Wilf Mbanga

Vrijplaats CuBra

Hoofdredactionele commentaren uit The Zimbabwean

vertaald door Paul Bogaert

 


Hoofdredactioneel commentaar 30-6-2015

 

Denk eens aan de straatverkopers

 

Als de economie het goed zou doen zouden we niet zoveel verkopers in de straten van onze steden en dorpen zien. Toegegeven, ze zijn een doorn in het oog geworden en een overlast en er moet iets worden gedaan. Maar de overheid moet hardhandige tactieken vermijden bij het zoeken naar een blijvende oplossing voor het probleem dat wordt veroorzaakt door het overweldigende aantal verkopers in stedelijke gebieden.

 

De gemeente Harare heeft besloten de politie in te schakelen om de verkopers te dwingen te voldoen aan een overheidsultimatum dat hun uitzetting uit het stadscentrum beoogt en dat afgelopen vrijdag afliep. De wanhopige verkopers die uiteindelijk alleen maar proberen eerlijk aan de kost te komen en hun kinderen te voeden, hebben gezworen ter plaatse te blijven.

 

Dat moet niet worden gezien als koppigheid van hun kant. Het is duidelijk dat de verkoop een inkomstenbron is voor voedsel, onderdak en schoolgeld voor de vele kostwinners die besloten hebben hun handel op straat te op te zetten.

 

Als ze meedogenloos worden verwijderd (zoals gebeurde tijdens Operatie Murambatsvina in 2005), kunnen de gevolgen gruwelijk zijn. Duizenden zouden worden achtergelaten zonder bron van inkomsten en in uiterste wanhoop worden gestort. Kinderen zouden worden gedwongen te stoppen met school, er zou wijdverbreide honger zijn en ziektes zoals ondervoeding zouden toenemen. Ouders zouden niet het geld hebben om ziekenhuisrekeningen te betalen. Erger nog, er zal sociale onrust uitbreken als de mensen erom schreeuwen gevoed en gekleed te worden en onderdak te krijgen.

 

Met al deze scenario’s in het achterhoofd is het de taak van de overheid ervoor te zorgen dat de verwijdering van de verkopers wordt uitgevoerd op zo’n manier dat ze worden beschermd tegen verdere armoede. Het is dringend noodzakelijk dat gemeenten en de centrale overheid de verkopers naar alternatieve plekken verplaatsen waar zij hun pogingen om op een zinnige manier hun brood te verdienen kunnen voortzetten.

 

Er moet voor worden gezorgd dat de handelaren verzekerd zijn van voortgezette markten. De neiging is er, vaker wel dan niet, om ze gewoon naar plaatsen te brengen die niet levensvatbaar zijn, maar dit moet worden ontmoedigd. In ieder geval zou het, als dit toch gebeurt uit gemakzucht van de overheid, slechts uitstel zijn van een crisis omdat de verkopers toch weer terug zouden keren naar de straten in de stad om hun activiteiten voort te zetten.

 

Een menselijke benadering van de verkopercrisis is essentieel. De verkopers staan niet uit eigen vrije wil op straat. De slechte staat van de economie heeft ze daarheen gedreven en de overheid heeft een grondwettelijke verplichting om te garanderen dat hun socio-economische rechten worden gerespecteerd en bevorderd.

 

Het gezag zou er goed aan doen te onthouden dat een wanhopig man een gevaarlijk man is.