Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman

 

Het ei en de kip

Het ontbreekt mij ernstig aan een paaskip. Zo’n moederkloek kriel die er maar geen genoeg van krijgt. Het is mijn eigen schuld, want ik heb op de techniek vertrouwd met zo’n kasje voor het broeden.
Heel professioneel dacht ik, met een vochtmeter en een digitale temperatuurmeter en zo. Drie maal daags tweeëntwintig eieren draaien, twintig dagen lang, door enkel het kasje op zijn kant te zetten.
Moet een makkie wezen met een gevalletje dat al drie standen heeft, skip de kip!
Tja, de plannen waren zo mooi. Eigen vleeskippen fokken, biologisch verantwoord opfokken, en dan om beurten slachten voor in de pan.
Interessante actie in de supermarktprijzen-oorlogstijd. Stap één begon met het regelen van de eieren. Boer Hoeze, een fervent kippenfokker, was bereid ze te leveren en deed gelijk even voor hoe je een kip moest slachten. Ik dat beestje klaargemaakt, met zo min mogelijk kruiden om het vlees werkelijk te kunnen proeven. Niet slecht, wel peziger, minder vet dus, maar met veel meer smaak dan een maďskip. De plannen kwamen verder vanzelf: een tijd dit vlees eten, verschillende soorten voer uitproberen, kruiden verzamelen en drogen en dan misschien wel leveren aan exclusieve restaurants. Ja, ja, droom maar lekker verder. Hoezo pretenties? Wintermaanden-gekeuvel aan de keukentafel.

We kregen tweeëntwintig eieren mee, en een hoop wijze raad.
Nou wil het geval dat boer Hoeze super krielhennen heeft die alles zelf doen. Maar die verkoopt ie niet.
Wij daarentegen moesten eerst uitzoeken welk ei bevrucht was of niet.
In een patrijzenboekje vonden we er een ouderwetse waterdompel- methode voor, die van harte werd aanbevolen. Bleken alle tweeëntwintig eieren bevrucht te zijn, de ene wat meer dan de andere. Mijn ene wenkbrauw ging al wat de hoogte in, een ‘beetje zwanger?’ weet u wel. Maar volgens het boekje was het tijdstip van de bevruchting hier bepalend voor het onderscheid. De eieren van de eerste wip kregen een blauwe stip, met stift. We zullen zien! Alle vruchten gingen in het kasje op de warmste plek in het huis. Het draairitueel werd driemaal daags ingelast, en wij begonnen aan het timmeren van de kinderkamer.
Dat komt vrij nauw, want kuikentjes kunnen niet tegen tocht. Warmtelamp aangeschaft, en wat biologische granen van de paarden gemalen in een ouderwetse koffiemolen. Zo’n houten ding van zestig jaar oud met draaislinger deed goed werk en al gauw hadden we een bus vol. Het nostalgisch voornemen was geboren om elke dag vers meel te malen voor het grut. Boer Hoeze had er blijkbaar lol in want hij belde regelmatig om naar de stand van zaken te vragen.
De onderdompelmethode voor het bepalen van de bevruchting, vond hij niet geweldig. Vroeger op de eierveiling werden volgens hem gewassen eieren geweigerd, het beďnvloedde de vrucht. Toen ik over het bewuste boekje verhaalde en tegenwierp dat die eieren toch nog niets op konden drinken, hield hij maar verder wijselijk zijn mond. Boerenwijsheid moet je nooit aan je laars lappen, zei iets in mijn achterhoofd, zeker niet aan een gelakte laars, wat de boeken ook zeggen.
Een andere vogelmaat van mij -een boerenzoon- kwam ook met goed bedoelde adviezen. Hij had al eerder het broedkasje geleverd, hoorde het meelmaal-verhaal aan en zei dat kuikenopfokgraan een must was om de kinderschare groot te krijgen. Nu was net het dierenvoer vergiftigingsverhaal weer eens in het nieuws, dus de associatie met hormonen en medicijnresten was hier zo gemaakt. Een must? Niet dus!
Later belde hij nog eens en opperde dat we dan desnoods maar meelwormen erbij moesten proberen. Die ben ik een ons of twee gaan halen toen het eerste ei uitkwam. Een dierlijke aanvulling op het biologisch vegetarisch dieet leek me wel een plan om de kraamtijd heelhuids door te komen. Volgens de planning zou het allemaal in een weekend gebeuren, en de blauw gestipten het eerst. Gelukkig kozen ze de zaterdag, want ik was nog niet terug van de dierenwinkel met de wormen, of nummer twee zat nat in de kas. s' Avonds en de vallende nacht erop werden nummer drie en vier geboren. Geen blauw gestipten, maar alla, gebroken schalen netjes opgeruimd en de eerste vier in de kinderkamer op een bedje van stro onder de lamp. Veel oh en ah, natuurlijk. De zondag kwamen er nog drie en toen was het op.
Nog twee dagen gewacht op de resterende vijftien eieren, maar het mocht niet baten. Het plezier ook niet drukken trouwens, want we waren druk aan het moederen hier met z’n allen.

De meelwormen waren veel te groot, de kuikentjes leken erin te stikken en konden ze niet eten. Ze moesten in stukjes geknipt worden, volgens mijn vogelmaat. Dat leek me helemaal niets: een biologisch gemalen meeltje met metalig doorknipte wormpjes kan niet rijmen en is bovenal zielig. Toen het eerste kuiken omviel, heb ik het toch gedaan. Wormen knippen werd normaal. De kuikens gingen als een speer tekeer ermee tot een paar er van verstopt leken te raken. Kuikenkontjes wassen, heel voorzichtig, bleek uitstel van executie. Twee kuikens gingen twee dagen later dood. De paar geknipte theelepels vol meelwormen per dag, hebben hun de das omgedaan. Boer Hoeze zegt dat er een verschil is tussen kippen en vogels. Kippenkuikens eten geen wormen als ze zo jong zijn.
Ik zal voortaan eens wat beter luisteren naar iemand die al vijftig jaar eieren in zijn handen draait en zo al weet of ze bevrucht zijn.
Zelfs de koolmezen vonden de rest van de meelwormen erg vies.

We zijn nu bijna drie weken verder sinds de geboorte en er leven er nog drie. Die drie zijn doordouwers, want de rest is de eerste anderhalve week gestorven. En ja, toch een zak kuikenopfokgraan voor ze gekocht. 
Als we het nou eindelijk eens helemaal goed doen, dan geef ik ze ook een eigen naampje. Dan vermijden we dat we ze opeten op termijn.
Behalve mijn schuldgevoel, vraag ik me af hoe zo’n fantastische krielkip het toch allemaal doet. Die wip dat geloof ik wel, maar dan de selectie, het niet te vochtig maar wel warm houden en het draaien..? Wat gaat er boven een warme donkere bescherming van moeders veren, die je de grote boze buitenwereld op het duimpje leert kennen?
Klaar met de broedkas en broedlamp hier, ik wil een paaskip, een echte!