INHOUD TRAJECT 2005
INHOUD BEELDENDE KUNST
HOME
FOTOGRAFIE
AUTEURS
SPECIAAL

Traject 2005  

Herbert Mouwen

poëzie en proza

'Getuigen de zintuigen van goede smaak, een welwillend gehoor, voortschrijdend inzicht, een scherpe geur? Dichten kun je op gevoel of op de tast, als een geboren kaartspeler, want te over zijn de zinnen.'

 

Zinnen te over

 

 

Een spel van zinnen en zintuigen

 

Gedichten

 

 

Herbert Mouwen

 


Vanuit mijn buitenhuis komt

een geur die ik nimmer mag

vergeten mij onvoorwaardelijk

tegemoet, niets meer wil ik weten

 

Te weinig, wie zich inhoudt kan

het einde niet voorkomen, niet

langer kies ik voor hen die hangen

naar liefde, ik zoek het hogerop

 

*

 

De toppen van mijn vingers

strelen, de smalle lippen kleven,

mijn voorhuid strekt zich, wie

lacht wordt niet ernstig genomen

 

Te vroeg heb ik je gewassen

met modder, je dorre lijf bedekt

met loze kreten, je onderhuids

geraakt met vuile woorden

 

                      

*

 

Wie naar de grond blijft kijken

kan niet beklijven, tekst en zin

krijg ik nauwelijks, wie zich wil

bezinnen, zal ik altijd glazig zien

 

Te lang koos ik voor gedichten

schrijven, en voor een verblijf in

klank en waan en woord taalde

ik naar een bewoonbare lijven

 

*

Met saamgeperste lippen van

verbetenheid laat ik lichtzinnigheid

links van me liggen, ik proef met

gesloten mond simpel gedachten

 

Te over zijn de zinnen, geen enkel

verlangen naar dood en zand en

graf is langer dan het klinkende

woord, geen laatste vers is ooit af

 

*

 

Zinnen getuigen van een goede

smaak, een zichtbaar verlangen,

oorverdovende woorden, een

transparante huid, een aroma  

 

Te kort bezint zij zich op het

vuur achter het morgenlicht en

op de mogelijkheid een hand

op mijn schouder te leggen

 

*

 

Weer zin in de geluiden van de

dageraad, wel hoort de angst bij

mij die zich vertaalt: ik ben schuw

voor vogels die de dag veroveren

 

Te ruw ben ik geraakt om me

over een dood punt heen te helpen,

ik ken je huid die landschap heet,

geen weerklank kent zijn grenzen

 

*

 

Niets voelt zachter dan de dagen

dan de herinneringen aan jou die

tegen mijn gedachten aanschurken,

schuchter is de zin van het voelen

 

Te schraal zijn de schilfers van je

uiteengevallen zinnen, zo klinken

alle woorden schamper en ik besef

amper je tegenwoordigheid alom