Hazelaar

 

Was de Bijbel een Atlantisch boek

dan zou de hazelaar de dragende boom zijn,

vijg, ceder en braambos tegelijk.

 

In de diepe winter tilt hij een sluier

van schaduwtinten over de hellingen

van Wales, Kent, Limburg,

 

oceaangolven deinend in het binnenland.

Wie in de hazelaar hangt is een schipbreukeling

en wordt alsnog in gewijde grond begraven.

 

Parallel aan de kleine Romaanse zaalkerken

stuurt de hazelaar zijn worteluitlopers naar

het oosten, naar het punt waar op de naamdag

 

van de parochieheilige de zon opkomt.

Een echte Atlantische boom loopt niet terug

de zee in, hij moet iets rechtzetten.

 

 Rouke van der Hoek