Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

Een bosontbijt.

Tijdens de twee dagen zon, die we godbetert zomaar cadeau krijgen na alle regen, is het hier onmiddellijk tijd voor de korte broek en hopelijk iets bruinere benen. Dat valt niet zomaar mee, want deze juffert is inmiddels gewend om ‘gepakt en bezakt’ de paadjes af te struinen in het rotweer van deze zomer. De muggen en brandnetels blijken ineens wel heel voelbaar aanwezig op al mijn lievelingsplekjes in het land.
In plaats van een voorzichtig gebruind velletje, word ik lek gestoken.
“Niet mauwen, ondervind de grootse natuur in kleine beetjes!” Ja ja, krabbend eet ik een portie volrijpe bramen en ruik ouderwets de zon in het pas gesneden graanveld.

Ik ben op zoek naar wespengebroed, het liefst veel, want ik vind dat mijn Barber DE wespendief een vriendinnetje verdient en dan moet er toch wat te trakteren zijn!
Zag ik voorheen in elk omgewoeld plekje op de grond een heus dassenneus spoor, nu wil ik resten van begraven insectenlarven vinden. Mijn volgende ontgroening, ditmaal in ons grote gevederde vrijbuitersbos. Jawel, hadjiekiedee lek-ker-re hapjes!

Ik ga helemaal voor de vondst van een aardse kraamkamer, waar natuurlijk ook nog eens lekker in geklauwd en gesnaveld is door mijn roofpietje. Nog nooit eerder bij zo’n fenomeen stilgestaan, ik hoef er kennelijk zelf geen hapje van, dus gaat het simpelweg aan me voorbij? Verschillende gaten passeren de revue. Maar om een vet geplunderd nest te vinden moet je wel weten HOE je moet kijken en dat was ik even vergeten. Ik zoek als een gevorderd insectenmakelaar naar resten flinterdun gevormd papier-maché, hartstochtelijk tevergeefs overigens. Want een hele tijd later blijkt dat door de wekenlange regenval er enkel nog pap op het menu van de wespendief staat.
Zeg maar dag met het handje dus, wil je hier wat tastbaars in zoeken. Mijn voorgenomen traktatietruc is in het water gevallen.
Barber blijft dit jaar vrijgezel, hoewel?   


Wespenbroedpap.

De zon maakt intussen het schimmelleven wakker in de vochtige grond. Aan de oppervlakte van de bosbermen kun je een riante stoelendans organiseren. Qua vorm en kleur had Mondriaan hier zeker het nakijken.
Ik besluit dat het Midzomer is en fotografeer een formatie paddenstoelen waar de Herfst een puntje aan kan zuigen. Midden in de zomer moet er toch ook ontbeten worden. Eén stoeltje is warempel net een dikke vette donut, waar je zo een hapje uit zou willen nemen. Ik meen dat eekhoorns daar wel brood in zien. Een andere zetel is belegd met jam. Zou de das dit lekker vinden? Hij moet hem ook gezien hebben want er ligt een lange witte dassenhaar op.  


In deze donut wordt zeker brood gezien.


Confiture met dassenhaar.

Ik plof neer bij een bosbessenstruik in de bermschaduw met uitzicht op onze dassenburcht. Geduld is een schone zaak en het zet je aan het denken. Stel nou dat de wespendief ook baalt van de wespenpap? En ga er eens van uit dat wespen zelf ook zwaar genoeg hebben van hun vochtig huishoudgebeuren. Dan zoeken beide partijen het toch gewoon hogerop? HMmmmm, daar zit wat in: zo’n giga-vogel zal toch wel meer voedselstrategieën in zijn mars hebben. Mijn Barber gaat door voor de hoge honing beloning! Ik besluit op alle verheven kale takken te letten en zoek het basisvoedsel dus niet langer op de bosbodem. Dan kun je wachten tot je een ons weegt, maar let op: na drie dagen strijkt er dan toch een gigant neer.


Giga geduld: kip ik heb je?

Ik heb ook een wespenzwerm gevonden in een oude walnotenboom én een mogelijk wespendiefnest een stukje verderop! Mijn theorietje zou toch eens uitkomen, Ha!


Een zwerm wespen zoekt het hoger en droger.

Nou ben ik natuurlijk weer de enige hier in huis die op de foto (verder ingezoomd) een kuiken op het nest ziet zitten. Maar er wordt al wel toegegeven dat er ‘s-nachts al een tijd lang hoogst opmerkelijk vogellawaai is achterin de notenboomgaard.


Een hoge maat & ‘wishful thinking’?

De zon is helaas al weer een paar dagen foetsie. Ik vermaak mezelf met twee nieuwe roofvogelboeken, aangeschaft op mailadvies van Ben Koks van de Grauwe Kiekendief Werkgroep in Groningen. Mijn geduldig afgewachte giga vogel op verheven tak, blijkt een jonge buizerd te wezen, oftewel een ‘kip’, jargont deze professionele roofpietelaar in de mail.
‘Kip’ klinkt wat cynisch, maar is geoorloofd taalgebruik lijkt me, als je al zovaak om zo’n wit buizerd broekie hebt kunnen lachen in het veld.
Het laatste nieuws over de verdere familie van Barbertje, meldt zijn vogelmaat Rob Bijlsma: de vrouwtjes wespendieven zijn reeds vertrokken richting Afrika. Enkel mannetjes zijn nog hier in Nederland om de jongen groot te brengen!
Leuk hè? Met wespenontbijtjes natuurlijk.