Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman

Teun de pleegpup.

Kijk, ik geef toe dat het even wennen is, maar die Juffert valt wel mee hoor. Alles beter dan eerst, toen ik nog aan een boom zat vastgebonden met een touwtje.

Ze geeft me te eten en ik heb een naam die telkens verandert. Maar dat schijnt normaal te zijn, vertellen mijn maten. Want die vriendjes krijg je er hier bij. Een gele grote hond, en twee witjes met zwarte vlekken. Met eentje ervan, Roosje, slaap ik op een warme wollen deken. Zij is trouwens het leukste, want ze houdt net als ik van keten. Plezier maken vinden ze hier niet vreemd. Een hoop andere dingen wel. Daar moet ik erg aan wennen. Sommige dingen weet ik al, maar andere zaken zijn niet te volgen. 


Spelen doe ik de hele dag met roosje

Plassen doe je buiten, niet in de kleurtjes maar in het gras. Wat kleuren zijn dat weet ik niet, maar gras is lang of kort en in ieder geval sprieterig. Wel dunner dan ik. Eerst noemden ze mij een zakje botten, maar steeds vaker heet ik Teuntje. Teuntje Tarzan, als ik blaf, Teuntje Tomaat als ik in de moestuin help, Teuntje Tandje als er zo'n wit hard dingetje uit m'n mond valt. "Teuntje Teek" is gelukkig voorbij, sinds ik bij zo'n dokter mevrouw ben geweest. Daar hoef je niet te blijven, maar ze haalt wel dertig keer een lastig beest uit je. Vervolgens prikt ze je twee keer en dan nog eens en heb je maar één blijvend bobbeltje in je nek. Niet te volgen, wel? Mijn kleinste baasje meent dat het 'chips' heet. 


Toen we weg gingen bij de dokter mevrouw, in zo'n brommend blikken ding op wielen, moest ik overgeven. Ik at het weer op, net als vroeger, maar dat mocht niet. Wel krijg ik tien keer per dag hele kleine brokjes. En die mag ik zoveel keer als ik wil, maar niet alles tegelijk zoals de andere honden. Ze zijn lekker, maar toch anders dan die van m'n vriendjes. Iedereen heeft hier een eigen bakje met eten en er is een grote bak met water. Zoveel je maar wilt! De juffert, die kookt en bakt ook wel eens lekkere dingen. Maar dat moet ze wel voor mij doen en dat snapt zij nou nog niet. Als ze het van een stenen bord eten moet ik in de mand. Ongelooflijk. Ze hebben ook niet door dat je daar alleen in moet om te slapen.

Ik doe nog een heleboel dingen fout. Maar als je het goed doet krijg je kroeltjes of wat lekkers. Als je het fout doet een andere naam. “Zwart jas” bijvoorbeeld. Ook houden ze me de hele dag in de gaten. Waar is 'de zwart jan' zeggen ze dan. Vreemd volk toch? Het lijkt nog niet op "Teun" en ook niet op 'uit de tuin' en bovendien ben ik een meisje. Ik ben wel helemaal zwart. Ach, ze roepen maar, ik zie wel of ik luister.

Er komen hier vaak kleine mensjes spelen met mij. Die zijn blond en ze worden nichtjes of vriendinnetjes genoemd. Laatst was er eentje die heet Julie. 


Hou jij van mij? Ik ook!

Juul snap ik het beste want die is zo lief voor mij. Ik kreeg een bot van haar met een gekleurd strikje erom en een heleboel aaitjes. Kijk, het leven is nog niet zo verkeerd. Wel anders dan vroeger, maar dat vergeet je snel. Wat ik soms mis is de zee. Niet dat ik er ooit in ben geweest, ik zat vast aan die boom. Maar de zee maakt een fijn geluid, daar word je soezelig van. Hier hebben ze geen zee, wel de A2. Dat is een lange streep in Brabant waar de mensen elke dag rijtjes oefenen. Niks voor mij, maar de wind neemt het geluid vaak mee, en dat lijkt ergens wel op de zee.

Er is hier water dat zoet smaakt en niet zout ruikt. Met mijn juffert ga ik daar vaak naar toe. Ze neemt dan een zwart blik mee dat om de haverklap klikt en flitst. Dat went snel. Maar nu moet ik vaker thuis blijven of aan een lijntje lopen, omdat ik erin was gaan zwemmen en toen werd ze boos. Kan ik daar wat aan doen?  Ik had allemaal groene blaadjes op mijn hoofd, maar daar ging het niet om. Er was namelijk een eend met tien kleine eendjes en die vind ze liever. Ja,ja, daar gaat ze van roepen en klikken en stralen. Maf mens. Heet zo'n beest 'eend' en dan noemt ze de kleintjes 'plopjes'. Kan u het nog volgen? Ze zegt dat de mini's ploppen als ze achter hun moeder aan te water gaan. Je hoort inderdaad kleine plonsjes, maar of je dan meteen plop genoemd moet worden? Nou ik mag niet ploppen, dus het zal me een worst wezen. 


Hier mag ik niet mee spelen.

Trouwens als je in zo'n plas bent gesprongen en van die groene blaadjes in je haar krijgt, dan stopt ze je nog een keer in het water. Buiten mag je er niet in, binnen moet je erin. Net alsof dat niet nat is. Mijn maatje Roos is dat ook eens overkomen. Maar zij vertelt dat er dan een spulletje wordt gebruikt dat naar bloemetjes ruikt en bellen maakt. Bij mij is dat nog niet gebeurd gelukkig. Roos zegt dat je dan snel naar buiten moet gaan en een drol moet gaan zoeken. Dassendrollen werken het beste tegen die bloemenstank volgens Roos. Gewoon in rollen en klaar is Kees. Of Ziezo, of Maartje of Roosje of Teun!

(Alle foto's : Anouk Reefman)