B i j z o n d e r  n a t u u r l i j k
door Wim van de Wouw

 - Lente 2010 -

Op de schitterende zondagmorgen van 18 April, besloot ik eens op mijn gemak te gaan wandelen langs houtwallen en bos .

Mijn eerste schreden gingen richting van het Beeldven  dat lag te spiegelen in het eerste morgenlicht, daarbij spiedend naar bijzonderheden, die de natuur op dit uur dikwijls te bieden heeft.

Het eerste wat mij opviel waren de ontelbare dennenappels aan  en op de takken van de Doornden [Pinus Rigida] wat een vruchtbaarheid aan deze takken van deze al zo oude boom.


Mastappeltje van de doornden.


Een doornden

Naar het schijnt liet jonkheer van De Bogaerde van Ter Brugge de toenmalige eigenaar van landgoed Nemerlaer rond 1890 dit gebied beplanten, na eerst het moerassige gebied rond het toen genoemde 'Gagelrijsven' [Beeldven] door het aanleggen van rabatten, had geschikt gemaakt voor het beplanten met Grove Den [Pinus Silvester] en Doornden [Pinus Rigida].
De Rabatten [dijkjes] tussen twee slootjes werden beplant met de bovengenoemde soorten naaldhout. 
Het verhaal gaat dat de Doornden na het afzetten van het lichte gebruikshout opnieuw tot schotvorming zou komen net als hakhout uit de hakhoutopstanden, dit was echter een vergissing. Wel ontstond op latere leeftijd spontaan naaldvorming tegen de ruwe stam, zoals te zien is op de foto's .
Nabij de oude stam vond ik een jonge zaailing met een dennenappeltje van vorig jaar waarop duidelijk de doorntjes te zien zijn.

Zo slenterde ik door, onderwijl genietend van de vogelgeluiden en hoorde ik dit jaar voor het eerst de koekoek, misschien reeds zoekende naar een nestje waar hij zijn ei in kwijt zou kunnen .
Onderwijl dribbelde een reebokje links van mij door het pijpenstrootje, één kort stompje gewei op zijn kopje en verder leek hij mij niet gezond, gezien zijn traagheid van vluchten toen hij mij ontdekte.

Bij het Beeldven aangekomen waar ik een eenzame eendenwoerd rond zag zwemmen en de geluiden waarnam van een koppel Nijlgansen, die veel andere watervogels tot last zijn.

Terugkerend op mijn schreden zag ik langs het zandpad in de houtwal, de prachtige wilgenkatjes en de zo rijkelijk bloeiende wilde kers, evenals een groepje bosanemonen en daarbij het mooie blauw van de Maagdenpalm tussen het prille groen van de opkomende voorjaarszonnebloem, met in de nabijheid de zo prachtige bloem van het Groot Hoefblad .


Wilgenkatjes


Wilgenkatjes


De rijk bloeiende wilde kers


Bosanemonen


Bosanemonen


Bloeiende Maagdenpalm


Groot hoefblad

De eerste trimmers en wielrenners zijn in aantocht, dus besluit ik mijn wandeling, in de wetenschap dat mijn lieve echtgenote mij zal verrassen met een lekker bakske koffie, en ik denk een eierkoek. Ik groet elke lezer van dit vroege Zondagverhaal . 

W.v.d.Wouw


Gagel


Knoopkruid


Morielje


Een 'weet-niet'-paddestoel.