Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman

 

Tour de fruits

Het is hier één groot feest voor jong en oud. De roodfruit maand is op zijn hoogtepunt met een overvloed aan kersen, frambozen, aardbeien en aalbessen. Elke dag eten we ons ongans aan alle zoete vruchten. De meest gekke recepten worden uit de kast getrokken, ware schranspartijen ontstaan om door de berg fruit heen te komen. En niet alleen voor ons, ook allerlei vogels zijn van de partij. Zij houden het wat simpeler en eten elke dag zonder gek recept hun buikjes vol. Voor ieder is er wat wils en er komt vooral veel jong gevederd grut op af.

Ze zijn dol op de rode fruitjes en wij zijn dol op hen. 


De Tour de Fruits heeft strobalen ter protectie van de vele deelnemers.

Er zijn mensen die complete net- of kooiconstructies verzinnen om de rode oogst te beschermen tegen vogelvraat. Wij hebben een perfecte oplossing van de natuur gekregen, we delen het fruit gewoon. En wel middels een enorme kersenboom met vroege kersen achter het huis.
Hij vormt het vogelmiddelpunt van wat we hier de roodfruit gaard noemen. Deze ware Tinus heeft een lelijk verwaarloosde gespleten stam, is nog nooit gesnoeid en waarschijnlijk al zestig jaar oud, zo niet ouder.
Hij hangt werkelijk propvol kersen, dit in tegenstelling tot de paar laagstamboompjes een stuk verderop. Zorgvuldig gekoesterde moederdag kadootjes, die welgeteld jawel: vier Udense zwarte kersen in rijping dragen. Onderscheid moet er wezen, zelfs in luilekkerland.


De start van Tour de Fruits begint met de rode vlag, een gedragen werk.

De oude boom is een waar walhalla voor een keur aan vogels en staat temidden van het ander roodfruit. Onze gevederde vrienden creëren hier hun eigen heerlijkheid met een ‘tour de fruits’. Van een duik in de frambozen, via een schoonsprong op een kersentak naar een landing op het aardbeienbed. Met als slotprestatie een eindspurt naar een takje aalbessen. Mijn liefje wat wil je nog meer? 


Aan elke wedstrijd doet wel een haantje de voorste mee.

Ik lig in een deuk als ik een merel zie, die niet één, maar twee kersen tegelijk naar binnen werkt. Of een Vlaamse Gaai die er één in z’n wang heeft gepropt en met een gulzige bolling mijn kant op blikt voordat ie slikt. Een andere Gaai heeft een framboos in z’n poot èn eentje in z’n snavel èn ziet ook nog kans om op z’n kop in het frambozenrek te gaan hangen. De volwassen acrobatische toeren op de frambozenrekstok stellen de jonge vogels kennelijk zo gerust dat ze zich zonder schroom laten bewonderen.

 
En aan kop vandaag deze Vlaming, hij gaat door voor de bolletjes trui.

Het zijn er veel en ze komen heel dichtbij. Zouden ze elkaar opzoeken? Doorvertellen waar het buffet opgediend staat? Van die donserige kleintjes, die je onbevangen en spontaan op een meter afstand aankijken met zo’n blik van “õh, ben jij ook op de wereld? Ik heb jou nog nooit gezien! Geeft niet hoor, kijk ik vlieg!”
En dan onverstoorbaar ook een lekkere dikke aalbes gaan verorberen.


Nog nat achter de oren, nemen ze al deel aan de Tour de Fruits.

Niet alleen het roodfruit draagt bij aan de feestvreugde, ook ons ‘prachtige gazon’ met hier en daar een graspolletje en ‘onkruid’ afgewisseld met modder en zandplaten, blijkt een ideale speeltuin.
De jonge groene specht neemt er op z’n gemakje een zandbad, waarna ie met z’n veel te grote snavel naar mieren neust tussen de kruiden. Zijn vader en moeder hebben we ‘ons Vriendje’ genoemd omdat hun roep klinkt als een lach. Nog nat achter de oren, zit de kinderschare regelmatig in de kersenboom hun eerste lachoefeningen te doen.


Pinokkio duikt vol in een nieuw element van de Tour de Fruits.

De jonge bonte specht isPinokkio’ gaan heten omdat hij zo’n rode bolle kop heeft met een uitgesproken lange neus. Het feest is pas kompleet als er is gebarbecued. Pinokkio heeft bedacht dat het na een handje frambozen, tijd is voor zijn identiteitje als viespiet. Zonder smetvrees peutert hij met zijn rode punkhoofd eerst aan de asresten van de barbecue en duikt er dan vol in.

Wat een tomeloos genot, het leven is hier deze maand één groot luilekkerland. Niet eerder is het deze Juffert opgevallen, hoe jolig het er aan toe kan gaan.

(Alle foto's : Anouk Reefman)