Wilf Mbanga

Vrijplaats CuBra

Hoofdredactionele commentaren uit The Zimbabwean

vertaald door Paul Bogaert

 


Hoofdredactioneel commentaar 15-4-2014

 

Wachtend op de ware onafhankelijkheid

 

Zimbabwe viert vrijdag 34 jaar onafhankelijkheid. Dit is een dag waarvan wordt aangenomen dat die van betekenis is voor alle Zimbabweanen, ongeacht ras, geloof, kleur of leeftijd. Terwijl wij worden verondersteld trots te zijn op de dag en de voordelen die onafhankelijkheid normaal gesproken met zich meebrengt, vragen velen zich af wat er eigenlijk te vieren valt.

 

De fundamentele idealen van het ten strijde trekken waren de bevrijding van Zimbabwe van koloniale slavernij, de verwijdering van het kwaad van raciale segregatie, het volk bewust maken van land en productiemiddelen en iedere burger volledige mensenrechten geven.

 

Is dit alles echter bereikt, meer dan drie decennia na de onafhankelijkheid? Voor de meerderheid van de Zimbabweanen is het antwoord een volmondig “neen”. Het zou moeilijk worden voor degenen die aan de gewapende strijd deelnamen om de wereld ervan te overtuigen dat er op dit moment raciale gelijkheid is in Zimbabwe.

De duizenden mensen die met geweld uit hun boerderijen werden gezet weten wat het betekent te worden behandeld als vreemdelingen en vijanden van hun eigen land.

 

Terwijl herverdeling van land altijd een positief doeleind had, was het grootste verderf ervan de raciale dimensie die de zaak besmette toe het er uiteindelijk van kwam. Toen de regering van President Robert Mugabe eenmaal had besloten blanke boeren en duizenden zwarte werkkrachten weg te halen van hun boerderijen, werd het plotseling misdadig en gevaarlijk om een blanke persoon te zijn in Zimbabwe. Zo is het vandaag nog steeds, zelfs nu de meeste van de blanken zijn beroofd van de boerderijen die de meesten óf wettig hadden gekocht óf hadden geërfd van hun voorouders.

 

Er vond ook discriminatie van zwarten plaats tijdens de landherverdelingsoperatie. De meerderheid van de arme boeren, van wie werd gedacht dat zij de eersten zouden zijn die baat hadden bij het programma kregen of geen nieuwe vestigingsplaats of ze kregen land dat aantoonbaar niets opbracht.

 

De partijkopstukken bezitten nog steeds meerdere boerderijen en de bijbehorende woonhuizen, toch doen zij niet veel om de nationale landbouwproductie te verbeteren. Kleine boeren hebben bewezen in staat te zijn aan de nationale opbrengsten te kunnen bijdragen, toch is er niets gedaan om ze daartoe in staat te stellen.

 

Het zijn deze mensen die nog steeds verlangen naar de ware onafhankelijkheid. Duizenden kregen geen land omdat ze “verraad” hadden gepleegd door de oppositie te steunen. Dit is niet alleen discriminerend, maar een schandalige ontkenning van hun rechten als Zimbabweanen. Voor hen is de ware onafhankelijkheid nog steeds ver weg.

 

Zij leven in angst voor hun bestuurders, net zoals we gewend waren in de koloniale tijd. Zij zijn ervan overtuigd geraakt dat tot de oppositie behoren een misdaad is, toch dient de onafhankelijkheid ervoor ze ervan bewust te maken dat ze vrij zijn in denken, vergaderen en spreken.