
Alex
Campaert
Rijpe
Druiven
De herfst geurt vochtig en beslagen is het blad
met dauw, beslagen als de donzen wang der druiven;
de adem der natuur hangt zwaar over de stad,
in wolken die verwaaid over elkander schuiven.
Nu is het tijd dat men de druiven perst tot wijn
en in de kelders vaat tusschen vochtige wanden;
nu wordt het sap geperst uit wat door zonneschijn
verkozen was om op den godendisch te branden.
Fonkelend zal de wijn voor ons te gloeien staan,
als bij het winterfeest de ruiten dof beslaan,
gelijk in herfstkou de donzen wang der druiven.
Leg dan je heete hoofd tegen het koele glas
en overpeins hoe zoet het geurend najaar was:
laat zonnezaad het winterhart bestuiven.
|
'Alex
Campaert' was het pseudoniem van Henri Morel, geboren in 1898 in
Nijmegen. Campaert publiceerde de bundel 'Klank en beeld'. In
Bovenstaand gedicht is afkomstig uit het tijdschrift 'Het Venster' (oktober
1934), een 'Algemeen literair maandblad' onder redactie van Paul
Vlemminx, Gerrit Kamphuis, en Huub v..d. Grinten. Het werd uitgegeven
door de gelijknamige uitgeverij in Asten.
|