Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

 

Een klucht kanaries

Wat te doen als er een klucht gele kanaries in je tuin parkeert?
Rustig blijven, het kan allemaal.
Zeker als je net zelf je bed uit komt. De mist is dan niet alleen buiten een gegeven. Wrijf je ogen nog maar eens goed uit en kijkt!
Nou, een wolk groenige parkieten dan. Wanneer houdt het op met al die verrassingen?


Een klucht kanaries op de vroege morgen?

Het moeten wel dwaalgasten zijn. Jawel, gevederde exoten uit het nieuwste hoofdstuk van het vogelbestaan! Het moet wel, anders denk ik elke keer dat ik niet goed kijk, of heb gekeken.
Een beetje voorspelbaarheid in wat er om me heen gebeurt, sterkt immers het zelfvertrouwen van een juffert.
‘Wat rui-uist er in het strui-uikgewaââs?’ blijkt anders niet alleen als een onschuldig liedje, maar slaat dan ook nog op plotselinge enge gewaarwordingen zo midden in de natuur.
Het weer is toch al in ene omgedraaid naar koud, nat en kaal.
En met een huis-buis in de populieren links van je en twee bosuilen vaste prik recht voor je neus, is Harry Potter’s magie soms meer werkelijkheid dan je lief is.   


Een close-up kanarie?

Van een afstandje zijn ze geel maar dichterbij bekeken zijn deze beestjes echt wel groen. Oké mèt grijs en twee gele streepjes. Ze passen prima bij de korstmosjes op de oude takken van de peer en kers.
Zou er zo’n beroemde “Kneu” bij zitten? Een vogel die we hier nog nooit gezien hebben? De Kneu, met de duidelijk gearticuleerde naam, die zo lekker blijft hangen, maar niettemin als vaag Nederlands overkomt?
Ik weet namelijk niet precies wat het woord “Kneu” betekent, maar het loopt wel lekker van de tong naar de tanden. Als het werkwoord ‘ver-Kneu-kelen’ zou slaan op: “in het vuistje lachen”, is de Kneu dan: de lach of het vuistje? Hoe dan ook, ik vind dat het net zo goed een klucht kneutjes en kanaries kan wezen daar in de boomgaard. 


Kneutjes en Kanaries in de paardenpaddock?

Tijd voor het basis-vogelboek. De Kneu is vooral grijs en heeft een rode tekening erbij. En wat zien we in de paardenpaddock alwaar de groep is neergestreken? Juist! Ziet en gij zult vinden!
In de prut zitten een heleboel groene kanaries en ook wat rood gevlekten. Wat eerder geel leek is groen geworden, dus wat rood lijkt kan wel eens dankbaar een Kneutje waard wezen?

Het vogelboek zegt dat Kanaries doorgaans in kooitjes leven, hmmm.
Maar vertelt ook dat wilde Europese Kanaries wel spontaan bestaan.
Ze komen af op verse groene plantendelen en dat zou hier wel eens heel goed kunnen, met de recentelijk bevroren eenjarige bloemen.
Bladerdiebladerdiebla…We gaan door voor de hoofdprijs! 


Kling klokje klingelinge-Lang!

Het lullige van lezen is dat je fantasie er vaak van verdwijnt.
Met mijn neus op de gedrukte feiten, blijkt dat we een grote groep ‘Groenlingen’ op visite hebben. Die zijn ook bijzonder: heel Europa stikt ervan, volgens het verspreidingskaartje.
Een veelvoorkomende vinkensoort met een passende naam voor de groentjes onderons in vogelland?

En dat wat als een Kneu op mijn Klaaslijst staat, is waarschijnlijk ook een vink of heel misschien een putter. Sjonge, jonge, jonge.
Harry Putter pusht naar een zekere pas op de plaats.
Ik houd me voorlopig eerst maar eens even bezig met de inleiding op het eerste hoofdstuk van het Nederlandse vogelbestaan.
De kleine blijvertjes. Een Musje meer of minder is tenslotte ook nieuws gebleken vorige week. Echte dwaalgasten maak je niet blij met dominostenen. Die willen op zijn tijd een modderbad en oeroude perentakken om in te spelen. 


Een kneuterig huisje, doet hier voorlopig een Mussenfamilie.