Verhalen uit de Kivietsblek
door Wim van de Wouw

 - Zijn naam was Franz Holtzeimer -

 

Het was in de nazomer van het jaar 1943, dat mijn vader [1884-1976] met de zeis een kruiwagen rode klaver wilde gaan maaien als voer voor de paarden. Bij het klaverveld aangekomen maakte hij voor  het werk  een kruisteken. Dit was de gewoonte bij vele van zijn generatie (In de catechismus stond immers dat het kruisteken gemaakt moest worden voor elk gewichtig werk). Op het moment van het kruisteken zag hij op het zandweggetje een oudere Duitse soldaat die naar hem toekwam, en mijn vader duidelijk maakte dat hij ook katholiek was. Na wat heen en weer gepraat nodigde mijn vader deze Duitse soldaat uit, om mee te gaan naar de boerderij, waar iemand was ondergedoken was die goed Duits sprak. Toen werd duidelijk wie en wat deze man was. Zijn naam was Franz Holtzeimer, hij was getrouwd en naar ik meen vader van vijf kinderen. Hij woonde op de Fishmarkt 22 in Gemünde a. Main,  zijn beroep was bakker en  was 45 jaar oud. Hij moest als dienstplichtige van die ,,Anstreicher” zoals hij Hitler noemde in het leger, waar hij als bakker zijn dienst verrichte. Hij kwam bijna elke avond, en dan zat hij het eten dat hij meebracht bij de kachel onder de schouw op te eten. Hij bad het rozenhoedje mee zoals dat toen de gewoonte was, en stapte daarna rond een uur of negen weer naar het gevorderde huis aan de Gemullehoekenweg waar zijn kwartier was. Over de onderduikers werd niet gesproken, maar hij begreep goed dat er met die kerels iets aan de hand was, hij vroeg er ook niet naar.  Tot hoelang zijn bezoeken hebben geduurd weet ik niet meer, maar plotseling kwam hij niet meer.  Het huis waar hij gelegerd was, werd door andere Duitse soldaten bewoont. Wij dachten dat hij was overgeplaatst, en dat zal zo ook wel geweest zijn.

Als wij later aan vader vroegen waarom hij hem had binnen gehaald zei hij: ,,Och ik zag direct dat het een brave en unne goeie méns was die ók moest van den Hitler. En dat had hij goed gezien, het was voor zo’n man ook een ramp om op zijn leeftijd zijn gezin en zijn zaak zo achter te moeten laten. Wij hebben nooit meer iets van Franz Holtzeimer gehoord.

 

Toen mijn vrouw en ik met onze vrienden wijlen Jan Swinkels en zijn vrouw Dien in 1997 op vakantie waren in Duitsland, in het dorpje Modlos in Frankenland vlakbij de grens met Beieren, zag ik op een gegeven moment een aanwijzing naar Gemünden am Main. Dat maakte mijn herinnering los, en ik vertelde hun de geschiedenis van Franz Holtzeimer. Omdat nieuwsgierigheid de moeder is van de wetenschap besloten wij de volgende dag naar het stadje te gaan op zoek naar misschien iemand van de familie Holtzeimer. Zo geschiede, maar wij konden niets aan de weet komen over de familie. Niemand scheen hen te kennen, maar bij onze rondwandeling zagen wij wel dat de meeste bebouwing er na-oorlogs uitzag. Zo ook de Fishmarkt, die wij zo gevonden hadden, maar om op no. 22 aan te bellen leek ons toch te brutaal en een bakkerij konden wij niet ontdekken. Wel kwamen wij aan de weet dat om het stadje waar S.S. troepen en Hitlerjeugd was gelegerd 6 dagen gevochten was. Gemünden was zo goed als plat gebombardeerd met veel burgerslachtoffers, en is de zwaarst door oorlogsgeweld getroffen kleine stad van Beieren. Ik hoop voor de familie Holtzeimer dat zij de oorlog hebben overleeft, maar acht de kans zeer klein. Later heb ik nog dikwijls gedacht dat wij naar de pastoor hadden moeten gaan, die had uit zijn registers ons misschien kunnen helpen. Ik had graag iemand van de familie ontmoet om hen te vertellen over hun goede vader.

Het heeft niet zo mogen zijn.

 

Kivietsblek 9-8 2005

 W.v.d.Wouw