Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

Neuzige beesten (2)

We hebben pas een egel en een bunzing hier in de notenboomgaard losgelaten. De ene prikt en de andere stinkt, als mensen weer zonodig iets moeten. Zo staan respectievelijk Sneus en Josje op de foto, dus ik kan het weten. We hebben behalve hun roepnamen er lange tijd niets meer van gehoord of gezien, hoor! Klinkt goed gezond: mijn hang naar aaibare beesten lijkt er echt een dimensie bij te hebben gekregen.

Jawel: neuzige beesten willen vrijheid.

Je doorbreekt daarmee helaas niet zomaar mijn vurige verwachting naar heel veel lieve mini’s. Kleine egeltjes zijn er al, maar misschien is Josje nog niet het klosje?  


Onze Joske neust naar?

De conditie van een neuzig beestje speelt ook een rol in de voortplanting. Onze Jossert kwam hier met zoveel teken in haar velletje dat ik me ernstig afvraag of een kraamkamer sowieso in het verschiet ligt. Ik beken: we hebben ze er niet uitgehaald toen ze weer vrij mocht.


Ik
neem een hele dierentuin mee.

Ach, het leven is elke dag weer zo’n verrassing dat je nauwelijks tijd hebt om stads te kniezen. Neuzige beesten blijken zich hier niet alleen op natuurlijke wijze te vermeerderen, maar ook spontaan uit het niets te ontstaan. Echt wel! Zo is onze boerenfox ‘Maartje’ op het erf in haar neus gebeten door iets groots en glanzends dat onder de auto huist.


Mevrouw Maartje doet haar neus wel eens pijn.

Nou lijkt me een auto zo’n beetje de laatste plaats die ik zou kiezen om me te verstoppen in de natuur. Maar blijkbaar dacht dit beest er anders over. De bewuste Volkswagen Golf wordt al een tijd niet meer gebruikt en er ligt een dekentje van oude bladeren onder.

Een aantal dagen nazomerzon heeft het rubber en metaal verwarmd en er is een soort eigentijdse sauna ontstaan.

lig ik lekker te soezelen, komt zo’n mini koe me lastig vallen.

Een groot zwart bontig beest met wit befje klimt blazend als een kat omhoog op de band onder het spatbord. En wie mag u dan wel wezen?
Snel de honden op stal opgesloten en m’n kleinste puk pixel camera gehaald. “Puk” is een wat nettere term voor een ander drieletter schuttingwoord dat hier niet zomaar mag worden geroepen.
Wil je een foto knippen, zijn de batterijen op, u kent dat wel. Ha, ha in de oplader zitten nog verse! “Pixel” is een eenheid die hoort bij het digitale leven waarmee ik de bush bush hier stukje bij beetje verover. Een plus een blijft echter, juist als het digitaal gaat, nog steeds twee, dus mijn ongeduld is daarmee helaas verdubbeld. Inmiddels loopt iedereen buiten verwonderd oh en ah te roepen en een oud stads paniek tijdgevoel maakt zich van me meester. Ik zou toch eens wat missen.


Golfje inspecteert eveneens het hoe en wat.

Het dier heeft zich inmiddels opgerold onder de auto in de blaadjes.
Zijn shock keert terug als ik de camera laat flitsen. De schoonheid schommelt naar de achterband en neust naar de veilige verten.
Voor een foto zonder flits ga ik doodstil in het gras liggen.
De adrenaline schiet door m’n bloed als ie bovenop de band naar buiten kijkt. Wat een pracht plaatje! Maar zonder flits, uit de hand, lukt het moeizaam want het veel–groter-dan-een-bunzing-beest zit niet stil.


ik ben, maar weet niet waar

  Op z’n achterpoten controleert ie nu de buitenspiegel vanaf de grond. Sjonge wat een kanjer! En hij heeft zwemvliezen lijkt wel. Knip knip.

krijg zelf het heen en weer.

Mijn Muze Margo komt naar buiten met de atlas van Nederlandse zoogdieren. Van de Bieb natuurlijk, om iets te kunnen leren over Josje de bunzing en eventueel de vleermuizen die boven in de nok van het huis wonen.

“Het kan een nerts wezen, een ‘Amerikaanse’, kijk maar naar de tekening” wordt er geroepen. Tja, hoe inheems is uitheems uiteindelijk? Klik, klik klik, ik spaar u het wachten tot de flitser het weer wil doen.
Na veertig foto’s kom ik overeind en blijk doornat te wezen.

Met een behendige beweging klimt de ‘nerts’ natuurlijk net tegen de auto op en neust naar nieuwe ingangetjes. Zou hij metaal herkennen als hok ofzo? Ontsnapt uit een dicht bijzijnde nertsfokkerij? Zal ie z’n eigenlijke natuurtje nog wel herkennen?

We noemen hem golfje, naar zijn beweging en naar zijn zelf verkozen auto-asielplekje. ‘s avonds komt ie nog eens langs, het buitenlicht springt aan, inmiddels neus ik ook, een kou opgelopen van het natte buiten gras. En ja helaas, puk-foto’s, maar wel een prima ervaring.


Natuur is iets wat metalig klinkt?