Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman

 

Fokken of kweken?

De lucht is zwanger: honinggeur van de vlierbloesem.
Een aangenaam zwoele ervaring op zo’n zomerse avond, tijdens deze wel erg wispelturige lente. Ons werk zit er voorlopig weer even op, de rust kan terugkeren want alles is goed gegaan. De resultaten staan tevreden op de wei bij hun moeders te drinken. Vannacht kunnen we weer aan één stuk door doorslapen, heerlijk! Het waken duurde dit jaar twaalf dagen en elf nachten.
We fokken hier namelijk ook paarden en dat is toch nog een heel gedoe. Die beestjes staan niet zomaar startklaar opgetuigd in een verse stal, zoals ik gewend was voorgeschoteld te krijgen op de manege in de stad.
Ik bemoei me er maar zijdelings mee hoor, de kunst en de kunde van het fokken leer je niet op een school. En wat is er nou prettiger dan wat hand- en spandiensten verlenen en verder de ruimte hebben om je lekker te verbazen en verwonderen? Het is af en toe even stevig aanpoten, maar daar is nog niemand aan dood gegaan. Met fokken als hobby heb je een gegarandeerd abonnement op wonderen.


Bon Bon zoontje van Crème de la Crème.

Zo maakte ik als kraamjuffer ook eens een bevalling op klaarlichte dag mee buiten op de wei. Een indrukwekkende ervaring, want paarden trakteren doorgaans s' nachts op spruiten, in het stal- of maanlicht. 
We zaten er dus met onze neus boven op, voor mij een unieke ervaring.
Net na de bevalling zat ik zelf nog uit te blazen van de spanning toen er plotseling een vos uit het bos kwam aanlopen om mee te kijken.
Ik bedoel maar. Je gelooft je ogen toch al niet, op zo’n moment schiet de adrenaline gewoon je oren uit. Mevrouw vos kwam waarschijnlijk, zo liet ik mij vertellen, de nageboorte ophalen. Zulke ervaringen kun je met geen pen beschrijven, wel voelen. En de camera is dan een misplaatst medium. 


Mevrouw Vos komt wel eens vaker kijken.

Overigens vind ik de term ‘fokken’ een ietwat kaal woord, dat niet zomaar de passie en de variatie uitstraalt die het in werkelijkheid omvat. Verder dan de associatie met wat konijnen, kwam ik eerder bijvoorbeeld niet. De zijlijn leent zich echter goed voor de Juffert om van alles uit te zoeken en inmiddels hebben we ook een mooie tuin gefokt, of heet dit ‘kweken’? Tuinieren is trouwens geen verhaal apart, want ook daar wist ik in eerste instantie niks vanaf. Wie had ooit gedacht dat ik me nog eens idolaat over een klaproos zou buigen? Dat ik bevlogen de lenteplanten de grond uit zou kijken? Hier groeit werkelijk van alles en niet uit het boekje. De Latijnse namen zijn aan mij niet besteed. Ik heb de vreemde gewoonte om zelf namen te bedenken, als ik er over vertel aan tafel of ze laat zien. Een knikkende Adriaan, een Pukkert of Klimmerd, een Ganzerik of Paarserik, ik noem maar een dwarsstraat. Ze worden afgewisseld met de Nederlandse namen van planten die ik wel ken. Zo groeit er langzaam maar gestaag een nieuwe passie uit mijn handen, zonder dat ik in Latijnse onmogelijkheden blijf hangen. Ik ben waarschijnlijk wel de enige mens die een konijn-vrije voortuin heeft gemaakt. Als na één nacht, alle aangekochte en zorgvuldig gezette heideplantjes-in-vier-kleuren zijn opgegeten, kom je op dit soort vreemde ideeën.


Twee hazen of konijnen, maar ze lusten in ieder geval heideplantjes.


Een konijn-vrije voortuin.

Nou wil het geval dat ik ook wel eens zelf geprobeerd heb plantjes te kweken. Jawel, ik ben daar weliswaar gauw weer vanaf gestapt, want het is een hoop werk en bij het minste of geringste liggen de gespeende friemeltjes kassie wijlen. Maar Basilicum en Artisjokken probeer ik elk jaar weer hartstochtelijk opnieuw. Tot nu toe nog tevergeefs, daar niet van, maar mocht het ooit lukken dan eet ik op mijn beurt zeker te weten wel meer dan twaalf dagen èn nachten, eigen basilicum en artisjokken.
Komt er van de week een Belgische fokker op bezoek, die mijn promotie in het fokkersvak wel heel snel voor elkaar wist te krijgen. Het was een uiterst vriendelijke man die niet alleen in de paarden geïnteresseerd bleek. Mijn zielenpieterige bazieltjes, toen nog keurig in een kasje op het terras werden ook bewonderd. “Alléé, wat bent u daar aan het fokken?” Ik vertel hem van alles over lekker eten en verse kruiden, ondertussen dacht ik na over de term ’plantjes fokken’. Ik mis het konijnengehalte wat dat betreft. Niet veel later loopt hij op de wei en beweert dat we mooie veulens hebben ‘gekweekt’ dit jaar. What’s in a name?
De Belgen draaien het gewoon om. Ha! Als ik nou eens een keer wil opscheppen vanuit mijn zijlijn, kan ik nu met recht zeggen dat ik een fokker ben. Dan moet wel eerst de Basilicum een keer gelukt zijn.


Mijn veelbelovende super bazieltjes.

(Alle foto's : Anouk Reefman)