Klein,
kleiner, kleinst
In het Bossche
dierenrijk van deze juffert blijkt ‘klein’ een rekbaar
begrip in de overtreffende trap van betekenissen. Meende ik verzot
te zijn op kleine veulentjes, nou, er bestaan hier achter op het
land sinds kort ook permanente mini paardjes, die nooit groter
groeien, maar wel volwassener. Ik schrok me dan ook het
apelazarus, toen ik heel onschuldig een verse dassenwissel volgde
in het hoge gras. Ik was nou niet bepaald voorbereid op afwijkende
uitwassen van het paardenras, zo met mijn neus in de talloze
pierenputjes van de das. Aldus de sporen volgend was er opeens een
drooggevallen doorsteek van een omringende sloot in het verlengde
van dit dassenpad. Ik probeerde over het oevergewas heen te
kijken, om het vervolg van de wissel te traceren aan de andere
kant.
Een
verse dassenwissel
Plotseling hoorde ik
een langgerekte iele gil, een soort hoog gepieper, oftewel een
vreemd schril getoeter, dat ik absoluut niet thuis kon brengen. Ik
schrik me dus lens en duik op de grond. Voor me verrijst een
harige borstelkop met dito oortjes, die een geblaas voortbrengt.
Naar mij of naar een ander borsteltje? Er blijkt daar aan de
overkant ineens een hele kudde van die vuvuzela’s op te duiken.
De een nog kleiner dan de ander, en allen voor zeker de helft
verstopt in het gras en het hoge oevergewas.
Het
borstelkopje van een Vuvuzela
Ik, op mijn beurt,
schreeuw een harder wèèèeeeh?! Ik meende dat paardachtigen
hinniken? Wat is dit nou weer voor een beestachtig iets en het
worden er steeds meer? Mijn kennis van paarden en pony’s schiet
hopeloos tekort! Met deze exemplaartjes zal juffert een nieuw
hoofdstuk qua geluid en groeigenen toe moeten voegen? Heldhaftig
ga ik overeind staan, zij schrikken in eerste instantie terug,
niet zozeer van mij lijkt ‘t, maar van één van onze ’groot
alarm’ blaffende mini-koetjes: Roos, de boerenfox. Wat heb ik
hier nu aan mijn fiets hangen, denken wij allemaal tegelijk?!
Deze beestjes
bestaan voornamelijk uit haren en ze draven niet verschrikt weg,
maar ‘hippelen’ naar een andere volgorde? Ze hebben een
volwassen lange staart, maar zo’n korte pootjes! Om over de
uiteinden ervan maar helemaal te zwijgen. Ze staan tot aan
halverwege hun buik in het gras. Nou, met zulke kleine hoefjes
moet een hoefsmid wel heel wat acrobatiek uithalen om er
kwalitatief wat aan te kunnen onder- dan wel overhouden. Moet ie
een sterk vergrotende bril meenemen? Zo’n flinke forsgebouwde
smid.., zal hij ze op een tafel zetten of misschien ernaast op de
grond gaan liggen?
Een
overzicht van/door een kudde kortbenige vuvuzela’s
Ik stel me zo voor
dat die bewuste pierenprutsende das ‘s-nachts zo’n
borstelbeest op zijn wissel tegenkomt. Kippig als dassen zijn,
botst ie er waarschijnlijk pardoes tegenop, niet wetende wat hem
overkomt. De dassen wonen hier immers al zo’n tweehonderd jaar,
die kennen inmiddels hun streekgebonden pappenheimers wel. Dat het
recente inscharingsbeleid met dit soort minimuizen komt aanzetten,
is veel betekenend voor onze das? Een veulentje van zo’n
borstelbeertje, is waarschijnlijk even groot, dik, harig en neuzig
als een volwassen das. Tijdens een nachtelijke ontmoeting zal de
das zich afvragen of de gelijkende contouren een nieuw fabelbeest
impliceren?
Thuisgekomen laat ik
Margo de foto’s van mijn nieuwe vondst zien en vertel over het
verschijnsel hippelen en het hoge gepieper van mijn vermeende
vuvuzela’s. Nou blijkt dit formaatje hoogstwaarschijnlijk
‘falafela’ te heten, een Schots wezentje met inderdaad een
afwijkende gang, dat bekend staat om zijn zeer moeilijke voetjes.
Het piepend getoeter en bokken van de allerkleinste borstel naar
haar soortgenootjes, betekent dat zij de oudste is in de rangorde.
De badkuipvorm van haar rug en dikke pens zal inderdaad ook wijzen
op een vruchtbare geschiedenis! Een hippend bijzettafeltje bepaalt
al toeterend de hiërarchie. Ik pas me aan en schrijf er een klein
juffertje over.
De
kleinste piepende doedelzak