Wilf Mbanga

Vrijplaats CuBra

Uit The Zimbabwean - vertaald door Paul Bogaert

Hoofdredactioneel commentaar 13-4-06

 

Huil het beloofde land*

 

Toen de Engelse vlag werd gestreken en de Zimbabwe-vlag werd gehesen tegen een met sterren bezaaide hemel om een minuut na middernacht op 18 april 1980, leidde dit een nieuwe tijd in vol hoop, vrijheid en welvaart voor oorlogsvermoeide Zimbabweanen na 100 jaar koloniaal bewind.

Op de aanstaande 18e april, 26 jaar later, is al deze hoop teniet gedaan. Het volk van Zimbabwe heeft honger. We genieten minder vrijheid dan we 26 jaar geleden deden. De meeste van ons zijn werkloos. Overal is wetteloosheid en de gemiddelde levensverwachting is de afgelopen jaren pijlsnel gedaald tot 34 jaar voor vrouwen en 36 jaar voor mannen – de laagste ter wereld.

Dit is een daad van verraad aan alles waarvoor de ware vrijheidsstrijders hebben gevochten en zijn gestorven. Zij vochten niet om de meerderheid van de Zimbabweanen tot slaaf te maken van een kleine kliek van rijke, maar desondanks nog steeds hebzuchtige en zelfzuchtige individuen.

Zij vochten voor het fundamentele beginsel van democratie – een persoon, een stem. Zij die ons kleineren keken toe op afstand en lachten erom, tegen elkaar gniffelend: "In Afrika betekent dit een man, een stem, eenmaal."

We waren zo vastbesloten te bewijzen dat ze het mis hadden. En dat deden we vele jaren. De overwinning was zoet. Eindelijk bepaalden wij ons eigen lot. We waren eindelijk vrij.

Gezondheid voor iedereen werd ons beloofd, schoon water voor iedereen, onderwijs voor iedereen – dit alles in het jaar 2000. Grote vooruitgang werd geboekt. Op zeker moment zag het eruit dat deze glorievolle dromen werkelijk uit zouden komen. We waren zo hoopvol.

Vandaag de dag hebben de stedelijke ziekenhuizen niet eens hoestdrankjes. Scholen zitten zonder boeken, elektriciteit en de meeste leraren hebben zich gevoegd bij de doktoren en andere professionals in een massale uittocht van het intellect.

Meer dan een kwart van de hele bevolking is gevlucht voor de verpletterende armoede en kwaadaardige politieke onderdrukking die door onze ‘bevrijders’ is geschapen. We zijn beroofd van politiek debat en het recht op samenkomst. We leven in angst voor hen die geacht worden ons te beschermen. Onze kinderen zijn met loze beloften van geld en macht overgehaald om gedrogeerde militanten te worden, die enkel weten hoe ze voor Mugabe moeten vechten.

Onafhankelijkheidsdag, ooit zo’n feest van nationale trots, is toegeëigend door Zanu (PF) en veranderd in een schandelijke aangelegenheid als er taal vol haat tegen iedere andersdenkende stem wordt gespuid vanuit stadions in het hele land.

Alan Paton* zei het op de beste wijze, Huil het geliefde land.

 

*Alan Paton (1903-1988) schreef het wereldberoemd geworden boek ‘Cry, the beloved country’ in 1948. De komma in de titel suggereert twee thematieken, namelijk het leed door de Apartheidspolitiek (Cry) en de liefde voor het land (Zuid Afrika). Het boek werd in een Nederlandse vertaling uitgebracht onder de titel ‘Tranen over Johannesburg’, een zeer vrije interpretatie. Omwille van de context van dit commentaar heb ik de titel zo letterlijk mogelijk, zonder komma, laten staan (vert).

.