Wilf Mbanga

Vrijplaats CuBra

Hoofdredactionele commentaren uit The Zimbabwean

vertaald door Paul Bogaert

 


Hoofdredactioneel commentaar 17-7-12

Opheffen sancties: EU moet voorzichtig zijn

Wij dringen er bij de Europese Unie op aan voorzichtig te zijn bij hun behandeling van het wel of niet opheffen van de gerichte maatregelen die een paar Zimbabweanen werden opgelegd ongeveer tien jaar geleden.

De EU-ambassadeur in Zimbabwe heeft ontkend dat er berichten zijn die aangeven dat de Unie van plan is de gerichte sancties op te heffen aan het eind van de maand.

Hoe dan ook moet de EU uiterste discretie uitoefenen. Een besluit om de sancties op te heffen zou vergaande gevolgen hebben.

Zoals we steeds al zeiden, zijn de sancties gerechtvaardigd omdat ze in de eerste plaats werden ingesteld als een internationale reactie op politiek gemotiveerde mensenrechtenschendingen door een in toenemende mate despotisch regime.

De Verenigde Naties gaven, bij monde van de Commissaris voor de Mensenrechten, Navi Pillay, de maatregelen – deels – de schuld van het leed onder de kwetsbare bevolking en het belemmeren van een broodnodige economische ommekeer. Zij riep op tot opheffing van de beperkende maatregelen – voornamelijk omdat de voorstelling van zaken door Zanu (PF) zo effectief was vervalst, dat de daardoor ontstane verwarring rondom hen nu op zich een belangrijke belemmering vormt voor buitenlandse directe investeringen en algehele economische groei. Met het instellen van maatregelen is het niet gelukt datgene te bereiken waarvoor ze bestemd waren en ze zijn niet langer geschikt voor dit doel.

Zoals we er al op wezen in een eerder commentaar heeft het leed dat de meerderheid van de Zimbabweanen ondervindt niets te maken met de beperkende maatregelen tegen President Robert Mugabe, zijn belangrijkste aanhangers en hun aangesloten bedrijven.

Integendeel, het is te wijten aan slechte beleidskeuzes, hebzucht onder onze leiders, ongevoeligheid voor het lot van de meerderheid en, natuurlijk, politieke koppigheid die investeerders verdreef en een ooit welvarend Zimbabwe isoleerde.

Met dit gegeven zou het verkeerd zijn een besluit te nemen tot opheffing van het embargo voor een selecte groep mensen en bedrijven omdat dat schadelijk zou zijn voor het welzijn van het volk.

Voordat de sancties kunnen worden opgeheven moet er substantieel bewijs zijn dat diegenen die verantwoordelijk zijn voor de instelling ervan zijn veranderd. Het is zaak dat ze laten zien dat ze niet langer de neiging hebben onschuldige burgers wreed te behandelen.

Ze moeten echt bewijzen dat ze solide democratische beginselen hebben aangenomen en niet langer geneigd zijn tot het plunderen van nationale hulpbronnen voor persoonlijk gewin.

Er is behoefte aan een hoeveelheid duurzame hervormingen waaronder de openstelling van mediaruimte, een niet-partijgebonden veiligheidssector, kieswetten die vrije en eerlijke verkiezingen garanderen, en een bereidheid onder de verantwoordelijken voor misdaden tegen de menselijkheid om schuld te aanvaarden en slachtoffers schadeloos te stellen.

Het opheffen van de sancties zal degenen die verantwoordelijk zijn voor de crisis zeker een gevoel van straffeloosheid geven.

Zoals het er nu voor staat, is de situatie in Zimbabwe nog steeds precair, vooral nu we afstevenen op verkiezingen die heel wel mogelijk zouden kunnen resulteren in Mugabe’s nederlaag en, indirect, het in de publiciteit komen van zijn onderbevelhebbers die op de sanctielijst staan.

De EU moet uitvoerig en op transparante wijze overleggen alvorens te besluiten de sancties op te heffen.