INHOUD RIETER
CUBRA HOME

 

©

Olivier Rieter & Stichting Cultureel Brabant 2022

 

Olivier Rieter

 

Kasteel Henkenshage: geconstrueerde nostalgie?

 

 

Bert Knot, Wikimedia Commons

 

Sint-Oedenrode (in de volksmond Rooi) kent twee kastelen: Dommelrode en Henkenshage. Dit laatste kasteel oogt als een middeleeuws slot en het zou volgens de website van de locatie stammen uit de veertiende eeuw. Is het schijn die bedriegt? Wat zegt het slot over de Middeleeuwen en onze visie(s) op die Middeleeuwen? In hoeverre heeft men bij het bepalen van het uiterlijk van het slot belang gehecht aan nostalgische overwegingen?

 

Middeleeuwenachtigheid

Wie het kasteel benadert ziet een poort, een gracht met brug, een luisterrijke tuin, kantelen, torentjes, heraldisch geschilderde luiken. Al deze zaken connoteren ‘middeleeuwenachtigheid’ of ‘middeleeuwsheid’, zonder zelf uit de periode waarnaar wordt verwezen te stammen. Deze praktijk van verwijzing naar de Middeleeuwen wordt meestal geschaard onder de noemer medievalisme. Dit is een wetenschappelijke term voor representaties van de Middeleeuwen in latere tijdperken. Medievalisme kan donker getoonzet zijn (denk aan het grimmige middeleeuwenachtige Game of thrones of aan Mark Twain’s A Connecticut Yankee at King Arthur’s Court), maar het verschijnsel kan ook positieve gevoelens opwekken. Dan is er sprake van nostalgische verkleuring. Een uitgebeende definitie van nostalgie luidt: het idealiseren van het verleden.

Het medievalisme kende in de negentiende eeuw een hausse in het Verenigd Koninkrijk, waar men in tijden van industrialisatie datgene verheerlijkte wat verloren dreigde te gaan door processen van massaproductie, massaconsumptie en massamobiliteit, processen die in het Verenigd Koninkrijk een eeuw eerder op gang kwamen dan in Nederland. (De Nederlandse situatie is mooi beschreven door de historicus Auke van der Woud).

Het ging bij het medievalisme dat ook overwoei naar het Europese vasteland onder meer om het idealiseren van de ridderlijkheidscultuur ‘van vroeger’ toen horigen en vrouwen hun ‘natuurlijke’ plaats zouden hebben gekend in ruil voor bescherming door ridderlijke mannen van (geestes)adel. Maar hiernaast ging het bij medievalisme zeker ook om het ophemelen van de architectonische pracht van vroeger. Dit leidde niet alleen tot aandacht voor de middeleeuwse gotiek, maar ook tot het nieuw vervaardigen van bouwwerken in die stijl, de neogotiek. De neogotiek is een van de neostijlen, naast bijvoorbeeld het neoclassicisme. De gebouwde omgeving representeert vaak de mentaliteit van een samenleving, een mentaliteit waarvan omgang met het verleden een belangrijk onderdeel is. Middeleeuwenachtige kasteel- en kerkenbouw representeert een steen geworden maatschappijvisie. Deze visie was per land verschillend. Zo was de neogotiek in Nederland vooral een katholieke bouwstijl, omdat erin werd verwezen naar een periode toen de Nederlanden homogeen katholiek waren: de Middeleeuwen.

De neogotiek kende in Europa bekende architecten als Pugin en Viollet-le-Duc en in Nederland Pierre Cuypers. Diens zoon Jos was betrokken bij het restaureren van het kasteel in Sint-Oedenrode.

Meer nog dan door Jos Cuypers’ restauratie in de twintigste eeuw werd het uiterlijk van het bouwwerk bepaald door een negentiende-eeuwse visie op de Middeleeuwen, die ook resulteerde in een eerdere verbouwing. Op de site van brabantserfgoed.nl staat te lezen:

 

’Rond 1840 kwam het gebouw in bezit van de familie De Girard de Mielet van Coehoorn. Deze nieuwe eigenaar liet het grondig verbouwen naar de huidige situatie. Er kwam een tweede verdieping op de al bestaande bouwlaag en op de hoeken werden twee torens gebouwd. Kantelen, boogfriezen, arkeltorentjes en andere details moesten de indruk wekken van een authentiek middeleeuws kasteel. Om die indruk te versterken werden een dienstwoning, poortgebouw met ophaalbrug en stallen toegevoegd in neogotische stijl.’

 

Torentjes, kantelen, beschilderde luiken, een poort, een brug en ouderwetse lantaarns: alles connoteert ‘het’ verleden, waarbij de lantaarns verwijzen naar een andere periode ‘van vroeger’ dan de andere elementen, die een middeleeuwen-effect oproepen. Ben Bender, Wikimedia Commons

 

Restauraties

Het huidige ‘middeleeuwse’ uiterlijk van het kasteel werd  dus allereerst bepaald door een restauratie uit het midden van de negentiende eeuw, toen het bouwwerk een upgrade kreeg die het van een vrij onaanzienlijke locatie tot kasteel maakte, met onder meer dus hoektorens en ook een binnenplaats.

De heemkundige C.F. Xav. Smits meldt in 1910 over Sint-Oedenrode: ‘Dit zéér oude Brabansche dorp is wellicht meer dan eenig ander vlek in Noord-Brabant bezaaid geweest met ridderhofsteden, kasteelen, adellijke huizen en waranden, van welke het slot Henkenshage het eenige is, dat ofschoon verbouwd uit het grijze verleden tot ons kwam.’ In totaal zouden er acht versterkte huizen zijn geweest in Sint-Oedenrode, waarvan er twee resteren. (Dommelrode stamt volgens Smits blijkbaar niet uit ‘het grijze verleden’)

Smits heeft het onder meer over de restauraties die het slot in de negentiende en vroege twintigste eeuw doormaakte: ‘Men kent het voormalige kasteel, zoowel in-als uitwendig haast niet meer terug. Van binnen is nagenoeg alles vernieuwd moeten worden.’ Over de buitenkant schrijft hij: ‘Bruggen zijn er aangelegd, tuinen en parken geprojecteerd, uitgevoerd door Leon Springer uit Haarlem. Een fraai wapenschild der familie van Gulick in Bentheimer steen prijkt boven den ingang aan de ophaalbrug. Ter linkerzijde aan de inrijlaan is nog onlangs een typisch gebouw, de wachterswoning gebouwd, waarvan de stijl goed aansluit bij het daarginder in de bosschen weggedoken kasteel.’

 Hier is dus sprake van aanvullingen van het verleden, die de representatie van het verleden in zekere zin meer trouw aan het verleden maken, dan het verleden zelf, wat in de vakliteratuur met de term ‘hypnagogisch’ wordt aangeduid (Guesdon en Le Guern).  Het gaat om een soort ideaaltypische Middeleeuwse bouwkunst waarbij alle essentiële kenmerken aanwezig zijn, en storende elementen zijn vermeden.

Volgens Smits is het kasteel zoals hij het waarnam  geen uiting van ‘herboren zelfbewustzijn der bevolking in deze Meierijsche gemeente, noch ook van hare belangstelling in zoo’n merkwaardig en ridderlijk overblijfsel uit het verleden.’ Eerder gaat het om ‘de werkdadige liefde, die de tegenwoordige eigenaar à juste titre aan zijn kasteel toedraagt.’ Deze Theodoor van Gulick redde het van ‘de doffe mokerslagen’ van  de slopershamer en voegde er de nodige representatieve elementen aan toe.

Rond 1960 waren er in de gemeenteraad van Sint-Oedenrode opnieuw plannen om het kasteel te slopen, wat voorkomen kon worden  door een financiële gift van Margaretha Nehm, jonkvrouw de Mielet van Coehoorn, van het geslacht dat eerder bezitter (en de opdrachtgever tot restauratie) was van het kasteel. Ze zou naar verluidt 80.000 gulden hebben geschonken. In de pers werd haar hierom de betiteling ‘de goede fee van Rooi’ verleend.

De visie van individuele mensen en hun financiële bemoeienis hebben bij het in stand houden (dan wel herscheppen) van erfgoed lang een grotere rol gespeeld dan de visie (dan wel de middelen) van de overheid. Welk erfgoed bewaard is gebleven, hangt dus deels af van dynastieke toevalligheden of individuele karakters. De Nijmeegse valkhofburcht kon bijvoorbeeld niet gered worden van de sloop, een van de meest beruchte voorbeelden van Filistijnse omgang met erfgoed in ons land in het verleden.

            Nadat het gebouw in Sint-Oedenrode in de tweede helft van de twintigste eeuw onder meer dienst deed als bibliotheek -het moet  een van de mooiste bibliotheken van ons land geweest zijn- werd het gebouw aan het einde van het vorige millennium omgevormd tot locatie voor feesten en partijen. Men kan er ook in het huwelijk treden tegen een decor van verledenheid (een vertaling van ‘pastness’).

 

Een slot met gracht omringd door tuinen: Een idylle of sprookjesachtige trouwlocatie? Bert Knot, Wikimedia Commons

 

Ansichtkaarten

Ik wil het kasteel zoals het er nu uitziet in verband brengen met het pittoreske en wel in de misschien meest beroemde verschijningsvorm van het pittoreske: de ansichtkaart. De ansichtkaart is een negentiende-eeuwse vinding die sterk heeft bijgedragen aan de internationale nostalgiecultuur uit die eeuw en de daarop volgende. Het is een combinatie van de fotografie (die ook een grote rol speelde in het opwekken en vastleggen van nostalgie) en het pittoreske, al dan niet met een sepia-effect, dat voor de hedendaagse beschouwer nostalgie connoteert.  Wanneer men ‘pittoreskiseert’ maakt men de werkelijkheid tot een schoon plaatje, waar natuur en menselijke cultuur elkaar ontmoeten.

In de Brabant-Collectie van Tilburg University bevinden zich mooie ansichtkaarten van Henkenshage die een inkijkje bieden in de wijzen waarop men in het verleden het schone en afbeeldingswaardige representeerde,  dat uit een nog verder terug gelegen verleden stamt. Zo lopen verschillende verledens door elkaar op de ansichten. In het geval van de kaarten van Henkenshage  gaat het om vroeg twintigste-eeuwse visies op wat mooi is, versies die verwijzen naar denkbeelden over de esthetische Middeleeuwen, eerder dan naar de Middeleeuwen zelf.

Wanneer de kaarten beschreven zijn, bieden ze ook een inkijkje in het persoonlijk leven van vergeten mensen. Zo ontstaat een wonderlijke mengeling van mentaliteiten; het authentieke leven van mensen van een eeuw terug, gecombineerd met het niet-authentieke dat een bouwwerk als Henkenhage met zijn middeleeuwenachtigheid uitdrukt.

 

Prentbriefkaart. Uitgave Wed. J.M. Kemps, Brabant-Collectie, Tilburg University

 

Foto Atelier Schreurs, Brabant-Collectie Tilburg University

 

Prentbriefkaart J.A. van de Witteboer, Brabant-Collectie Tilburg-University

 

Conclusie

Pittoreskiseren is vaak een vorm van nostalgiseren. Als men nostalgiseert, streeft men ernaar een wervende werking uit te laten gaan van geschiedenis en erfgoed. Op de website van het kasteel lezen we:

 ‘Kasteel Henkenshage in Sint-Oedenrode – onder de rook van Den Bosch – is een prachtig kasteel met een rijke historie. De naam ‘Henkenshage’ komt van het 14e eeuwse ‘Hanekenshage’ of ‘Haenkenshage’. Haneke of Haenken was in die tijd een populaire roepnaam voor Johannes. Een nederzetting werd een ‘hage’ genoemd, omdat deze vaak omgeven was met een haag van doornen of struiken tegen wild of loslopend vee. Het oorspronkelijke bouwwerk dateert waarschijnlijk dan ook van het begin van de 14e eeuw. Toen was Kasteel Henkenshage overigens nog geen kasteel, maar ‘slechts’ een adellijk herenhuis met alleen een benedenverdieping.

 Hier wordt dus gesproken van ‘een prachtig kasteel met een rijke historie’. Het verleden wordt geïdealiseerd, wat wijst op nostalgie. Historisch verantwoord en ontnuchterend is daarentegen dat men aangeeft dat het oorspronkelijke bouwwerk geen kasteel was.

Het gerestaureerde Henkenshage is in Noord-Brabant vergelijkbaar met kasteel Stapelen in Boxtel (niet toevallig ook een trouwlocatie), waaraan in de negentiende eeuw ook een ‘middeleeuwse’ upgrade werd verleend.

            Een authentiek middeleeuws overblijfsel is het kasteel niet. Het gebouw heeft echter wel een historische betekenis. Niet alleen omdat het een rol speelde in operatie Market Garden in de Tweede Wereldoorlog, maar ook omdat het bouwwerk een historische visie uitdrukt op ‘vroeger’: verledenheid, de creatieve omgang met het verleden in latere perioden. Bij het in kaart brengen van de geschiedenis van verledenheid in de provincie Noord-Brabant zou men zeker aandacht kunnen besteden aan dit curieuze kasteel in Sint-Oedenrode. Hierbij moet men er echter wel rekening mee houden dat de huidige aanblik, naast iets over de tijdgeest (van de collectiviteit) van een eeuw en langer geleden, vooral ook iets zegt over de individuele mentaliteiten van bezitters en (restauratie)architecten. Hoe dan ook gaat het om een constructie van positief getinte, schone verledenheid, om nostalgie dus.

 

Bronnen

T. Donkers, ‘Jean Phillippe de Girard de Mielet van Coehoorn. Kasteel Henkenshage van de sloop gered’, Heemschild 54, 5 (2020), 18-29

M. Guesdon en P. le Guern, ‘Retromania: crisis of the progressive ideal, ideal and pop music spectrality’, in K. Niemeyer (red.) Media and nostalgia. Yearning for the past, present and future (Basingstoke 2014) 70-80 [hier kan men informatie vinden over hypnagogie]

O. Rieter, Het patina van de tijd. Vormen en functies van hedendaagse nostalgie en nostalgisering in Noord-Brabant (Tilburg 2018) Dissertatie. Het patina van de tijd: Vormen en functies van hedendaagse nostalgie en nostalgisering in Noord-Brabant — Tilburg University Research Portal

C.F. Xaverius Smits, Het slot Henkenshage’ Geïllustreerd Weekblad aan het buitenleven gewijd BUITEN  4, nr12, 19 maart 1910. Opgenomen in : Heemschild 42, nr. 3, 2008, 61-69.

A. van der Woud, Een nieuwe wereld. Het ontstaan van het moderne Nederland (2007)

’s-Land kroniek’, De Tijd De Maasbode, 25-10-1963

‘Goede fee van Rooi bezocht kasteel van voorvaderen’, Nieuwe Eindhovense Courant, 04-09-1962

Kasteel Henkenshage - Wikipedia

Kasteel Henkenshage in Sint-Oedenrode - Brabants Erfgoed

www.kasteel-henkenshage.nl.

Sint-Oedenrode - Wikipedia

www.delpher.nl