Wilf Mbanga

Vrijplaats CuBra

Hoofdredactionele commentaren uit The Zimbabwean

vertaald door Paul Bogaert

 


Hoofdredactioneel commentaar 8-10-2013

 

Onderzoek gevangenisambtenaren

 

Recente berichten waaruit blijkt dat gevangenisambtenaren misbruik maken van hun positie door donaties bestemd voor gedetineerden om te leiden zouden de bevoegde autoriteiten ertoe moeten brengen een volledig onderzoek te gelasten.

 

Verschillende ex-gedetineerden hebben ervan getuigd dat ze zagen dat ambtenaren misbruik maakten van het onvermogen om te handelen en het algemene gebrek aan kennis van hun rechten achter tralies van gedetineerden  om door weldoeners geschonken goederen voor eigen gebruik zelf aan te wenden. Onder deze goederen zijn voedsel en kleding.

 

Wat vooral verontrust is dat de ambtenaren  de gevangenen juist die dingen onthouden die ze het hardst nodig hebben. Eten is in de gevangenis een direct schaars goed, laat staan voedsel van goede kwaliteit en ook kleding en ondergoed. Ex-gedetineerden hebben schrijnende verhalen verteld over hoe ze werden gedwongen uniformen met bloedvlekken aan te trekken bij de gang naar de rechter en het koude seizoen te ondergaan zonder warme kleding of dekens, maar gevangenisambtenaren zijn zo zelfzuchtig dat ze op iedere geringe hulp die de gedetineerden ontvangen van de humanitaire gemeenschap duiken.

 

Volgens officiële rapporten over gevangenisomstandigheden in Zimbabwe lijden veel gevangenen onder ondervoeding en daarmee samenhangende ziekten. Wat de zaak nog oneindig veel erger maakt is dat een aanzienlijk aantal gedetineerden opgesloten zit op de geringste  politiek gemotiveerde beschuldigingen, terwijl hun zaken buitensporig vertraagd worden om “bestraffing” te garanderen. Ze zijn, bij wet, onschuldig totdat ze bewezen schuldig zijn. Daarom is het meer dan walgelijk dat sommige ambtenaren zich verrijken op kosten van deze mensen.

 

Naast onmenselijk zijn deze daden onwettig, zoals duidelijk is beschreven  in de wet en regelgeving op penitentiaire instanties in dit land. Daarom roepen we het Ministerie van Justitie , de Zimbabweaanse gevangenisdiensten en de politie op een uitgebreid onderzoek te beginnen naar deze beschuldigingen.

 

Het zou beslist eenvoudig zijn  om tot de bodem hiervan te komen, door de bewegingen van de giften na te volgen. Degenen die enig goed doneren zouden die moeten noteren als ze ze overhandigen en de gevangenisautoriteiten zouden een ontvangstbevestiging moeten schrijven en ondertekenen om te tonen dat ze zijn ontvangen. Als de goederen bij de gevangenen worden gebracht zouden hun handtekeningen ook moeten worden vastgelegd.  Eenvoudig bijhouden van gegevens zou het mogelijk moeten maken na te gaan of de goederen werkelijk bij de beoogde begunstigden terechtkomen. Er is behoefte aan een krachtig signaal tegen corruptie in het Zimbabweaanse gevangeniswezen en dit kan niet worden gedaan zonder onderzoek naar rapporten over misbruik van het ambt.