INHOUD RIETER
CUBRA HOME

 

©

Olivier Rieter & Stichting Cultureel Brabant 2023

 

 

Olivier Rieter

Het traditionalisme van de kunstenaar

Gerard Gerrits, genaamd ‘den Baard’

 Gezicht op Sprang-Capelle, Brabant-Collectie Tilburg University

De kunstenaar Gerard Christiaan Jozef Gerrits (1893-1959) werd geboren in Nijmegen maar woonde het grootste deel van zijn leven in Noord-Brabant, in Den Bosch en Sprang-Capelle. In de laatste plaats overleed hij ook, waarna er aldaar een herdenkingstentoonstelling werd ingericht. Gerrits beeldde in zijn werk veelal Brabantse thematieken uit, zowel landschappelijk als architectonisch. Gerrits stond te boek als glaskunstenaar, aquarellist en graficus. Hij was de broer van Piet Gerrits, bekend van diens ontwerpen voor De Heilige Landstichting (nu Orientalis geheten). Gerard was een tijdje in de leer bij zijn oudere broer, die bekender is geworden. Zowel Piet als Gerard leverden omslagen voor de Engelbewaarder.

Gerard Gerrits, niet te verwarren met de kunstenaar Ger Gerrits, maakte ook ornamenten en was betrokken bij toneelvoorstellingen, waarbij hij echter letterlijk in de coulissen bleef. Hoewel hij een creatieve duizendpoot was, werd hij geprezen om zijn bescheidenheid, die er mogelijk ook voor zorgde dat hij buiten Brabant niet erg bekend is.

Naast leerling van zijn broer, was hij onder meer in de leer bij Frans Slager, een telg van de Bossche Slager-dynastie van kunstenaars. Na zijn middelbare school was Gerrits naar Den Bosch gekomen, om aan de kunstacademie te studeren. Hij bleef daar werken tot 1945. In de Oorlog werd een belangrijk deel van zijn oeuvre vernield en ook zijn atelier en hij trok hierop naar Huize Zuidewijn in Sprang-Capelle, om daar zijn productie weer op te nemen.

 Sprang-Capelle. Brabant-Collectie Tilburg University

 

In de Brabant-Collectie van Tilburg University bevinden zich een schetsboek en ook een aantal afbeeldingen van Gerrits van zijn woonplaats Sprang-Capelle, met zijn karakteristieke Nederlands Hervormde Kerk. Uit deze afbeeldingen spreekt begaafdheid en een betrokkenheid bij het afgebeelde, maar ze zijn niet heel beklijvend. In wat volgt ga ik in op de waarde van Gerrits’ werk.

Sprang-Capelle, Aquarel, Brabant Collectie Tilburg University

 

Traditionalisme

Harry Poll schrijft in 1957, drie jaar voor Gerrits’ dood, in de Provinciale Noord-Brabantse courant het Huisgezin over diens gaven: ‘Hij toont zich een geduldig en scherp waarnemer, uiterst ontvankelijk voor stemming en toon, zoals uit zijn vlotte en trefzeker neergevloeide aquarellen blijkt; een poëtisch opmerker die de sfeer van een landschap of het karakter van een bloemstuk zuiver weet te benaderen, geen geweld plegend door harde kleuren of forse expressies, maar een kunstenaar met een harmonisch gamma, fijnzinnig en beheerst uitgewerkt.’’ Volgens Poll is van een ‘gewild modernisme’ geen sprake en is dat de kracht van het werk van Gerrits. Gerrits was duidelijk geen Vincent van Gogh of Jan Sluijters, wier werk herkenbaar is, door hun visie en stijl.

Gerrits’ grafisch werk en zijn tekeningen zijn vaardig, maar hij onderscheidt zich ermee niet van anderen. Zijn zwartwit afbeeldingen van locaties in bijvoorbeeld Grave, Woudrichem en Waspik geven de historische en pittoreske status van deze plaatsen goed weer, maar Gerrits voegt er niets aan toe. Men kan ze gebruiken om hun documentaire waarde, eerder dan dat men erdoor geraakt wordt. Hiermee verschilt Gerrits van kunstenaars als Hendrik de Laat en Anton Pieck die voor sommigen kitsch afleverden, maar daarmee wel de emotionele snaren van de toeschouwers beroerden. Hierin slaagt Gerrits wel in zijn werk in kleur, waarin meer van zijn persoonlijkheid lijkt te zitten.

 

Grave, Brabant-Collectie, Tilburg University

 

Woudrichem, Brabant-Collectie, Tilburg University

 

Krijttekening. Waspik. Brabant-Collectie, Tilburg University.

 

Den Baard

Gerrits onderhield zijn imago van kunstenaar. Hij stond in Sprang-Capelle bekend als ‘den baard’. Op de site van de Heemkundekring Sprang Capelle lezen we dat hij werd getypeerd ‘door een grote witte baard en ruim uitgevallen Franse baret. Hij kwam ervoor uit dat hij de kunstenaar van het kasteeltje Zuidewijn was. Dagelijks kunnen we nog van zijn kunstwerken genieten: de gebrandschilderde ramen in het gemeentehuis van Sprang-Capelle en het grafmonument van Jan de Rooij op de begraafplaats aan de Tilburgseweg. Zijn aquarellen gaven de sfeer goed weer van het interieur van de boerderijen tegenover het kasteeltje.’In zijn zelfportretten die zich bevinden in de Brabant-Collectie zien we de visie van den baard op zichzelf. Het zijn karikaturale koppen die tonen dat Gerrits zichzelf niet al te serieus nam en die de toeschouwer voor hem innemen.

Zelfportretten van ‘den Baard’ in zijn schetsboek, Brabant-Collectie Tilburg University

 

Zelfportret. Brabant-Collectie, Tilburg University

 

Grafmonument voor de door de Duitsers gefusilleerde verzetsheld Jan de Rooij. Brabant-Collectie, Tilburg University.

  

Gemoedelijke romantiek?

Zijn eigen weergaven met naast de baard ook de opvallende fronsende wenkbrauwen tonen hem als een geprononceerd type, waaruit misschien niet meteen gemoedelijkheid spreekt. Tijdens de Duitse bezetting werd Gerrits’ kunst in de Noordbrabantse Courant echter getypeerd als ‘gemoedelijke romantiek’. In hetzelfde artikel uit 1942 lezen we:

‘Gerard Gerrits [is] in wezen een sprookjesverteller: de dieren die hij met grote voorliefde in den dierentuin gaat bestudeeren zijn voor hem eigenlijk menschen zooals in het verhaal van Reinaart de Vos, ieder met zijn eigen karakter: dat uit zijn verschijning spreekt. Een oude knotwilg, grillig van vorm, is voor hem een gebogen oud kereltje, dat al de stormen des levens doorstaan heeft en kromgegroeid is. Of op een doek met bloemen vertelt hij over de vlammende levenskracht en het uitgedoofde van wat sterven gaat; ook hier ziet hij den mensch, den mensch van een sprookje in de gedaante van den bloem. Het is begrijpelijk, dat Gerard Gerrits hecht aan het Brabantsche landschap, dat hem zo vertrouwd is. Een schilder moet veel reizen om zijn blik te verruimen, zegt men. Maar als je eenmaal een plaats gevonden hebt, die je gaat begrijpen, dan blijf je er, zoo zegt Gerrits, om haar steeds meer op je te laten inwerken. Je leert haar langzamerhand kennen in verschillend licht, bij verschillend weer, in verschillend seizoen en zoo spreekt zij je steeds duidelijker aan.’

In zijn aquarellen toont Gerrits de Brabantse couleur locale. Noord-Brabant was voor hem zijn aangenomen heimat. Het is jammer dat een belangrijk deel van zijn Bossche productie in de oorlog is verloren gegaan, zodat we zijn kunstzinnige ontwikkeling niet volledig kunnen bestuderen. Het genoemde sprookjesachtige komt in het werk dat zich bevindt in de Brabant-Collectie, niet volledig naar voren.

 

Conclusie

Gerard Gerrits ontbeerde in zijn leven een overkoepelend project, zoals de Heilig Land Stichting van zijn broer Piet of de Efteling van Anton Pieck. In zijn overgeleverde werk zit geen herkenbare lijn of visie. Hij beeldde gewoon af wat hij zag en leverde soms ook gelegenheidsprenten, bijvoorbeeld van religieuze thematiek Gerrits is vergeten.

Daar is niet alleen zijn geprezen bescheidenheid debet aan, of het gegeven dat hij zich letterlijk en figuurlijk terugtrok in Brabantse thematieken die boven de rivieren niet iedereen aanspreken, maar ook het gegeven dat zijn werk onvoldoende eigen lijkt te zijn geweest. Je zult een kunsthistoricus niet snel horen zeggen bij het aanschouwen van een tekening of schildering: ‘Dit is een typische Gerard Gerrits.’ Een uitzondering vormen de zelfportretten met hun karikaturale lading. Ook de weergaven van Sprang-Capelle hebben deels meer dan documentaire waarde. Sociologisch gezien was ‘den baard’ met zijn verschijning compleet met baret een typische kunstenaar, maar dan wel een van het traditionalistische slag. Juist die keuze voor traditionalisme zorgde ervoor dat hij wel ambachtelijkheid afleverde, maar geen visie, die deze ambachtelijkheid tot grote kunst wist te maken.

 

De zoete moeder uit de Bossche St Jan. Brabant-Collectie, Tilburg University

 

Bronnen

‘Harba Lorifa. Bij Gerard Gerrits op bezoek’, Noordbrabantse courant, 01-07-1942.

H. Poll, ‘Gerard Gerrits houdt expositie’, Provinciale Noord-Brabantse Courant Het Huisgezin, 27-09-1957.

‘Gerard Gerrits 60 jaar’, Provinciale Noord-Brabantse Courant Het Huisgezin, 05-06 1953.

Bossche Encyclopedie | Gerard Christiaan Joseph Gerrits (bossche-encyclopedie.nl)

Beeldcolumn: Gerard Gerrits (barbarus.org)

Uit de kunst (heemkundesprangcapelle.nl) Lezing door Toon Gouda

Delpher