Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

Over vliegen.

“Echt waar? Je ziet ze vliegen mens!”
“Nou kijk dan zelf op de foto, hij heeft zo’n typische hoek, een knikje in z’n vleugel: dat heeft juist de visarend…”
“Die foto is PUK en niet scherp.”
“...Hij kwam gewoon overvliegen toen ik de vlinders met de camera knipte. Ik schrok me lens van zo’n witte kanjer.”
“Ja, dat is te zien, volgens mij is het gewoon een dikke meeuw.”
“Nou zeg, ik vraag het wel aan een echte roofpietelaar, hoor.”
“Als je nou eerst eens een keertje je bureau en vloer opruimt, ik weet niet of al die vogelboeken wel zo’n goed plan waren.”
“...En ze heeft een borstband, het is een vrouwtje!”
“Ja, nog even en je ziet ze zoute haring eten zonder een zee in de buurt!”


Sushi de visarend of…? Wat denkt u?

Vertwijfeld ruim ik mijn rotzooi op. Een visarend die voorbij vliegt en van grote hoogte in je tuin poept. Dat is geen toeval, dat valt je toe hierzo. Hoezo een dikke meeuw? Een héééle dikke meeuw dan.
Ik laat me echt niet kisten en noem haar gewoon Sushi. Die vliegt er sinds kort ook wel eens in, als keukenprinses Monique uit Utrecht komt overwaaien. Bij deze bombarderen we de natuur hier gewoon tot solidaire pitstop in de trek naar het Zuiden. Welkom vreemde en minder vreemde vogels!

Ik kijk naar buiten over het geschoren graanveld en zie aan de rand van het veld een jonge buizerd hoog in een berkenboom bivakkeren.
Het is toch wat, dat die ‘kippen’ gewoon ordinair voor je neus zitten hier.
Sinds ik het verschil meen te herkennen tussen een buizerd, buizerdbaby (‘Kip’) en enige andere grote beesten, krijg ik er maar geen genoeg van.


Ons uitzicht.

 


Ingezoomd zicht

Toen onze buizerd Belle een knipje in haar kleutervleugel ontwikkelde, nam ik me voor haar uit duizenden te blijven herkennen. Als kuikentje heeft ze samen met haar zusje Teut mijn hart veroverd en de eerste aanzet tot het roofpietendom gegeven. Een strak plan, zo’n onderscheiding, maar helaas is mijn herkenning van Teut en Bel Buizerd inmiddels danig gekortwiekt. Ze ruien namelijk om de haverklap.
Belle zal er waarschijnlijk niet langer geknipt opstaan.


Teut ons buizerdkuikentje. kuiken en geknipt te kip.


Puberbuizerd Belle staat er geknipt op.

Met bosjes vind je hier veren van allerlei pluimage. Het leukste is om ze te verzamelen, maar soms gaat het er wel heel rigoureus aan toe. Vorige week meende ik dat er een ander soort trekker zelfs over haar vleugel gereden was. Zonder flauwekul, ik sloeg groot alarm hier in huis. Een gat zo groot als een wagenwiel in één van de vleugels! Ik vroeg me onmiddellijk af of ik met de armeling naar zo’n asielding moest.
Zou nog een hele klus geworden zijn, want ze vliegt er gewoon mee door en lijkt nergens last van te hebben. Volgens een roofpietmaat kunnen ze fors ruien voordat ze gaan trekken, maar dan wel simultaan. Hij gokt op een lokalo, die onze achtertuin verkozen heeft als fourageergebied. Lokalo? Bella locala! Zeker weten.
Hoezo migreren met zo’n mooie stopplaats!


Een ruiende kip?

Volgens de boeken bestaan er talrijke (onder)soorten buizerds en trekken er een hoop richting Afrika. Kijk: of ik dat nou zo leuk vind om te weten? Vroeger als klein meisje wilde ik weliswaar een ontzettende zigeunerin worden, zo lekker ongestoord met paard en wagen de zon blijven volgen. Maar nu wonen we bijna onwerkelijk mooi en moet alles maar hier blijven ook. Vind ik. Al dat gemigreer: gewoon afschaffen die hap. Ze nemen maar een voorbeeld aan onze Drake en Ula Havik, zij zijn wel standvogels, zoals ze dat noemen. Ze ‘giak-giakken’ de winter lang door hoop ik en bieden ons een mooie kans om ze wat beter te leren kennen. Kom ik misschien nog eens een stapje verder dan het niveau van: Belle buizerd is nu beige.


Drake Havik houdt stand.

Veel roofvogels trekken nou eenmaal en niet alleen aan de juffert voorbij. Sinds kort weet ik dat de theorieën over (inter)continentaal trekgedrag ook stevig in de rui zijn. Ben Koks, een mailmaat van de grauwekiekendief werkgroep Groningen, zendert dit jaar twee vrouwtjeskieken op hun trektocht naar de zon (NRC 050905).
De dames heten naar twee belangrijke onderzoeksters ‘Beatriz’ en ‘Marion’. En natuurlijk hebben ze in de lente eerst elk drie kleintjes grootgebracht: What’s in a name, said the Juffert? Vervolgens kregen ze allebei een antennetje op hun rug! Zo wordt de trek naar Afrika per satelliet gevolgd en maken ze heuse foto’s van de voorbijglijdende landschappen. Dat gaat mijn verstand te boven hoor! Maar je ziet en leest letterlijk op de werkgroepsite, dat die vogels niet zomaar even klaar zijn met hun trekgedrag, en hele andere dingen doen dan er tot nu toe aangenomen wordt in de boeken!


Marion de grauwe Kiek met satelietspriet.
(bron: Ben Koks, grauwekiekendiefwerkgroep Groningen)

Nou komen Grauwe Kieken niet voor in onze achtertuin, omdat ze enkel van een open landschap houden, zonder grote oude bomen. Maar om een treffend voorbeeld van MIJN pietelaarprobleem te berde te brengen:
Toen ik ‘Marion’, de Kiek MET satelietspriet, voor het eerst op de foto zag, kon ik mijn ogen niet geloven. Ik mailde naar het Noorden dat ik het waarschijnlijk verkeerd gezien had, want met zo’n spriet kan Marion toch geen zandbadje nemen?
In een Noordelijke nuchterheid kreeg ik een mailtje terug: dat Marion toch geen kip is? “Kip” nu bedoeld in de klassieke zin van het woord. Kieken nemen geen zandbadjes, maar verwijderen parasieten door middel van de zon. Kippen en paarden zijn wel gek op zandbaden. O, ja. 

Kijk en nu weet u op welk niveau juffert verhaalt over roofpieten hier. Een zonderling soort zigeunerin, zonder boerenwijsheid!


Beperk je tot een zilverblauwtje in de vogelpoep?