B i j z o n d e r  n a t u u r l i j k
door Wim van de Wouw

 

- Met Gerard te veld -


Hij had het al zo dikwijls gezegd, Gerard Traa zo gauw ik goed in de gelegenheid ben moet je eens met mij meerijden, en dan kan ik de ontwikkelingen laten zien die tot stand gekomen zijn door de inspanningen van Brabants-Landschap, met de medewerking van diverse overheden.

Zo togen wij te veld en onze eerste rit was door het landschapsreservaat ,,De Mortelen,” waar ik, zoals ik het altijd uitdruk,,zoveel voetstappen heb liggen”.

Met matige snelheid rijdende, voelde ik voldoening bij het zien van de kleinschaligheid van het landschap, dat behouden is gebleven door de activiteiten van Brabants Landschap, en waar ik dat durf ik wel te zeggen, het mijne aan heb bijgedragen.

.

De weilandjes omzoomd door houtwallen, of in de schaduw van de omringende populieren, en gesierd met de bloesems van vele plantensoorten.

In het kleine schraallandje, met de naam ,,De leren zolder” schitterden vooral de bloeiende Orchideeën, om met nog meerdere bloeiende planten, het bloementapijt te verfraaien.

 
Rietorchis

Wel miste ik het tedere ,,Trilgras", wat in deze streken ,,Nimmerstil” wordt genoemd. Maar mijn overtuiging is dat bij het gevoerde beheer deze mooie grassoort zeker weer bij de vegetatie gaat behoren.

 
Trilgras

Dan door de Lopensestraat: Ik zie nog voor mij, hoe wijlen Doike van Beek met zijn ploeg getrokken door 2 paarden, rechte voren trok door de akkers van de Mortelen.

 
Doike van Beek

De ,,Woekensesteeg” een van de mooiste plekken in de Mortelen,  hier viel het mij op dat de mooie knotvormige Haagbeuk verdwenen was, s'nachts of s'avonds afgezaagd en gestolen zoals Gerard mij vertelde.
Hij zal nu wel in de vogelkooi van een of andere vogelhobbyist staan te rotten, eeuwig zonde van dat prachtige exemplaar.

Uitkomende op de Liempsedijk, kan ik nog een blik werpen op de mooie goed onderhouden knotwilgen aan ,,Snotneuzenheike” zoals wijlen Kiske Sterken dit weilandje noemde, en waarvan hij in zijn tijd de knotwilgen onderhield.


Snotneuzenheike


Kiske Sterken

Wij gaan verder en dan wordt mij de gelegenheid geboden, om bovenop de natuurbrug over de autoweg A2 mede te kijken naar de sporen van reeën dassen en ander diersoorten, die gebruik maken van dit Ecoduct dat de Mortelen met de Scheeken verbindt, waar over deze dieren zich kunnen verplaatsen van het ene naar het andere natuurgebied.
Op het Ecoduct staande hoorde ik maar amper de onderdoor rijdende auto's en het was als of ik in een natuurterrein stond, zo weelderig was de vegetatie.

Teruggekeerd bij de auto, kon ik niet nalaten mijn bewondering uit te spreken, over het nut voor de fauna, van dit ook wel eens door mij met vraagtekens bekeken object.

Via de Ginnekendijk, waar ik in 1973 (??) de eerste aankoop deed dat aansluiting ging vormen met het ,,Dommeldal” en waar in en nabij de populierenbossen, die toen nog eigendom waren van de gemeenten Liempde- Best en Luciferfabriek rijkelijk de Eenbes- Primula en de welriekende Agrimonie groeide, reden wij door dit gedeelte van het ,,Groene Woud” wat ,,De Scheeken wordt genoemd richting Liempde.

Dan komen wij bij Goosenbunders, waar ik in het verleden het door mij beschreven Schaafstro heb gefotografeerd, en bij mijn acrobatische toeren om weer bij mijn auto te komen mijn kuitspier scheurde.

In de weilanden, eigendom van Brabants-Landschap, aan de Roderweg, wijst Gerard mij op de koeien die daar als inschaarvee grazen, zij zijn van een zeer vredig ras, en worden door de eigenaars gefokt voor de vleesproductie.
In het verleden zag men in deze streken hier en daar nog wel eens een koebeest van een gepensioneerde of hobbyboer staan wachten wanneer de boer kwam met wat veekoekjes, en om het koebeest te melken.


Een hobbykoe

Dan verscheen de boer met een melkbus op de stang van zijn fiets, om daarin, na het melken naar huis te keren met de goede gave van zijn koebeest, waar moeder weer gebruik van maakte in het huishouden, en wat overbleef was dikwijls voor het varken dat uitverkoren was om in het najaar geslacht te worden.

Wij gaan richting Son en missen daarbij het plaatsje Boskant, waar de moederboom staat van de wilgensoort ,,Belders” een wilgentype dat resistent zou zijn voor de zo gevreesde ,,Watermerkziekte” waar de meeste wilgensoorten zo vatbaar voor zijn.
 .

Dan over smalle en kronkelende landweggetjes, rijden wij richting ,,Ruweeuwsels” ook eens een door mij beheerd gebied, maar sinds die tijd flink uitgegroeid, dan wordt ik plotseling verrast door een echte ouderwetse akker met boekweit, en als Gerard zorgelijk naar de uitdrogende grond kijkt, en hij de vrees uitspreekt van verdroging, kan ik het niet nalaten deze typisch Brabantse akker met boekweit te fotograferen.


Boekwijt

Wat zullen straks de zaadetende vogels zich te goed doen aan de driehoekige boekweitzaden, want de akker zal voor hen zijn als een gedekte tafel.

Dit is typisch een akker waar vroeger zeker de ratelaar als woekerplant op de graanwortels groeide, met korenbloem en klaprozen, maar waar de Bolderik zich niet thuis zal hebben gevoeld.

 
Bolderik

Dan na een bezoek aan een boer die werken voor Brabants-Landschap uitvoert, rijden wij weer richting Mortelen, waar de Brabantse roodbonte rustig grazen, in de schaduw van populieren en houtwallen.


Brabantse roodbonte

Ik heb deze middag genoten, en mijn waardering over het beheer en het werk van Brabant-Landschap  uitgesproken, wat zou er van terecht komen als er niet gemotiveerd gewerkt werd, maar niemand kan verhinderen dat er fouten worden gemaakt.

Ook ik heb in het verleden in mijn werk als natuurbeheerder fouten gemaakt, als dat niet zo was zou ik niets hebben uitgevoerd, en als ik dan kritiek kreeg, wel eens te fel, en op de persoon gericht, antwoorden ik de betreffende lieden:

WIE KRITIEK HEEFT OP HET MIJNE

HIJ GAAT NAAR HUIS

EN KIJKT NAAR HET ZIJNE

VINDT HIJ DAARAAN GEEN GEBREKEN

HIJ KOME TERUG

DAN MAG HIJ SPREKEN

Ik heb deze middag echt genoten en een compliment voor  Gerard Traa en Brabants-Landschap , aan wie het beheer van deze gebieden is toevertrouwd.

Gij allen die dit leest gij zijt gegroet van W.v.d.Wouw.   unne echte Brabantse miens.
HOUDOE !!

Ter aanvulling:

Toch kon ik het enige dagen daarna niet laten om te gaan kijken naar de moederboom van het wilgentype ,,Belders”, bij De Boskant, dit werd voor mij een teleurstelling, want de boom voorheen florissant en weelderig, is veranderd in een boom met veel takversterf en slecht in het blad zittend, en ziet er ziekelijk uit wat daar de oorzaak van is, is mij niet bekend, misschien de verbreding van de weg, of bodemverdichting, of is de resistentie tegen de watermerkziekte toch niet zoals men had gehoopt?.


De wilg Belders

Dan rij ik door de ,,Donderdonken “naar Liempde, en zie ik tot mijn verassing aan de Roderweg onder de populieren het nieuwe Mariakapelletje  aan de rand van de bossen van Brabants-landschap.

Het vorige veel eenvoudiger bouwwerkje, daar midden tussen de populieren, sprak mij in zijn eenvoud toch ook erg aan.

Nogmaals Houdoe met het advies: Ga daar ook eens kijken, en vooral in het voorjaar als vele landerijen en bossen, zich getooid hebben in hun voorjaarskleed.

Tot de volgende keer.W.v.d.wouw