Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
  

 

Moederkoek


Wij fokken paarden, altijd gehinnik om je heen: soms zijn ‘t net ganzen. Alert zijn is een  eigenschap die deze vluchtdieren tot een ware kunst cultiveren. En ja, wat wil je als een dassenfamilie gewoon zomaar tussen je paardenbenen door neuzelt? Wat is er dan nog vreemd en wel de aandacht wekkend? Een juffert moet voor een dassenplaatje alles uit de kast trekken. Een jong veulen leert daarentegen van moeders dat zwartwitgestreepten gewoon dommig kuieren, geen gevaar opleveren en vooral s’-nachts hun ding doen. Om jaloers op te worden.


Beuk bij nacht.


Het geluid van onze naderende jeep op de beukenlaan, levert sowieso een meervoudig ha-eten-gehinnik op: tijd of geen tijd. Vreemde auto’s worden  met strekkende hals opgevolgd door de alfamerrie van de kudde, tot de rust is wedergekeerd. De nieuwe babyvossen worden wel direct door alle paardenbeesten gesignaleerd. Het ritselen onder de struiken wekt wederzijdse nieuwsgierigheid, en juffert weet dan dat het goed is.


Wat ruist er in het strui-uikgewas..?


Ze zijn goed verstopt dit jaar. In de vroege ochtend racen stropers wat onze vosjes betreft, tevergeefs over het landgoed hi, hi ! De kentekennummers van lichtbak & co worden - wanneer mogelijk- door ons bijgehouden. Het geval wil namelijk dat onze merries vaak juist het ochtendgloren als ultiem tijdstip voor hun bevalling kiezen. Hier valt geen klok op gelijk te zetten, en waken is dus een vast pakkie-an dat er hier bij hoort. Zo zie je nog eens het een en ander, dat eigenlijk niet voor jouw ogen bestemd is.


Een wild ogend vosje.


Meestal hebben we een of twee veulentjes per jaar. Deze lente en vroege zomer verwachten we er wel vijf! Mochten we een bevalling missen, dan wordt in ieder geval de nageboorte opgespoord en op volledigheid geïnspecteerd. Want ons verrassen met een te vroege geboorte is vaste prik, zo niet een uitdaging voor de merries. Het moet wel een natuurlijk een-tweetje blijven, is de dringende boodschap. Tja, en zolang alles goed blijft gaan, tijdens en vooral ook na zo’n (in)spannende  gebeurtenis, accepteren we graag onze begeleidende plaats.




Mijn eerste keer herinner ik me nog als de dag van gisteren: deze juffert mocht een buitenbevalling meemaken van merrie Qui Vive. Alles verliep vlotjes in het ochtend gloren, ik was zelf als enige buiten adem. Het wonder voltrok zich onder begeleiding van een gedurige zanglijster, alles pais en vree, tot ik een plotseling een rolberoerte kreeg door het verschijnen van een vos op zo’n twintig meter afstand van moeder en kind. Krijg-nou-wat?!  Ik schoot omhoog uit het hoge gras en meende in eerste instantie mijn herdershond te herkennen. Ziezo, flikker op, wat doe jij hier? Merde! schreeuwde ik naar het naderend gevaar. De vos koos het hazenpad, en ik bleef ontsteld achter. Niemand sloeg alarm, alleen deze juffert bibberde een rampscenario bij elkaar. “Die vos komt enkel op de geur van de bevalling af en wellicht een hapje nageboorte” , kreeg ik van mijn Mar te horen. Uh? Vive en veulen vertoonden inderdaad totale rust in de situatie.



Oké, toen heeft juffert weer wat geleerd. Wist ik veel dat placenta’s voor sommigen niet te versmaden zijn? Er worden dure nachtcrèmes van gemaakt, maar hiermee hield mijn kennis toch wel zo’n beetje op. En waarom wordt zo’n moederkoek dan wel telkens diep begraven achter op het erf? Wacht eens even…idee!
Na vele walgelijke stroperservaringen hier op het land, van langzame vergiftiging, afknallen en doodhongeren van kleintjes, weet deze juffert nu wat haar gemoed iets van rust kan geven. Daad bij idee gevoegd, krijgen onze vosjes tegenwoordig een lekker verse moederkoek geserveerd bij hun burcht. Immers, met een stevig vol vossenpensje, blijft alles beter verstopt voor menselijk kwaad? De eerste twee placenta’s van dit jaar vonden zo hun weg naar de burcht door ons toedoen. Daags erop: verdwenen! Zes jonkies gunnen daarmee hun moeder ook wat rust? Zij zal minder snel risico gaan lopen op jacht door deze natuurlijke kraamtraktatie. De derde moederkoek is inmiddels al zelfvoorzienend opgehaald, vanachter op het land. We vonden er nog een heel klein stukje van terug en jawel: op de burcht. ‘t Zal een flinke sleeppartij geweest zijn!


Een vossenneusje in werking.


Ik weet dat je vossen niet mag (bij)voeren, wil je hun wild karakter eerbiedigen. Voorkomen dat ze verlekkerd op een nietsvermoedende wandelaar aflopen. Maar de vos heeft het ons zelf geleerd. Een moederkoek begraven heeft zo weinig zin en m’n dierenliefhebbende hart wil in meer rust kunnen genieten.
Wie weet en stropers zullen ook nog eens een lesje leren?