit voor hun gerief.
En wat denkt u: Juffert trekt de volgende keer wel een paar oude sokken uit de auto? Ik kan er niet over uit. Ik zal ze wel op de foto zetten.


Juffert met camera.

Van mensen op leeftijd leer ik het meeste qua natuurervaring en beleving. Een oude sok ben je namelijk, niet door leeftijd maar door de weigering in vernieuwing of verandering een welkome uitdaging te zien.
Veel mensen zijn dus al oud als ze twintig zijn.
Maar als we nog maar drie soorten weidevogels over hebben en daar al 65% van af is genomen in twee jaar tijd? Dan verdienen die luie lieden toch een ernstige hap krioelende heersbeesten in plaats van een doorzichtig kievitseitje in de pan!
Ik ben voor! Zeker als ze kwetsbaren geen kans gunnen, en alleen voor eigen gerief gaan. Ook geen voorbeeld voor de komende generatie pubers toch, dus thuis zwijg ik.

 
Paarden lekker in de zon.