Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

Griekse gekheid

 

Ja, hoor, nou breekt mijn klomp. Sprookjes bestaan!
Wat dacht u van een portie Griekse geschiedenis van Brabantse bodem? Als juffert vind ik de plaatselijke Romeinen al een heel verhaal, maar Grieken? Hoe kom je erop? DE vaderlandse geschieden is nooit mijn ding geweest, maar zelfs ik weet dat Grieken hier niets te zoeken hadden. Toch hebben wij bij onze stallen een Griekse munt uit de grond gehaald. We dachten eerst een prachtige Romeinse bodemvondst gedaan te hebben. Maar nee, volgens een Leidse professor van Kunst & Kitsch is de munt van Griekse oorsprong en uit 200 à 300 jaar voor Christus.
Zijn we op een Grieks grilletje gestoten met de metaaldetector?
Brabant staat voor niets!


Griekse grootheid of Griekse grap?

Het begon allemaal met zo’n piepgeval, een metaaldetector, waardoor mijn oudste zoon zijn stadse neus (hij was toen elf) ook eens buiten de deur stak, in plaats van enkel in boeken.
Er werd van alles mee naar huis gesjouwd. Stukken hoofdstel, kogels, spijkers, lepeltjes, tractortroep, en wielfragmenten. Zeer gecharmeerd was ik met de vondst van een ouderwets grote metalen oranje dop van een Jus d’Orange fles met het de Gruyter-logo erop. Dat is de grutter die in 1870 dit landgoed aankocht met zijn opbrengsten van ‘het snoepje van de week’.


Het lessen van den dorst.

Met dezelfde pieper heeft onze Merlijn de munt gevonden. Da’s toch knap, want het ding is een heel basaal soort van ontdekker, enkel voorzien van een aan- en uitknop en verder niets. Ja, een onophoudelijk gepiep, als de batterij het doet, mijn hobby zal het echt niet worden.
Ik heb op den buiten nou eenmaal een hekel aan herrie gekregen.
Toen de archeologen van het Oudheidkundig museum te St. Michielsgestel op de koffie kwamen en ons fruitkistje vol eerdere vondsten keurig op historische waarde gesteld terugbrachten, vroegen ze eerst naar de munt.


zorgvuldig benoemde stenen/glas.

Het zou toch mooi wezen als het geldstuk past bij hun nieuwe theorie over de doorgang van een Romeinse weg via dit gebied.
Hoe worden we wijzer? Hun professionele pieper, die ook de soort metaal aangeeft, kwam met een uitslag: klinkklaar goud! Deze juffert ging toch ook maar eens wat zuiniger uit haar doppen kijken nu.
De afbeelding op de munt werd echter niet herkend. We kregen het verzoek of hij mee naar het museum mocht. Hij? Of Zij? De oorbel was vroeger zeker al uniseks, dus vraagtekens te over. We gaven eveneens toestemming voor een splinter-materiaalanalyse. Het zou ook bijvoorbeeld meer nieuwerwets messing kunnen wezen, een Grieks grapje dan?


Totaal schot in de roos?

Er gaat een tijdje overheen. De munt blijkt volgens een metaal-mijnheer (analist) geen goud, geen messing en ook geen koper. Wat het dan wel is blijft in het midden. En juist dat wordt zeer interessant gevonden. Zelfs de provinciale archeoloog van het meldpunt bodemvondsten komt op de koffie. Ook hij geeft aan dat de munt zeker niet Romeins is. De afbeelding is volgens hem wel zeker die van een miepke. Niet de oorbel, maar de diadeem in haar haren wijst daarop.
Hij houdt het op een Grieks ‘kopie’ van ene X, metaal onduidelijk, gegoten werkje met dikke rand en vijlsporen op de achterkant. Alexander de Grote, Apollo of een andere godheid is volgens hem uitgesloten.


Echt wel geslagen en gedragen munt

Tja, rest voorlopig de optie dat een voormalig Romeins soldaat een aan hem toevertrouwd Grieks souvenir ter bescherming mee nam naar de laaglanden, héél lang geleden. Kijk daar moet ik nou om glimlachen, ‘wishfulthinking’ is kennelijk niet alleen voor juffertjes weggelegd.

We zijn met twee oudheidkundigen van ons museum en een echte piepert verder gaan zoeken op het land en vonden nog een paar rare munten. Een te grote cent uit het jaar nul, een vierkanten oorlogsstuiver, een munt van zes cent en een Ze-landia (ze hadden ZE-ker afwijkende spellingsregels in 1762).
Het leukste vind ik nog de wijze waarop archeologen een locatie kiezen om te pieperen. Zo weten ze op tig hectare feilloos een plekje te vinden waar stelletjes in het verleden stiekem gingen zoenen. Zoenen? En waarom dan al die muntjes daar juist in de grond? Ging de broek vaker naar beneden dan wij zedig willen geloven? Ha!


Zoenen ja, de geschiedenis achterhaald!

Tot slot kregen we veel later van een vriendin een uitnodiging om mee te gaan naar een uitzending van Kunst en Kitsch in Den Bosch. Zo’n kans laat je niet liggen. Munt mee, en meteen op zoek naar mevrouw Zilverberg, DE oudheidkundige van televisiekijkend Nederland. Daar aangekomen was onze muntenmevrouw dit keer helaas ziek.
De eerder genoemde professor van de universiteit van Leiden verving haar. Dus een Griekse munt uit het jaar 200 à 300 voor Christus. Zeer gefascineerd begon hij ter plekke zijn meegebrachte boek te raadplegen, maar kon uiteindelijk de grootheid op onze munt niet thuisbrengen. Ook kon hij niet met zekerheid zeggen of de munt echt is. Hij gaf het advies toch mevrouw Zilverberg te raadplegen.

Het geheim is nog steeds niet ontsluierd. Het wachten is op een volgende Kunst & Kitsch mogelijkheid. Of zijn er onder u, lezers, enthousiastelingen die het geheim van onze Griekse grootheid kunnen ontrafelen?   


Een juffert houdt het eenvoudig dicht bij de deur