Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

Zomerpaddestoel.

Goed, loop ik op een èchtwèl droge nazomerdag hier over onze beukenlaan naar uilenveren te zoeken, struikel ik over kapot geslagen paddestoelen. Niet een, of twee, maar gewoon een hele trits. Ik weet dat men graag de kinderen mag uitlaten op zondag in een natuurgebied. En ik ben zeker in voor rare streken, maar niet alle acties vind ik even leuk. Zelf heb ik trouwens ook kids, en meen enig belang van natuur-educatie te kennen, maar die vernietigende druk op de knop gaat er bij mij niet zomaar in. Er zijn wel leukere dingen te verzinnen in het bos?


Zo’n feestje bijvoorbeeld.

Ik pak zo’n prachtige zielenpiet op, doorsnee minstens 23 cm en loop ermee naar huis om hem in het nieuwe paddestoelenboek op te zoeken. Tja, het blijkt een ontzettende oesterzwam. Vind ik.
Een vriend van ons liet het bewuste paddoboek bij ons achter. Dit boekje is gewoon te lezen. Dat wil zeggen: je leert er ook eetbare paddestoelen uit kennen.
Andere boeken hebben me alleen wijzer gemaakt over hoe er vanaf te blijven. En terecht natuurlijk. Maar met de beschreven paddestoel in categorieën als “uiterst zeldzaam” of “vreselijk giftig”, loop je zo oneindig heen en weer. U snapt het waarschijnlijk al: doorgaans blijkt ‘uiterst zeldzaam’ ook ‘ontzettend eetbaar’ te zijn.
Zucht, daar gaan de lekkere recepten. Daar gaat het roodkapjes gehalte, en het mandje hallucinerend mooie verrassingen. Over keurige wijsheid hebben ze het in sprookjesboeken nooit? En dan?
Blijven we hangen in de nostalgie van de wilde paddestoel?


Zomerpaddestoelen zijn niet zomaar paddestoelen.

Vroeger gingen wij wel eens cantharellen zoeken bij de Klim-Bim, een grote speeltuin tussen de bossen van Aalst en Waalre. Ik kreeg een eigen mandje van mijn ouders en ze leerden me de kenmerkende abrikozen geur ervan herkennen. Ik was 6 of 7 jaar. Begin jaren ‘70 dus.
Na die tijd ben ik het paddenstoelen plukken vergeten. Pas na heel wat carrièredrang kwam ik weer met beide pootjes op de grond. En toen waren de wilde paddestoelen weg of zeldzaam geworden.
Nu ik weer kan genieten en rust uit natuur en koken haal, hebben de schimmelbloemen hier regelmatig een keukenweg gevonden.

De leverancier ervan is echter niet langer alleen de natuur. Zelfs een kweek op eigen stam kost je een godsvermogen bij de specialist.


Er zijn specialisten die er geen geld voor vragen.

Maar oke, ik weer terug met de geslagen vrucht de beukenlaan op, naar de plek des onheils. Even speuren of eventuele volgende generaties nog te verwachten zijn. Dat is nog niet zo’n makkelijk onderzoek, want “sporen” heb ik weet van, “zaadjes” is een ander jargon, maar zie ze maar eens zichtbaar los te schudden. Die paddestoel verklaart je voor gek natuurlijk. Maar ja, ik kan hem moeilijk vertellen dat ik wat paddestoelenvoortplanting betreft niet verder ben gekomen dan de kleuterschool. We plukten dan een rood met witte stippen stoel en legden er een vel zwart papier onder. Na een aantal dagen had de paddenstoel er een prachtig geometrisch spiegelbeeld van gemaakt met witte streepjes sporen.


Onder een grote paddestoel, rood met witte stippen..

Na wat geefse schut- en spreidpogingen, de gehavende stoeltjes één voor één tussen mijn duim- en wijsvinger bewegend, ontwaakte er een duiveltje op mijn schouder. Juffertje ja? Eigen plaats toch? En hop weer naar huis en terug, ditmaal met vergiet en schilmesje.
U raadt het hopelijk alweer: niet de gemolde paddestoelen, maar wat andere ”verse” gingen eraan. In mijn nutteloze voortplantingsaanzet had ik namelijk ondertussen wel veertig vette wilde oesterzwammen ontdekt.
Je snijd er vier en je vergiet is vol.
Heerlijk, beetje goede olijfolie in de pan, stoel in stukken, vier minuten hoog vuur, roeren, eetlepeltje goede balsamicoazijn erbij, omroeren, verse zwarte peper en een scheut slagroom. Wat thym uit de tuin en zie daar: een lekker wild maaltje. Heerlijk met een stokbroodje, bij een knapperend vuur, binnen of buiten. 
Kijk, dat maakt mij pas ontvankelijk voor zoveel wisselende kleuren van de herfst. Gewoon de tanden erin. Heeft u ook wel eens wat moeite met de eerste herfstige aanzet?
En ja we leven nog! Dat is inderdaad wel zo plezierig wakker worden, na een paddestoelen maaltijd. Mijn geweten spreekt me alleen zo ernstig toe. Dat is ook natuur.
Dat wat niet mag en dus onverantwoord is, doe je wel eens, maar maak je niet publiek. Punt is echter dat ik niet altijd even braaf ben en al helemaal niet kan liegen.
Houdt moed juffert: wat is er mis met iets van je menselijke drift te beschrijven, als je er dan toch zo van genoten hebt? Schijnbaar koester ik een wens iets hoog te houden. Een aangemeten imago van natuurbeschermster? Ha, laten we lachen! Of beter gezegd: een Juffertje in het Groen heeft zo haar beperkingen. Dit maal van een sausje voorzien.


Zou deze ook eetbaar zijn?

Sta me toe dat ik niet de reeds kapot geslagen paddestoelen verkoos als maal. Ik weet het. Ik zal het nooit meer doen?