Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman

 

Laaf de lente.

Iedereen is er vol van, activiteiten op agenda’s veranderen onherroepelijk en grondig. De vogels zitten in een permanente gekke vijf minuten. Ze buitelen als opgewonden toonladdertjes tussen en over takken door. Diverse takjes worden door kleine vogelmannetjes in het snaveltje gepresenteerd ter overtuiging van goed vaderschap. De vrouwtjes stellen het aanbod van de bouw van de kinderkamer met liefde nog even uit, en dansen gezellig door. Een eeuwenoud ritme dat ik voor het eerst zie en wat bewuster meemaak.
Zelfs de geniale gekke vijf minuten van Mozart verbleken bij dit spel, of heeft hij stiekem zijn muzikale escapades van de vogels afgekeken? 

Binnenshuis gaan de wollen truien achter in de kast, bloemetjesjurken en t-shirts verhuizen veelbelovend naar voren. De zon weer voelen op je huid. Mwah! Dag skisokken, regenlaarzen, winterjas, voorzetramen en c.v., ik wil de zon weer op en IN  mijn huid koesteren.
De sandalen staan al klaar op ’t plankje. Onze barbecue is reeds naar buiten gesleept en de was hangt in een briesje te drogen aan het lijntje in de perenboomgaard. Ik ga gewoon vanavond een ongelooflijke salade maken, met een pestobrood. Weg met de snert, de ovenschotels en andere winterkost. Geen warme chocomelk meer na een bostocht, maar lekkere koude (kruiden)drinks met limoen. He ja, deze burgermiep heeft weer moed. Niks verhaaltjes over remedies tegen winterdips, de sneeuwklokjes zijn ‘bien passé’, de katjes staan al in een vaas en onze wilde narcissen geuren zwaar door het huis.
De natuur is sterk. Ultieme veiligheid biedt zij weer en weer en weer, in haar seizoensveranderingen.


De zanglijster (foto: Anouk Reefman)


De eerste vlinder heb ik al gezien, maar ook een eerste vlieg en muggetjes-wolk, de zanglijster heeft ze me leren kennen, en ook de spreeuw met z’n glitterpakje, die ik voorheen aanzag voor een merel. 


Twee spreeuwen (Foto: Anouk Reefman)

Misschien heb ik ook de grauwe gors een paar keer gezien. Ik blijf een held op sokken als ik er geen foto van heb kunnen maken, voor een vergelijk met m’n vogelzakboek. 


Vink (Foto: Anouk Reefman)

En de vink, de vink heb ik weten te onderscheiden, zelfs al geslachtelijk! Het was een mannetje op de voederplank voor het raam, het vrouwtje zag ik later op de beukenlaan. Sjonge, jonge, jonge, als juffert krijg je het er warm van van binnen. 

Voorheen in de stad was lente een eerste terrasje doen. Oke, je winterdekbed opbergen, en je ramen open zetten om het stof en enkele spinnen tot een ander bestaan te dwingen. Je binnenplanten buiten zetten voor een frisse douche. Maar lekker buiten lunchen op een terrasje was toch de ultieme lente sprong. Afscheid nemen van je winterwarme kleding was toen trouwens ook al een heuglijk feit.
Maar er speelden toch eerder ook andere dingen: je (bikini)lijn en benen bijwerken, zonnebril en zonnebrand niet vergeten, een nieuw t-shirtje of pittig setje aanschaffen bijvoorbeeld.
Niets mis mee natuurlijk, maar het is een wat kalige ervaring als je het vergelijkt met frisse nieuwe grasjes op zomerweiden, een mol die van die vette zandhopen maakt, waar jij strakjes zomaar gratis en voor niets wilde bloemen in kan zaaien. Onze merries die steeds dikker worden door hun veelbelovende veulentjes, de vogeltjes die de hele dag zichtbaar uit hun dak gaan, de trekvogels die terugkomen. Lekker verse basilicum zaaien, uien zetten en aardappels, en een nieuwe planning voor de moestuintjes maken. Mensen: het buitenleven staat niet voor de deur, het komt van alle kanten binnen. Mwah!