De dikke knotwilgen van de Vossenholen

  In mijn Brabantse bomenrubriek heeft u vaker kunnen lezen dat ik de linde de mensenboom bij uitstek vind. Eigenlijk doe ik dan een andere boomsoort te kort: de knotwilg. Nou ja, boomsoort? Eigenlijk is de knotwilg natuurlijk geen boomsoort. Het is een door mensenhand gevormde wilg, meestal de schietwilg. Door hem te onthoofden ontstaat de aloude knotvorm. Het was de meest eenvoudige manier om aan gebruikshout te komen. Om de drie tot zes jaar dient namelijk een knotwilg opnieuw geknot te worden. Gebeurt dit niet dan zal de boom het niet lang overleven. De kroon wordt te zwaar en zal afscheuren of zelfs de hele boom valt door harde wind om. Het is dus niet anders; eens een knot altijd een knot. Toen de bomen nog economisch belangrijk waren werd dat knotten dan ook systematisch toegepast. Maar zoals veel dingen veranderde dat na de eerste helft van de vorige eeuw. Het onderhoud van de knotwilgen raakte in het slop. Veel van deze karakteristieke bomen zijn daardoor verdwenen. De grootschalige ruilverkavelingen hielpen een handje mee. Gelukkig besefte men in de jaren '70 dat deze bomen voor ons landschap behouden dienden te worden. Overal verrezen groepen vrijwilligers die het knotten ter hand namen.
Misschien wel de dikste knotwilgen van Brabant staan in het gebied dat de naam de Vossenholen draagt. Het ligt ten zuidoosten van Gemonde. Jammer dat de jeugd van Gemonde de holtes gebruikt om te proberen de dikste van allemaal in brand te krijgen.
Knotwilgen hebben een niet zo'n lang leven. Bij dit soort bomen rekent men in decennia in plaats van eeuwen. Toch schat ik dat deze exemplaren de eeuw naderen qua leeftijd.


Reeds op afstand duikt de dikste van allemaal op.


6,54 meter is de omtrek van de dikste van de drie knotwilgen


Thijs Caspers van Brabants Landschap wees mij de weg naar deze bomen.


Op korte afstand een imposante nummer twee.


Nummer drie heeft zijn beste jaren achter de rug.