Wilf Mbanga

Vrijplaats CuBra

Hoofdredactionele commentaren uit The Zimbabwean

vertaald door Paul Bogaert

 


Hoofdredactioneel commentaar 24-2-2015

 

Wie profiteert van verkoop wilde dieren?

 

Zimbabwe heeft laat in het afgelopen jaar de internationale krantenkoppen gehaald vanwege de export van baby olifanten, in het bijzonder naar Aziatische landen.

 

Natuurbeschermers zijn bezorgd dat de baby olifanten worden meegenomen naar vijandige omgevingen – maar overheidsfunctionarissen houden eraan vast dat de verkopen noodzakelijk zijn om inkomsten te genereren.

 

Zorgwekkend, de verkopen worden gedaan onder een dikke laag van geheimhouding en zijn politiek geworden. Berichten geven aan dat een natuurbeschermer onlangs bijna werd mishandeld toen hij een petitie ging afgeven bij het ministerie van milieu en vredige demonstranten krijgen niet de gelegenheid om hun kijk op de zaak te ventileren.

 

Het verhaal, gehuld in onzekerheid en misinformatie, heeft betrekking op wie er werkelijk profiteert van de verkoop van deze baby olifanten en andere wilde dieren. Wij denken dat leden van de Zanu (PF) melkkoe degenen zijn die de winst opstrijken. Tot dusver heeft de regering geweigerd te openbaren hoeveel dieren men heeft verkocht, aan wie en of het geld naar de schatkist gaat. Deze ondoorzichtigheid geeft aan dat er hier meer aan de hand is dan er aan de oppervlakte zichtbaar is.

 

In ieder geval is het nu een publiek geheim dat de heersende elite onze wildstand exploiteert. De regering en partijfunctionarissen knijpen een oogje dicht jegens andere lokale en internationale particulieren om de dieren en de slagtanden te verkopen en grote geldbedragen te incasseren. Intussen zien plaatselijke gemeenschappen nauwelijks iets uit de opbrengst van de verkopen. Zij kijken toe terwijl vreemdelingen naar hun gebied komen in helikopters en vrachtwagens en de wilde dieren doden of ze levend meenemen.

 

Dit gebeurt ondanks dat er een regeringsbeleid is en internationale verdragen zijn die gezagsdragers en wildbeheerders duidelijk noodzaken de lokale bevolking te betrekken in het beheer van wilde dieren en het delen van winsten die hieruit voortvloeien.

 

Dat is waarom gemeenschappen die leven in de nabijheid van wildreservaten arm blijven. De wijdverbreide armoede zou verminderd kunnen worden door de opbrengsten van de verkoop van wilde dieren te delen. Omdat dit niet zo is worden de lokale gemeenschappen gedwongen tot stroperij om vlees en om hun magere huishoudelijke inkomsten aan te vullen. Zo dragen ze bij aan de aantasting van het milieu. Dit maakt het moeilijk een duurzame ontwikkeling te bereiken.

 

Arme gemeenschappen worden zo in beslag genomen met het dagelijkse overleven dat ze er niet bij stilstaan dat de dieren ook een steunpilaar zijn voor toekomstige generaties. Wat erger is, is dat de elite zich niet bekommert om het milieu – maar enkel om het geld dat ze zullen krijgen.

 

Het is daarom nodig dat belanghebbenden de kwestie van het wildbeheer herbezien zodat de huidige generaties er profijt van hebben en de middelen behouden blijven voor toekomstige generaties.