INHOUD BESTE GEDICHTEN
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
POEZIE
INTERVIEWS
SPECIAAL


Print deze Pagina

Joep Naninck


Herfst

 

De grijze lucht is dichtgevloeid, de winden

Zijn nukkig. Asters bloeien in mijn tuin,

De perzik is nog groen, maar geel en bruin

Van blaren is de grond onder de linden.

 

Gist’ren nog reed ik door het losse duin;

Een wisseling van kleuren, die verblindden

Haast, was de schoonheid van het eerst’ ontbinden:

De macht’ge glorie van het wordend puin.

 

Zo wordt het winter, lief; wees niet bevreesd,

Wanneer de losgebroken stormwind gieren

Zal, lijk bezeten door een boze geest.

 

Of als de takken krakend om ons zwieren

Zullen, wees dan niet bang voor dat tempeest:

Wij kunnen in ons hart de lente vieren.

 


 

Uit: ‘At her casement’, Tilburg, z.j.