Wilf Mbanga

Vrijplaats CuBra

Uit The Zimbabwean - vertaald door Paul Bogaert

Hoofdredactioneel commentaar 4 mei 2006

Economische ommekeer een dromerij

Er is veel ophef gemaakt over het onlangs uitgebrachte National Economic Development Priority Plan (NEDPP, Nationaal Economisch Ontwikkelings Prioriteitenplan).

De propagandamachine bazuint rond hoe het Zimbabwe’s sukkelende economie – de oorzaak van zoveel leed, nodeloze dood en vernietiging in het land - zal doen keren.

Wij zijn zo vrij het hiermee niet eens te zijn.

Zimbabwe staat op de vijfde plaats als in gebreke blijvend land achter Soedan, de Democratische Republiek Congo, Ivoorkust en Irak op een lijst van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten en het Vredesfonds. Het Fonds gebruikt 12 maatstaven om de 148 onderzochte landen te rangschikken. Deze omvatten corruptie, misdadig gedrag, onmacht om belastingen te vergaren of anderszins aanspraak te kunnen maken op steun van de bevolking, het op grote schaal onvrijwillig verplaatsen van de bevolking, scherpe economische terugval, ongelijke behandeling van groepen en geïnstitutionaliseerde vervolging of discriminatie.

De reden waarom de NEDPP eveneens zal mislukken is dat er geen spoor is van enig serieus streven van de regering om een omgeving te scheppen die het mogelijk maakt dat het zakenleven er opnieuw kan gedijen.

De regering brengt zelf geen inkomsten binnen. Er wordt simpelweg belasting geheven van mensen die een broodwinning hebben en bedrijven die winst maken.

Vanwege dom, zo niet ronduit kwaadaardig regeringsbeleid is het bedrijfsleven in Zimbabwe praktisch uitgeroeid en is de grondslag voor belastingheffing gekrompen tot 20 % of minder van het oorspronkelijk potentieel. Ommezwaaien in beleid of economische blauwdrukken zullen dit hoe dan ook niet veranderen – totdat de regering de fundamentele zaken aanpakt die in onze maatschappij verkeerd zijn.

Zolang de regering zelf de bron is van nationale onveiligheid vanwege hun koppigheid en zelfzuchtige minachting voor de regel van de wet, en zolang bezit en mensenrechten niet worden gegarandeerd zal geen enkele weldenkende zakenman investeren.

Zanu (PF)’s kronkelige neerbuigende systeem en de overmaat aan onvriendelijke wetgeving voor investeerders, om maar niet te spreken van het inflatiepercentage van bijna 1000 % en de afwezigheid van buitenlandse valuta, hebben het moeilijk gemaakt een bedrijf in Zimbabwe uit te oefenen, laat staan er een nieuw te beginnen.

Voeg hieraan toe de lijst van feitelijke veronachtzaming van internationale overeenkomsten door de regering, zoals dat gebeurd is met het landbouw- en het mijnbedrijf, dan vraag je om ongelukken – en niet om ontwikkeling, zoals de propagandamachine ons wil doen geloven.

De regering zelf heeft fiscale discipline en verantwoordelijkheidsgevoel nodig. Tot het moment dat ze serieus het lot van de Zimbabweanen als geheel willen verbeteren, in plaats van eenvoudigweg aan zichzelf te denken en hun machtspositie tegen elke prijs te behouden, kunnen ze zoveel blauwdrukken erop na houden als ze willen - er zal geen ommekeer plaats vinden.

.