Wilf Mbanga

Vrijplaats CuBra

Uit The Zimbabwean - vertaald door Paul Bogaert

 

Hoofdredactionele commentaren van 26-7-2011 tot en met 23-8-2011


Hoofdredactioneel commentaar 23-8-11

Waar zijn de dienstbare leiders?

De kabinetsbeslissing om chique nieuwe auto’s te kopen voor ministers, hun onderministers en andere parasieten laat het kaliber zien van onze regeringsvertegenwoordigers. Zij zitten erin om wat zij eruit kunnen halen. Dit is verachtelijk.

Het lijkt er ook op alsof deze ongebreidelde hebzucht zich verspreidt onder de lagere rangen van de regering.

Onlangs waren het onze Parlementariërs die meer geld en luxe auto’s eisten. Wij veroordelen hen voor hun hebzucht op een moment waarop onze ziekenhuizen snakken naar medicijnen en apparatuur en de mensen honger lijden.

Het lijkt nu wel een algemene strijd. De burgemeesters en raadsleden eisen ook al meer geld en extraatjes – op een moment waarop het gemeentelijke colleges niet lukt hun belastingbetalers basale diensten aan te bieden.

In de meeste steden en gemeenten wordt al wekenlang het vuilnis niet opgehaald omdat de colleges niet beschikken over bruikbare vuilniswagens. De recente Mujuru tragedie benadrukte de ontoereikendheid van het brandweerkorps van Harare – wiens verwaarloosde brandweerwagens uren te laat aankwamen zonder water en met verouderd gereedschap dat niet was opgewassen tegen het vuur.

Het lijkt erop dat de dagen waarin politici openlijk in functie waren om het volk te dienen al lange tijd voorbij zijn. De meerderheid van degenen die nu in functie zijn lijken te zijn verblind en gecorrumpeerd door een gevoel van ergens recht op te hebben.

Voordat kandidaten worden uitgekozen voor verkiezingen, moeten we op de een of andere manier degenen identificeren die werkelijk het volk willen dienen - en niet zichzelf.

Het lijkt erop alsof Zimbabwe wordt geconfronteerd met een leiderschapscrisis. We hebben dringend iemand nodig die model staat voor het leiderschap oude stijl. Het ziet er niet naar uit dat die zal komen uit de huidige lichting – die het, vrijwel zonder uitzondering, druk lijkt te hebben met plannen maken hoe ze zichzelf kunnen verrijken ten koste van lijdende Zimbabweanen.

Iedere dollar die wordt uitgegeven aan deze luxe auto’s betekent dat er brood uit de mond wordt gestoten van hardwerkende ambtenaren, in het bijzonder leraren, die zeer weinig verdienen.

In een land met een vergaand ingestorte economie, zoals dat het geval is in Zimbabwe vandaag de dag, is het walgelijk dat onze politici hun trek in chique auto’s laten voorgaan boven het welzijn van degenen die hen hebben gekozen. Dit moet ophouden.


Hoofdredactioneel commentaar 16-8-11

Bezoek laat bewijs niet verdwijnen

Wij vinden het boeiend dat de Minister van Mijnbouw, Obert Mpofu, een open uitnodiging aan de Europese Unie om de controversiële Chiadzwa diamantvelden te bekijken heeft verlengd.

Dit komt na uitzending van een onderzoek van het BBC programma Panorama, afgelopen week op de buis, dat verschrikkelijke militaire wreedheid in het gebied liet zien – waaronder massamoord, verkrachtingen, martelingen en dwangarbeid.

Diezelfde minister heeft bij verschillende gelegenheden een parlementaire commissie verboden de mijnen te bezoeken. De commissieleden zijn nog steeds niet in staat geweest de plaats te bezoeken – ondanks het feit dat ze het volk van Zimbabwe vertegenwoordigen en de taak hebben uit te zoeken wat daar gaande is.

Het is overduidelijk dat Mpofu, die ongelooflijk welvarend is geworden (hij kocht onlangs de Ascot paardenracebaan in Bulawayo en verschillende grote kantoorgebouwen – met contant geld), iets te verbergen heeft in Chiadzwa.

Wij hopen dat de EU zijn uitnodiging aanvaardt en zelf de verschrikkelijke mensenrechtenschendingen die er plaatsvonden en zoals wordt verondersteld nog steeds plaatsvinden zal onderzoeken.

Het is van groot belang dat de EU deze gelegenheid aangrijpt voor een krachtdadig onderzoek. Dit zal geen eenvoudige taak zijn omdat het ministerie duidelijk van plan is er een witwaspraktijk van te maken om de diamanten op de open markt te kunnen verkopen.

We hopen ook dat de Parlementaire commissie in deze nieuwe geest van openheid nu een bezoek en het instellen van eigen onderzoek wordt toegestaan. Alles zou met Parlementaire bevoegdheid moeten worden bezien - in het bijzonder een nationale aanwinst waarvan wordt gedacht dat die systematisch wordt geplunderd, ten nadele van de bevolking van Zimbabwe.

Wat Panorama liet zien bevatte onweerlegbaar bewijs, waaraan niet gemakkelijk voorbij kan worden gegaan. Het laten invliegen van enkele diplomaten voor een tevoren schoongeveegde ronde langs de mijnen zal dit bewijs niet laten verdwijnen. Ook zal dit de griezelige beelden van het leed van degenen die door honden zijn aangevallen, door soldaten in elkaar zijn geslagen, groepsgewijs zijn verkracht of begraven in massagraven niet verdrijven.


Hoofdredactioneel commentaar 9-8-11

Zero tolerance voor diefachtige parlementariërs

Wij begrijpen dat er 5 miljoen dollar, geoormerkt voor de ontwikkeling van ons land en door individuele parlementsleden gereguleerd, is gestolen door juist die mensen die worden geacht onze belangen te vertegenwoordigen.

Dit is schokkend. Zo’n groot geldbedrag zou een groot verschil uitmaken in het leven van miljoenen. Hongerige kinderen zouden ermee te eten hebben kunnen krijgen. Er zouden medicijnen voor de zieken hebben kunnen worden gekocht. Er had zoveel kunnen worden gedaan om de levens van Zimbabweanen te verheffen met dit geld.

Onze Parlementsleden worden niet slecht betaald voor wat ze doen. Hun beloningspakketten, inclusief auto’s, zijn niet slecht vergeleken met het deel van de gemiddelde Zimbabweaan – zelfs van de paar gelukkigen die een baan hebben.

Sommige van onze parlementariërs - 150 van hen, feitelijk - moeten er blijkbaar aan worden herinnerd dat de Ontwikkelingsfondsen voor Kiesdistricten aan hun kiezersdistricten toebehoren.

Als zij dit geld misbruiken stelen zij van de mensen die ze vertegenwoordigen. Er zou zero tolerance moeten zijn voor diefachtige parlementariërs. Zij die hebben gestolen van hun kiezers zouden enkele weken moeten krijgen om dit geld terug te betalen. Als ze daartoe niet in staat zijn of het niet willen, moeten ze worden opzij gezet.

Ze zouden zo zwaar mogelijk moeten worden vervolgd door de wet. Zij moeten als voorbeeld worden gesteld. Het zou niet moeten uitmaken van welke politieke partij ze afkomstig zijn. De verschillende partijen die zijn vertegenwoordigd in het Parlement zouden moeten duidelijk maken dat Parlementsleden die hun kiezers bestelen worden uitgesloten van deelname aan de volgende verkiezingen.

Als het de Zimbabweanen ernst is met het aanpakken van corruptie, laat ons dan beginnen met de makers van onze wetten. Het zou overvloedig duidelijk moeten worden gemaakt dat er voor misdadigers geen plaats is in onze wetgevende macht.

Wij juichen die 60 parlementariërs toe die rekenschap hebben gegeven aan de fondsen – en ze hebben gebruikt ten behoeve van de mensen die hen aan de macht hebben gebracht.

De kiezers zullen hiermee rekening houden als het weer verkiezingstijd zal zijn.


Hoofdredactioneel commentaar 2-8-11

Macht aan de vrouwen

Het lezen van het rapport dat werd uitgebracht door de vrouwenafdeling van de Eenheid voor Onderzoek en Advocatuur doet je bloed koken.

Het somt het escalerende geweld tegen vrouwen op, meest begaan door Zanu (PF), het leger en de politie, van 2008 tot heden.

De vrouwenassemblee van de MDC vertelde de onderzoekers dat ze niet openlijk campagne kunnen voeren zonder vrees voor geweld.

President Robert Mugabe zelf, bepaald geen bindende kracht in ons land, is een aanstichter en beschermer van politiek gemotiveerd geweld, volgens het rapport.

Het rapport zegt dat politiek in Zimbabwe niet gaat om bevrijding van vrouwen, maar om het vasthouden aan hun onderdrukking en om ze te laten zwijgen.

Het concludeerde dat vrouwen in het algemeen werden uitgesloten van de lopende politieke discussie – vooral in plattelandsgebieden.

Vrouwen in Zimbabwe hebben het meest te lijden gehad van de ernstigste vormen van politiek gemotiveerd geweld. In bijna alle gevallen werd het gepleegd door mannen.

Het meest verontrustend is dat mannen in leidende posities niets zeggen en niets doen aan deze gruwel.

Uit angst voor meer geweld en maatschappelijke boycot worden vrouwen volgens het rapport zelf gedwongen hun onderdrukking en leed als natuurlijk en onvermijdelijk te aanvaarden. Hun consequente zwijgen, in combinatie met de onverschilligheid van mannen, heeft een gunstig klimaat geschapen voor zelfs nog meer geweld.

Politiek gemotiveerde verkrachting en venijnige afranselingen overheersten, speciaal in 2008 – en gaan tot de huidige dag door. Maar het misbruik neemt ook nog vele andere vormen aan.

Mugabe werd in het rapport uitgekozen vanwege het beledigen van vrouwen. Hij deed bijvoorbeeld een ongegronde verbale aanval op Zimbabwe’s ambassadeur in Australië, Jacqueline Zwambila.

Dat dit soort gruwelijk gedrag wordt getolereerd in onze maatschappij is uitermate schandelijk.

Meer dan 50 % van de Zimbabweanen is vrouw – en zodanig hebben ze een aanzienlijke macht ten tijde van verkiezingen en ze zouden die moeten gebruiken om mannen die niet actief hun rechten verdedigen weg te stemmen.

De voortgaande kwaadaardigheid van de politie waarmee vreedzaam demonstrerende vrouwen van WOZA* tegemoet wordt getreden is nog een ander typisch voorbeeld.

Het hele punt van geweld tegen vrouwen zou een hoofdbestanddeel moeten zijn bij de hervorming van de veiligheidssector, en zonder dit zouden verkiezingen niet moeten worden toegestaan. Daarbij moeten mannelijke politici zich uitspreken ter verdediging van vrouwen en het moet worden gezien dat ze dit onaanvaardbare gedrag aanpakken.

*WOZA, Women Of Zimbabwe Arise, Vrouwen Van Zimbabwe Sta Op, vert.


Hoofdredactioneel commentaar 26-7-11

Een onderwerp van spot

Het is overduidelijk geworden dat de Zimbabweaanse staatspolitie zijn grondwettelijk mandaat voor handhaving van orde en gezag in ons land heeft opgeheven.

Afgelopen week werden Parlementsleden, die hun werk deden, waarvoor ze door het volk werden gekozen, binnen de Parlementsgebouwen aangevallen door dronken kinkels van Zanu (PF).

Niemand werd gearresteerd – ondanks dat er politie aanwezig was tijdens de aanslagen. In plaats daarvan stond de politie erop dat Parlementaire zaken zouden worden geschorst – een overwinning voor de hooligans.

Andere Parlementaire commissieontmoetingen in Chinhoyi en Mutare werden op eenzelfde manier verstoord door Zanu (PF) schurken.

Het is ironisch dat de commissies die door deze boeven worden gestoord proberen de mening van de mensen te verzamelen over het Wetsontwerp van het Mensenrechtencomité. Dit laat Zanu (PF)’s minachting zien voor mensenrechten in het algemeen. De partij heeft in het geheel geen respect voor mensenrechten en trouwens voor geen enkel ander recht, inclusief eigendomsrechten.

Geweld is het enige dwangmiddel van de partij. Enig idee van debat, overtuigingskracht en het uitwisselen van ideeën is ze vreemd. Het is ook duidelijk dat Zanu (PF) geen respect heeft voor Parlementaire zaken. Als Parlementariërs kunnen worden aangevallen door schurken in het parlement, terwijl de intendant van het Lagerhuis, zijn staf en de politie erbij staan te kijken en niets doen, wat voor bescherming kan iedere gewone Zimbabweaan dan verwachten van de politie in geval dit plunderend geboefte zich tegen hem of haar keert?

Het is geen verrassing dat deze schurken voelen dat zij zich geheel ongestraft zo schandalig kunnen gedragen.

Journalisten, die deden wat ze geacht worden te doen, berichten over wat de volksvertegenwoordigers zeggen en doen in het Huis, werden niet gespaard door het ingehuurde gepeupel.

Wat erger is, de Zimbabweanen kregen geen gelegenheid hun kijk te ventileren op een ontwikkeling die een belangrijke invloed op hun leven in de toekomst zou krijgen. Wij kunnen niet begrijpen hoe een rechtgeaard iemand zichzelf toestaat te worden gebruikt om een belangrijke stap in het proces naar een mensenrechtencultuur in ons land – het plaveien van de wettelijke grondslag, te verstoren. Natuurlijk, deze dronken pummels hebben geen idee van de portee van hun daden. Ze worden simpelweg misbruikt. Onwetendheid en armoede hebben hen teruggebracht tot pionnen van degenen met macht en geld.

Wat betreft de politiemannen die het goedvonden dat de anarchie bijna de overhand kreeg boven hun waakzaamheid, zij zouden zich moeten schamen over zichzelf en over de organisatie die ze vertegenwoordigen.

De politie heeft het druk gehad met het arresteren van mensen vanwege naar wordt gezegd het "beledigen van de President". Het lijkt erop dat het in orde is als de President het volk beledigt, maar de mensen kunnen niets terugdoen. Er zit een onlosmakelijk verbonden probleem aan zo’n situatie als de onze – waar de president van de staat helemaal geen staatsman is, maar alleen spreekt, handelt en vertegenwoordiger is namens zijn eigen politieke partij. Door dit te doen stemt hij erin toe dat hij een onderwerp van spot wordt. En het optreden van de politie – ongeacht hoe partijdig en onrechtmatig ook – kan dat niet veranderen.