Wilf Mbanga

Uit The Zimbabwean - vertaald door Paul Bogaert

Hoofdredactioneel commentaar 30-3-06

 

Terrorismewetsvoorstel gericht op MDC

 

Met een tweederde meerderheid in het parlement zal Zanu (PF) geen probleem hebben met het doordrukken van het wetsvoorstel ter onderdrukking van buitenlands en internationaal terrorisme (2006).

Als de werkelijke bedoeling het oppakken van Al-quaeda leden en andere internationale terroristen zou zijn, zouden wij dit allemaal toejuichen.

Maar Zimbabwe, dat bewezen banden heeft met belangrijke Al-Quaeda leden, is niet serieus over het internationale terrorisme. In feite is de regering zelf betrokken geraakt in terroristische daden door het bombarderen van behuizingen van onafhankelijke media organisaties. Er is nooit een serieuze poging gedaan om de schuldigen voor het gerecht te brengen.

Talloze aanhangers van de oppositie zijn geslagen, gemarteld en vermoord door agenten van de regering en kaderleden van de partij en er is niets gebeurd met de plegers van deze misdaden.

De meeste van hen werken trouwens verder in de veiligheidsdiensten waarbinnen zij officiële bescherming genieten.

De ware bedoeling van deze nieuwe wet is, zoals wij het zien, het raken van de achillespees van de politieke oppositie in het land. De regering wordt onmiskenbaar gealarmeerd door de groeiende woede onder het volk en de vastberadenheid van de MDC om wijdverspreide massale actie te ondernemen om ze voor eens en voor altijd te verdrijven.

Zimbabwe staat nergens onder druk van terroristen. Er zijn geen buitenlandse legers die zich gereed houden om Zimbabwe aan te vallen - ondanks de hallucinaties van de oude tiran over een op handen zijnde Britse invasie, die hem hebben doen denken leiding te geven aan een ‘oorlogskabinet’ sinds 2003.

De enige ‘oorlogen’ waarin Zimbabwaanse soldaten betrokken zijn geweest sinds de Onafhankelijkheid zijn de genocide in Matabeleland en verscheidene rampzalige acties in Mozambique en de Democratische Republiek Congo.

De tragiek van Zimbabwe is dat het Zanu (PF) regime geen normale politieke strijd aanvaardt. In plaats van het inbinden van zijn uitspattingen en werken aan levensvatbare strategieën om het lot van het volk te verbeteren, probeert de regerende bejaarde oligarchie wanhopig met steeds zwaardere middelen de kokende ketel dicht te houden.

Dit kan tot nu toe goed zijn gegaan, maar, zoals uit iedere vroegere dictatuur duidelijk wordt – zal het niet voor altijd zo blijven.