B i j z o n d e r  n a t u u r l i j k
door Wim van de Wouw

 

- Naar Venrode -


Mijn vrouw en ik hadden al eerder de plannen om nog eens op het landgoed Venrode rond te wandelen, dit is een  van de landgoederen waar ik in mijn tijd bij Brabants Landschap het beheer voerde, en zo kwam het er deze week van, dat wij samen in de auto stapten en deze plannen gingen verwezenlijken.

Via Haaren en Esch, en over de tunnel die de wereldsteden St.Michielsgestel- Esch – Haaren en Boxtel met elkaar  verbindt, gingen wij rechts de Heultsestraat in, en reden recht in de armen van een eenheid van de M.E. die schijnbaar een oefening aan het houden was in het bosgebied. Echter niet op het landgoed Venrode. Ik reed op hun aanwijzing langs hun voertuigen over het fietspad tot aan de poort, die ik ontsloot, om onze auto enkele meters verderop parkeren. Wij sloten de wagen en gingen te veld nagestaard door de spiedende blikken van onze rechtsbeschermers.


Laan in Venrode

Wij richten onze schreden eerst naar een klein moerasje waarvan ik wist dat er een mooie moerascypres [Taxodium distichum] groeide, daar werd ik verrast door de vele kniewortels door deze boom ontwikkeld, een fraai gezicht hoe deze wortels boven de grond uitsteken om de boom en de wortels  van zuurstof te voorzien, nog even, en zijn naalden worden rood, dan vallen ze af en de boom gaat kaal de winter in, ik hoop maar dat de groeiplaats natter gaat worden, want dan worden de kniewortels nog mooier.


Kniewortels van de moerascypres

Dan een eindje verder de mooie groene blaadjes van het uitgebloeide Dalkruid, dat de bosbodem plaatselijk bedekt.

 
Dalkruid

Hoge Douglassparren, en Grove dennen steken hun kruinen in de hoogte, het is een goede zaak deze bossen langzaam, zonder schokeffecten te veroorzaken om te vormen naar het gemengde loofhoutbos, dit noemt men het plentersysteem, voor het eerst toegepast in Duitsland tijdens de eerste wereldoorlog ter verjonging van de bosopstanden.

 
Grove den

Plaatselijk heeft moeder natuur hier reeds een handje geholpen, want de open plekken ontstaan bij de stormen in de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn her en der al begroeid met loofhout en ander opslag.
Maar ook de Douglasspar heeft zich ook op veel van die open plekken door uitzaaiing massaal gevestigd.

 
Douglasspar


Kegels van de douglasspar

Alhoewel ik de slanke hoge naaldbomen, vooral de douglasspar visueel ook schitterend vindt, geeft het loofhoutbos toch een rijker natuurleven.
Druk eens op de harsblaren op jonge douglasstammen, en ruik dan hoe heerlijk het hars geurt.
Dan passeren wij een van de kleine vennen, dat zo mooi verscholen ligt in de donkerte van het bos, waarna wij doorlopen naar een van de grotere vennen, waar plaatselijk het moerashertshooi of diamantkruid weer veelvuldig voorkomt, wij zijn echter te laat het mooie gele bloemetje te zien want het kruid is uitgebloeid.


Klein vennetje op Venrode

 
Het grote ven


Moerashertshooi

Wat verderop vinden wij een voor mij onbekend plantje, groeiende op een stuifrug nabij het ven het is uitgebloeid anders had ik het misschien wel gekend

 
Een voor mij onbekende plant

Restanten van beuken en eikenlanen, doet mij denken aan mijn ome Piet, die in het eerste kwartaal van de vorige eeuw bedrijfsleider was op het landgoed Venrode dat toen veel groter was, misschien heeft mijn ome Piet die gestorven is aan de Spaanse griep deze lanen en bossen nog aangeplant, ik heet naar hem, mijn tweede naam is Petrus, en ik ben eigenlijk altijd wel een beetje groots geweest dat ik zeventig jaren na zijn dood hem heb mogen opvolgen bij het beheren van dit landgoed-natuurgebied, waar zeer zeker nog sporen en restanten van zijn werk aanwezig zullen zijn.
Ome Piet zei mijn vader was unne 'gouwe miens'; toen hij stierf was hij getrouwd met Miet Hoefnagels, en was kinderloos. Tante Miet Hoefnagels is nooit hertrouwd, zij is gestorven te Haaren naar ik meen in 1946.

Wij keren terug op onze schreden, ik maak nog wat foto's van diverse paddestoelen, en verwonder mij er over dat wij geen enkele eend of watervogel hebben gehoord of gezien, net zo min als andere vogels of wild, wel roepende en schreeuwende M.E'ers, waardoor misschien deze beesten zijn verstoord.

 


De tonderzwam


Een voor mij onbekende paddestoel

Dan zijn wij terug bij onze auto, ik ontsluit de poort, en zie nog enige dienaren van Hermandad wat slenteren bij hun voertuigen, en in de verte nog steeds geschreeuw. Na de poort gesloten te hebben staan de politievoertuigen nog steeds in de weg, en rijden wij via het fietspad weer op huis aan. Wij wuiven tegen de agenten, die zich wellicht afvragen wat zijn die twee oudjes toch in het bos wezen doen.

Dan rijden wij langs de landgoederen Zegenrode en Zegenwerp via St.Michielsgestel richting Gemonde. Vanuit de Boomstraat zie ik in de verte de Schoomberg, zoals hij hier wordt genoemd, een slecht stuk landbouwgrond waar in het verleden veel Schoom groeide. Hier wordt de grassoort Windhalm mee bedoeld die vroeger op magere grond veelvuldig voorkwam tussen het graan.
Zo leg ik het tenminste uit, alhoewel op Topografische kaarten het als Schoonberg wordt vermeld.
Dan via de Schijndelse dijk Langs het natuurgebied De Geelders, rijden wij ook langs de bezittingen van wijlen Jan van Hoogerwou,. Deze bezittingen 2 boerderijen en bossages zijn door wijlen zijn kinderloze weduwe aan Brabants  Landschap geschonken, met meerdere landerijen in Oirschot en Boxtel.

Dan via de Mortelen over De Logt weer tevreden naar ons huisje op de hei.

Wij hebben vandaag toch weer een mooi stukje gezien van het land dat ons lief is, en in gedachte citeer ik de spreuk:

God en mén laand wé ik gére zie
Edele Brabant Were die.

Groeten en Houdoe van ons allebei
Wim en Cor van de Wouw